Stoppen (31 mei)
Wat bezielt ons dat we eind mei 2013 willen weten dat Louis van Gaal in 2014 na het WK gaat stoppen als bondscoach? En dat hij daarna alleen nog een jaartje te verleiden is door een club uit de Premier League. Waarom laten we ons niet na het winnen van de finale verrassen door zijn plompverloren mededeling dat hij ermee ophoudt? Hij zou zelf ook verstandiger zijn als hij zich op weg naar zijn ultieme succes volledig op zijn werk zou concentreren. Waarom geeft hij antwoord op vragen over zijn toekomst?
Wat zou er beter bij Van Gaal passen dan dat hij het volk, massaal dronken van geluk, met één korte opmerking tijdens het betreden van de rondvaartboot zou onderdompelen in rouw? Zonde dat hij zichzelf die kans ontnomen heeft. Terwijl dat toch zijn diepste wens moet zijn, want Van Gaal is geen bondscoach om ons land te dienen, maar louter en alleen omdat hij één keer een WK wilde meemaken, maakte hij ons duidelijk. Daarna is het mooi geweest.
Dan is het trouwens níet mooi geweest, want hij heeft vorige week al verklapt dat we helemaal geen wereldkampioen gaan worden. Reden voor ontslag, zou je zeggen, als hij ons zelfs onze traditionele teleurstelling niet gunt.
Maar als we hem dan toch laten zitten, was het pas echt mooi geweest als iedereen na zijn mededeling de schouders opgehaald had en was doorgegaan met zijn bezigheden. Ga je over dertien maanden stoppen? Nou, zeg dat dan tegen die tijd nog maar eens. En nu aan het werk.
Status (30 mei)
Nederlandse clubs scheppen er uit realiteitszin een eer in om spelers op te leiden voor de echte top in het buitenland. Elke speler die voor veel geld verkocht wordt, wordt gezien als bevestiging van de kwaliteit van de club. Bijkomend voordeel is dat met dat geld nieuwe talenten aangetrokken kunnen worden, die na verloop van tijd weer met winst verhandeld kunnen worden. Geld maken, als de Nederlandse vorm van prijzen winnen.
Buitenlandse topclubs maken, in hun strijd om de echte voetbalprijzen, graag gebruik van in Nederland opgeleide spelers. Tot voor kort deden ze wel hun best om de spelers tegen een zo laag mogelijke vergoeding binnen te halen. Er werd stevig onderhandeld voordat de deal werd gesloten.
Die tijden zijn voorbij in de echte top. Barcelona legde zonder morren 54 miljoen euro op tafel voor Neymar. PSG, Monaco, Man United, City en ook Bayern smijten met geld. En nu maakt voorzitter Pérez van Real Madrid het ultieme statement ten aanzien van Cristiano Ronaldo. ‘Ik ben zelfs niet bereid om hem te verkopen voor een miljard euro. Hij is de beste speler van de wereld en wij zijn nu eenmaal geen verkopende club. Real Madrid staat bekend als een club die grote sterren binnenhaalt. Dat is een model dat ik heb ingevoerd en dat zal ook zo blijven.’
Hoe meer geld uitgegeven wordt, hoe hoger de status van de club. Onmiddellijk zei de zaakwaarnemer van Gareth Bale dat Bale ‘een veel betere speler dan bijvoorbeeld Neymar’ is en dan ook ‘veel moet kosten’. De perfecte manier om verzekerd te zijn van de interesse van Pérez.
Stadion (29 mei)
Het heeft er alle schijn van dat de gemeenteraad van Rotterdam binnenkort gaat besluiten dat er een garantstelling komt voor een nieuw stadion voor Feyenoord. Dat betekent dus het einde van De Kuip. Veel mensen hebben daar grote moeite mee en dat kan ik me goed voorstellen, want een wedstrijd van Feyenoord in De Kuip meemaken is een belevenis.
Als het luik naar het veld opengaat, hoor je als speler een orkaan van geluid. Spelers die dat niet gewend zijn, zijn daarvan onder de indruk. Vandaar dat veel tegenstanders van Feyenoord voor hun gevoel al met 1-0 achterstaan voor de wedstrijd begonnen is. Komt bij, er is geen publiek dat zo heerlijk intens kan tieren en schelden als dat van Feyenoord, dus dat gevoel van die tegenstanders wordt er na de aftrap niet beter op.
