Johan en Danny Cruijff, voorjaar 1978
‘Jo, wat zullen we deze zomer eens doen met de vakantie? Ik dacht zelf in de richting van de Canarische, meteen in juni. Dat is niet zo ver, maar we zijn er toch even lekker uit. En de kinderen vinden het leuk …’
‘Schat, dat kan niet, ik moet dus voetballen.’
‘Nee Jo, dat meen je niet. Dat kun je niet doen. Je voetbalt het hele jaar al. De kinderen zien je amper. Nou zijn wij aan de beurt, hoor.’
‘Maar schat, het is dus echt belangrijk, want het gaat om het wereldkampioenschap.’
‘Wereldkampioenschap? Wereldkampioenschap!? Ik dacht dat we dat hoofdstuk afgesloten hadden, Johan. Daar beginnen we niet meer aan. Je gaat absoluut niet meer naar Duitsland, met die zwembaden en die geile sno…’
‘Rustig nou, Dan. Het is dus helemaal niet in Duitsland. Dat was de vorige keer. Het is nu dus heel ergens anders, waar ze dus helemaal geen zwembaden hebben. En ook geen snobs, want er zijn dus alleen maar Dwaze Moe…’
‘Dáár word ik nou moe van, dat je me voortdurend verbetert en niet zelf meteen zegt waar het op staat. Waar is het dan wel? En waarom is het zo noodzakelijk dat je gaat?’
‘In Argentinië, een land wat dus op zijn nummer gezet moet worden en dat kan dus alleen ik.’
‘Waarom kan alleen jij dat? Die andere spelers kunnen toch zelf ook wel wat?’
‘Hun kunnen wel die Schotten, Duitsers en Italianen uitschakelen, maar dus niet in de finale van Argentinië winnen.’
‘Kun jij dan wel een finale winnen?’
‘Als jij even niet belt dus wel.’
‘Oh! Het draait er op uit dat het allemaal weer mijn schuld is!’
‘Luister nou Danny, hun hebben me dus nodig voor de details. Al is het maar voor tien minuten. Dan kom ik er vlak voor tijd in en scoor ik dus twee goals, net als toen in die finale met Ajax tegen Inter. Nu eerst een met mijn hoofd en dan dus een uit een diepe bal, precies tussen de keeper en de paal door: met buitenkant links met een onmogelijk tegeneffect vlak langs de paal.’
‘En dan een feestje zeker?’
‘Nee Danny, dan kom ik dus direct naar huis. Eigenlijk hoef ik er dus maar tien minuten te zijn. Even heen en weer, meer niet. Heus, alleen voor de detai…’
‘Johan, ik verbied je om te gaan. Ook niet voor tien minuten.’
‘Danny, ik heb al gezegd dat ik het niet doe, maar hun trekken me dus over de streep.’
‘Jo, als je dat laat gebeuren, dan heb je echt bloed aan de paal.’
‘Maar ik kan dus niet zeggen dat ik van jou niet mag. Want dan sta ik dus voor heel Nederland voor gek. Hun zijn ook die vorige finale dus niet vergeten.’
‘Is er dan niks mis met dat land waar je een reden in zou kunnen vinden om niet te gaan? Is het er niet onveilig of zo? Of zijn er niet wat misstanden te bedenken? Verzin maar wat. En als je het echt niet weet, zeg je maar dat je niet zo lang van huis wil zijn vanwege de kinderen.’
‘Dus ook niet tien minuten?’
‘Ook niet tien minuten!’
‘…’
‘…’
‘En wat moet ik dan dus de hele zomer doen, buiten twee weekjes Canarische?’
‘Johan, van mijn part begin je een varkensfokkerij!’
‘Schat, dat kan niet, ik moet dus voetballen.’
‘Nee Jo, dat meen je niet. Dat kun je niet doen. Je voetbalt het hele jaar al. De kinderen zien je amper. Nou zijn wij aan de beurt, hoor.’
‘Maar schat, het is dus echt belangrijk, want het gaat om het wereldkampioenschap.’
‘Wereldkampioenschap? Wereldkampioenschap!? Ik dacht dat we dat hoofdstuk afgesloten hadden, Johan. Daar beginnen we niet meer aan. Je gaat absoluut niet meer naar Duitsland, met die zwembaden en die geile sno…’
‘Rustig nou, Dan. Het is dus helemaal niet in Duitsland. Dat was de vorige keer. Het is nu dus heel ergens anders, waar ze dus helemaal geen zwembaden hebben. En ook geen snobs, want er zijn dus alleen maar Dwaze Moe…’
‘Dáár word ik nou moe van, dat je me voortdurend verbetert en niet zelf meteen zegt waar het op staat. Waar is het dan wel? En waarom is het zo noodzakelijk dat je gaat?’
‘In Argentinië, een land wat dus op zijn nummer gezet moet worden en dat kan dus alleen ik.’
‘Waarom kan alleen jij dat? Die andere spelers kunnen toch zelf ook wel wat?’
‘Hun kunnen wel die Schotten, Duitsers en Italianen uitschakelen, maar dus niet in de finale van Argentinië winnen.’
‘Kun jij dan wel een finale winnen?’
‘Als jij even niet belt dus wel.’
‘Oh! Het draait er op uit dat het allemaal weer mijn schuld is!’
‘Luister nou Danny, hun hebben me dus nodig voor de details. Al is het maar voor tien minuten. Dan kom ik er vlak voor tijd in en scoor ik dus twee goals, net als toen in die finale met Ajax tegen Inter. Nu eerst een met mijn hoofd en dan dus een uit een diepe bal, precies tussen de keeper en de paal door: met buitenkant links met een onmogelijk tegeneffect vlak langs de paal.’
‘En dan een feestje zeker?’
‘Nee Danny, dan kom ik dus direct naar huis. Eigenlijk hoef ik er dus maar tien minuten te zijn. Even heen en weer, meer niet. Heus, alleen voor de detai…’
‘Johan, ik verbied je om te gaan. Ook niet voor tien minuten.’
‘Danny, ik heb al gezegd dat ik het niet doe, maar hun trekken me dus over de streep.’
‘Jo, als je dat laat gebeuren, dan heb je echt bloed aan de paal.’
‘Maar ik kan dus niet zeggen dat ik van jou niet mag. Want dan sta ik dus voor heel Nederland voor gek. Hun zijn ook die vorige finale dus niet vergeten.’
‘Is er dan niks mis met dat land waar je een reden in zou kunnen vinden om niet te gaan? Is het er niet onveilig of zo? Of zijn er niet wat misstanden te bedenken? Verzin maar wat. En als je het echt niet weet, zeg je maar dat je niet zo lang van huis wil zijn vanwege de kinderen.’
‘Dus ook niet tien minuten?’
‘Ook niet tien minuten!’
‘…’
‘…’
‘En wat moet ik dan dus de hele zomer doen, buiten twee weekjes Canarische?’
‘Johan, van mijn part begin je een varkensfokkerij!’