Verliezen
Elke week opnieuw speelt je club een belangrijke wedstrijd. De strijd onderin de Eredivisie is hard. Als je club wint, zorgt dat voor een heerlijk gevoel: de rest van de dag ben je vrolijk, je maakt grapjes tegen je moeder die niets van voetbal begrijpt en je kunt bij Studio Sport niet vaak genoeg de herhaling van de doelpunten zien. Kijk, zie je hoe die bal van El Akchaoui over de doellijn hobbelt? Gaaf, man! Moet je ze zien kijken, die boeren van De Graafschap. Hadden ze net gelijk gemaakt, kregen ze deze goal er overheen.
Maar als je club verliest, gaat er verder die dag niets meer goed. En iedereen moet jou hebben. Het eten is niet lekker en bij Studio Sport laten ze alleen maar de mislukte acties en overtredingen van spelers van jouw club zien. De cameraman heeft zeker even niet opgelet bij de aanvallen van jouw club, die door pure pech net geen goal opleverden. De elleboogstoot van die tegenstander is hem natuurlijk ontgaan.
‘Het gaat niet goed met ADO, zeker?’ vraagt je moeder op een verkeerde toon. Wat een stomme vraag! Het gaat hartstikke goed met ADO, maar het gaat fout met de rest van de wereld. Iedereen heeft geluk behalve de spelers van ADO. Ja, het was 4-0 voor Vitesse, maar toch was de nederlaag onverdiend.
Verliezen is niet leuk. Toen ik klein was, verloor ik met mijn pupillenelftal een wedstrijd van De Eland, een club die allang niet meer bestaat. Kapot was ik ervan. Ze hadden het niet verdiend om te winnen, vond ik. En al waren ze beter geweest dan mijn team, dan nog hadden wij gewoon moeten winnen. Want al speelden we misschien niet zo goed, we kónden dat wel. Dat alleen had al genoeg moeten zijn voor de overwinning. Het liefste was ik na de wedstrijd direct weer het veld opgestapt om overnieuw te beginnen. Wat dachten die jongens van De Eland wel om onze winst te pikken?
Huilend van frustratie stond ik in de kleedkamer. Het ergst van alles was dat een paar van mijn medespelers onder de douche alweer stonden te keten. Die hadden geen last van de boosheid die ik voelde. De wedstrijd was afgelopen, vonden ze, dus kon er weinig meer aan de uitslag veranderd worden. Was die uitslag onterecht? Nou, ook daar was dan niets meer aan te doen.
‘Verloren zeker?’ vroeg mijn moeder toen ze me zag binnenkomen. ‘Nou, volgende keer beter, hoor.’ En toen ze merkte dat mijn bui hierdoor niet opklaarde: ‘Jij voelt je nou misschien wel rottig, maar als jij gewonnen zou hebben dan zouden die andere jongens de pest in hebben. Als er een wint, moet er ook een verliezen. Dat hoort erbij. De volgende keer ben jij weer aan de beurt. En als je goed kunt winnen, moet je ook goed kunnen verliezen.’
Het kwam die dag niet meer goed tussen mijn moeder en mij. Vooral omdat ik wist dat ze eigenlijk gelijk had. Maar geef dat maar eens toe.
En verliezen? Het blijft ellendig!
Maar als je club verliest, gaat er verder die dag niets meer goed. En iedereen moet jou hebben. Het eten is niet lekker en bij Studio Sport laten ze alleen maar de mislukte acties en overtredingen van spelers van jouw club zien. De cameraman heeft zeker even niet opgelet bij de aanvallen van jouw club, die door pure pech net geen goal opleverden. De elleboogstoot van die tegenstander is hem natuurlijk ontgaan.
‘Het gaat niet goed met ADO, zeker?’ vraagt je moeder op een verkeerde toon. Wat een stomme vraag! Het gaat hartstikke goed met ADO, maar het gaat fout met de rest van de wereld. Iedereen heeft geluk behalve de spelers van ADO. Ja, het was 4-0 voor Vitesse, maar toch was de nederlaag onverdiend.
Verliezen is niet leuk. Toen ik klein was, verloor ik met mijn pupillenelftal een wedstrijd van De Eland, een club die allang niet meer bestaat. Kapot was ik ervan. Ze hadden het niet verdiend om te winnen, vond ik. En al waren ze beter geweest dan mijn team, dan nog hadden wij gewoon moeten winnen. Want al speelden we misschien niet zo goed, we kónden dat wel. Dat alleen had al genoeg moeten zijn voor de overwinning. Het liefste was ik na de wedstrijd direct weer het veld opgestapt om overnieuw te beginnen. Wat dachten die jongens van De Eland wel om onze winst te pikken?
Huilend van frustratie stond ik in de kleedkamer. Het ergst van alles was dat een paar van mijn medespelers onder de douche alweer stonden te keten. Die hadden geen last van de boosheid die ik voelde. De wedstrijd was afgelopen, vonden ze, dus kon er weinig meer aan de uitslag veranderd worden. Was die uitslag onterecht? Nou, ook daar was dan niets meer aan te doen.
‘Verloren zeker?’ vroeg mijn moeder toen ze me zag binnenkomen. ‘Nou, volgende keer beter, hoor.’ En toen ze merkte dat mijn bui hierdoor niet opklaarde: ‘Jij voelt je nou misschien wel rottig, maar als jij gewonnen zou hebben dan zouden die andere jongens de pest in hebben. Als er een wint, moet er ook een verliezen. Dat hoort erbij. De volgende keer ben jij weer aan de beurt. En als je goed kunt winnen, moet je ook goed kunnen verliezen.’
Het kwam die dag niet meer goed tussen mijn moeder en mij. Vooral omdat ik wist dat ze eigenlijk gelijk had. Maar geef dat maar eens toe.
En verliezen? Het blijft ellendig!