Wie wil zo’n stadion nou kwijt? Goed, ondanks die voorsprong en steun in de rug heeft Feyenoord de afgelopen veertig jaar op enkele seizoenen na niet zo heel veel potten kunnen breken, maar je kunt als supporter je woede desgewenst ook lekker direct op de eigen spelers afreageren.
Zelfs nu steeds duidelijker wordt dat de stadionconstructie de supportersrazernij ook na een renovatie bijna letterlijk niet meer kan houden, willen de fans het voor geen goud kwijt. Toch is er een troostrijke gedachte: het is niet het stadion dat lawaai maakt, het zijn de supporters. En als die supporters gewoon naar het nieuwe stadion komen, zal dat vast net zo intimiderend zijn als het oude.
Vlinders (28 mei)
Neymar heeft de spanning jarenlang opgevoerd en zelfs recent nog gesuggereerd dat hij pas na de WK naar Europa zou vertrekken, maar nu heeft hij toch gekozen voor een nieuwe club. Voor Barcelona. En dus tegen Real Madrid, PSG, Chelsea en Manchester City, die eveneens nadrukkelijk naar zijn diensten hengelden.
Je zou verwachten dat hem dat op hatelijke opmerkingen uit Madrid, Parijs, Londen en Manchester zou komen te staan, maar verrassend genoeg worden de meeste kanttekeningen geplaatst in het Barcelona-kamp. En dan bedoel ik niet de opmerking van Cruijff dat ‘je geen twee kapiteins op één boot moet zetten’, want Cruijff kapittelt in één moeite door Valdés vanwege diens wens om te vertrekken en steekt de loftrompet over Robben nadat hij hem eerder bekritiseerd heeft. Cruijff hou je toch niet bij.
Maar spelers van de club zelf hebben ook al waarschuwingen afgegeven. ‘Messi is de baas van ons elftal,’ stelt verdediger Martin Montoya bijvoorbeeld. ‘Neymar zal zich moeten aanpassen aan ons team en in het bijzonder aan Messi.’
Neymar geeft zelf het enig juiste antwoord. ‘Ik heb nog steeds vlinders in mijn buik. Spelen met Messi en al die andere grootheden. Ik wil me bewijzen.’
Dat is nog eens wat anders dan al die spelers die zichzelf per definitie de beste vinden en het alleen maar hebben over prijzen winnen. Neymar wil gewoon lekker spelen en zoveel mogelijk van waarde zijn. Je zou er zelf haast vlinders van in je buik krijgen.
Beloften (27 mei)
Het besluit is genomen. Er spelen volgend seizoen twintig clubs in de Jupiler League doordat er twee Topklassers en twee beloftenteams instromen. De gelukkigen zijn officieel nog niet bekend, maar ongetwijfeld zijn het Katwijk, Achilles ’29, Jong-Twente en Jong-Ajax. Heel verstandig, want met de doorstroming van de amateurs is het ineens net een echte competitie en met de tweede elftallen van topclubs is men verzekerd van de deelname van echte talenten. Bovendien is er met twintig clubs altijd een buffertje voor het geval er ineens weer clubs failliet gaan.
Het is iets om naar uit te kijken. Nieuwe, enthousiaste en robuuste spelers en fans in uitpuilende, authentieke dorpsstadionnetjes. Daar tegenover frêle, begenadigde maar ook verwende jongetjes in shirts waarin ze op een ander niveau zouden willen spelen. En daar tussendoor spelers van klassieke clubs als Sparta, Volendam, Excelsior, MVV en De Graafschap in hun roemruchte stadions. Het is haast jammer dat Go Ahead er niet meer bij zit.
Het zullen bijzondere wedstrijden worden met als gemeenschappelijk kenmerk dat niemand zich er comfortabel bij voelt. De drang om het gedoe te ontstijgen zal groot zijn, net als de angst eruit te vallen.
Ik ben vooral benieuwd hoeveel jeugdige spelers de oude eerstedivisieclubs nog durven op te stellen, want om te promoveren heb je eerder kracht, motivatie, hardheid en ervaring nodig dan mooie beloften. Ik geef Achilles en Katwijk een goede kans.
Uithuilen (26 mei)
Ook de laatste beslissingen in Nederland zijn gevallen: FC Utrecht mag Europa in, Go Ahead Eagles gaat naar de Eredivisie en Roda JC mag het kantje boord ook nog een jaar op het hoogste niveau proberen. Met respectievelijk FC Twente, Volendam en Sparta als laatste verliezers, die het hun tegenstanders stuk voor stuk nog knap lastig maakten.
Het is leuk voor de winnaars, maar zuur voor de verliezers. Bij Twente vonden ze zichzelf eigenlijk twee wedstrijden lang beter dan Utrecht. Volendam had met zijn tweede plaats in de competitie misschien wel meer recht op promotie dan nummer zes Go Ahead. En Sparta zag Roda in de laatste minuut de niet meer verwachte beslissende goal maken, waarna in de blessuretijd nog een Sparta-goal werd afgekeurd. Eigenlijk sprak Sparta-coach Henk ten Cate namens alle verliezers toen hij zei: ‘De ploeg zit stuk en ik ben ook kapot. We waren er zo dichtbij. En dan gaan we net voor het sluiten van de markt nog naar de kloten.’
Laat het een troost zijn dat het altijd erger kan. Zo verloor Benfica ook zijn derde finale door een doelpunt in blessuretijd en greep het dus naast alle prijzen die eerst allemaal voor het grijpen lagen. Voor iedereen geldt: uithuilen en volgend seizoen opnieuw beginnen. Zoals ook Arjen Robben gewoon weer een finale ging spelen.
Met Henk ten Cate komt het trouwens wel goed. Die heeft zijn ploeg ‘bedankt voor twee mooie maanden’ en keert voor het uithuilen terug naar Ibiza. Jij ook bedankt, Henk.
Opluchting (25 mei)
Hij leek aardig op weg om zijn reputatie in finales gestand te doen. Drie kansen in de eerste helft, drie keer zijn inzet geblokt, de derde keer zelfs door het hoofd van de keeper zonder dat die daar zelf erg in had; gewoon, rechtdoor er tegenaan geschoten terwijl de bal er over de grond makkelijk langs had gekund. En in de tweede helft liet hij een sliding van een verdediger toe op twintig centimeter voor de doellijn, een halve seconde voor hij de bal het laatste zetje zou geven. Hij hield in, leek het.
We hadden ons oordeel alweer klaar: Robben en finales, dat was tot mislukken gedoemd. En zelf ging hij als vanouds verongelijkt kijken. In de rust liep hij balend van het veld, en dat werd er daarna niet beter op.
Tot hij twee minuten voor tijd haast per ongeluk de bal door het midden twee meter voor de keeper voor de voeten geschoven kreeg. Ineens deed hij alles goed: tikje naar links meenemen, nog een pasje en dan binnenkant voet tegendraads scoren. Hij raakte de bal niet eens goed. Gelukkig maar misschien. En des te mooier. Een bal die tergend langzaam over de doellijn sukkelt, is soms het fijnst.
Daarna was er natuurlijk de vreugde-uitbarsting, vergezeld van tranen. Het juk van de verliezer was afgeworpen. Reden voor intens genot. En voor opluchting bij zijn ploeggenoten dat hij bij het diner na terugkeer in München een keer niet met zo’n chagrijnig hoofd aan tafel zit.
Zomaar (24 mei)
Pikant is dat de schoonvader en schoonzoon die samen de Champions Leaguefinale voor de NOS zullen analyseren, respectievelijk trainer van Borussia Dortmund en speler van Bayern München zijn geweest. Tijdens een voorschotje op die analyse was hun voorspelling eensluidend, maar het gevoel daarbij verschillend.
‘Het is jammer dat Dortmund op dit moment niet de topvorm heeft, daarom denk ik dat Bayern gewoon wint,’ zei Van Marwijk.
Het enige wat Van Bommel jammer vond, was dat hij niet mee mocht doen, want finales zijn speciaal en ‘als Bayern het op zijn heupen heeft, kan het zomaar 3-0 of 4-0 worden.’
Woorden van gelijke strekking sprak ook Arjen Robben. Die heeft na twee verloren finales het idee dat de hoofdprijs binnen bereik ligt. ‘Iedereen is gefocust, we werken er allemaal hard voor. Niets kan ons stoppen.’
Normaal gesproken denk ik bij zoveel stelligheid stiekem dat het ook zomaar anders kan lopen, zeker als ook Makaay vanuit Rotterdam nog hoog begint op te geven over de unieke kwaliteiten van Bayern door de jaren heen.
Toen las ik hoe Jürgen Klopp zijn Dortmund-spelers op de finale voorbereidt: hij laat ze zien dat de spelers van Barcelona na ieder doelpunt nog altijd juichen alsof het hun eerste is. En ineens ben ik zomaar bang dat ze dat de Bayern-spelers ook vaak zullen zien doen.
Finale (22 mei)
Het is een zegen voor Borussia Dortmund dat Mario Götze niet kan meespelen in de Champions Leaguefinale. En voor Bayern München trouwens ook. Al toont iedereen zich nu teleurgesteld, Götze zelf voorop. ‘De finale was mijn doel en ik heb daar hard voor gewerkt. Het spijt me dat ik het team in deze belangrijke wedstrijd niet kan helpen.’
Tja. Zou een speler die zijn club inruilt voor de grootste concurrent in de wedstrijd om de allerhoogste prijs, uitgerekend tegen die grootste concurrent, zijn nieuwe ploeg de das om doen? Hij schijnt dat zelf wel voor mogelijk te houden. Ik niet. Je gaat je nieuwe collega’s niet tot het uiterste zieken, sarren, vernederen en de noppen over de enkels halen, en zonder die intentie red je het niet.
Maar aan de andere kant wil je toch bewijzen dat je geen onbetrouwbare overloper bent. Je voelt je aan je stand verplicht je oude ploeg ten afscheid de titel te schenken. Dus ga je overdreven zwoegen, je longen uit je lijf rennen en loop je met een beetje pech vooral iedereen in de weg, met het risico bovendien dat je in je ijver iedereen beschadigt, zowel oude als nieuwe ploeggenoten.
Mario Götze, het kan nog zo’n goeie voetballer zijn, maar ze kunnen hem missen als kiespijn zaterdag. Het moet wel een wedstrijd tussen Borussia Dortmund en Bayern München blijven.
Doping (21 mei)
Allemaal leuk en aardig dat Andere Tijden Sport gaat berichten dat de spelers van Juventus in 1996 gedrogeerd de Champions Leaguefinale tegen Ajax afwerkten en dat boegbeeld Tom Egbers dat dus vast op televisie mocht aankondigen, maar wat heb je eraan? Na eerder onderzoek is het vergrijp tien jaar geleden al min of meer vastgesteld en inmiddels is het verjaard. Het enige dat ik kan bedenken is dat Egbers wil voorkomen dat hij de Mart Smeets van het voetbal wordt, die vlak voor zijn pensioen tegenover het volk moet erkennen er niet alles aan te hebben gedaan om de onderste steen boven te krijgen. Nou Tom, het is gezien.
Goed, Torricelli ging tekeer als een bezetene, Ravanelli had voor een routinier wel een heel opzienbarende conditie, Deschamps zag er allesbehalve onschuldig uit en Vialli was sowieso niet te vertrouwen. En wat dan nog?
Als ik het me goed herinner kon Ajax het met de tong op de schoenen tot en met de verlenging op 1-1 houden, en verloor het daarna op penalty’s. Nou kun je me veel vertellen, maar niet dat je van doping beter penalty’s gaat nemen. Draven oké, maar daarmee kreeg Juventus Ajax er dus niet onder. En uitgerekend het enige onderdeel waarbij doping averechts zou moeten werken, bracht Juventus de overwinning.
Kijk, dát zou mij nou een onderzoekje waard zijn, hoe Juventus dat voor elkaar gekregen heeft. Precisiedoping. Dat zou meteen ook eens een nieuwe dimensie bieden aan het dopingonderzoek. Kunnen die voetballers er ook hun voordeel mee doen.
Speciaal (20 mei)
José Mourinho zei het zelf al, na het verlies van de bekerfinale tegen Atletico Madrid: ‘Dit is het slechtste seizoen van mijn leven.’ Om er meteen aan toe te voegen: ‘Voor veel coaches zou het misschien een goed jaar zijn geweest, maar ik vind het verschrikkelijk. Ik heb een seizoen nog nooit afgesloten zonder een van de belangrijke prijzen. Over alleen een Supercup kan ik niet tevreden zijn.’
Oftewel: kijk mij eens kritisch op mezelf zijn, want hoewel ik aan het begin van het seizoen heus nog een prijs heb gewonnen en aan het eind van het seizoen best dichtbij alle nationale en internationale prijzen ben gekomen, wat voor andere coaches geweldig zou zijn, is het beneden mijn stand dat ik er niet minstens eentje heb binnengesleept. Waarbij hij overigens buiten beschouwing liet of dat nou hem zelf aan te rekenen was, of die verwende spelers met wie hij allemaal ruzie begon te maken: Casillas, Pepe, Ramos en in een eerder stadium zelfs Ronaldo.
Mourinho zag de bui hangen, zoveel is duidelijk. Alle stampij, inclusief de rode kaart die hij zichzelf bezorgde aan het eind van de bekerfinale, was een goed voorbereide vlucht naar voren, met als motto: Mourinho wordt niet ontslagen, die gaat zelf weg.
De persconferentie waarop voorzitter Florentino Perez Mourinho’s vertrek aankondigde, was slechts de bevestiging van wat al lang duidelijk was. Perez kan mooi praten, maar Mourinho heeft Real Madrid de rug toegekeerd.
Vogeltje (18 mei)
Ik vind het een sterke zet: Fred Rutten heeft besloten zijn verbintenis bij Vitesse niet te verlengen. Hij had wel een aanbieding van Merab Jordania op zak, maar gaat daar niet op in. Hij zal hem wel niet vol dramatiek voor de ogen van die stinkrijke Georgiër verscheurd hebben, maar de afwijzing op zich getuigt al van lef. Een hele grote zak vol roebels laat je nou eenmaal niet makkelijk links liggen.
Dat wordt ook duidelijk uit zijn tekst. ‘Er is geen enkel conflict tussen mij en de clubeigenaar. We hebben fundamentele gesprekken gevoerd, maar het blijkt dat onze visies te ver uiteen lopen.’
Nou, dan weet je het wel. Jordania had bedacht dat Fred nog één jaar zou blijven en in dat jaar precies ging doen wat hij verordonneerde. Dus geen gemauw meer over het vertrek van Bony of de noodzaak van versterkingen in de winterstop, niet meer zomaar ziek worden na een nederlaag en voortaan gewoon opstellen wie er als opstapje naar Chelsea speeltijd nodig zou hebben. O ja, en de beker winnen en kampioen worden.
Had Merab aan Rutten toch ineens een kwaaie. Mooi dat Fred geen marionet wilde zijn. En er zou toch echt een kwaliteitsinjectie nodig zijn om de stap naar het kampioenschap te zetten. Duidelijk.
Als het vogeltje morgen tenminste niet heel anders zingt. Voor hetzelfde geld maakt hij dan doodleuk bekend dat hij toch bij Vitesse blijft. Laten we het maar eens rustig afwachten.
Gemakzucht (17 mei)
Interessant is hoe Dick Advocaat achteraf over de voetballers van PSV praat. Hij heeft het niet over voetbalkwaliteiten, maar vindt ze vooral mentaal tekortschieten. ‘Niet iedereen heeft dezelfde mentaliteit,’ stelt hij. ‘We hebben geprobeerd het te verbeteren, ik heb met die spelers gepraat, maar de mentaliteit veranderde niet.’
Als voorbeeld noemt hij Jetro Willems. ‘Hij is te gemakzuchtig. Daarom is het goed dat Erik Pieters weer terugkomt als linksback. Want Willems is typisch zo’n speler die concurrentie nodig heeft.’
Ongetwijfeld heeft Advocaat gelijk. Op de mentaliteit van vooral jonge spelers is van alles aan te merken, misschien wel omdat ze onverantwoord veel geld verdienen en altijd opgehemeld zijn. Maar was het niet zijn taak om juist die spelers letterlijk en figuurlijk op hun plaats te zetten? En kom je dan ver als je met een niet al te slim, over het paard getild jongetje van amper 19 jaar gaat praten?
Onbedoeld geeft Advocaat met zijn commentaar meer inzicht in zijn eigen onmacht dan in de beperkingen van de PSV-spelers. Praten. Met Jetro Willems. Of Ola Toivonen. Als dat zin zou hebben, zou Mark van Bommel een geweldige aanvoerder zijn. Als iets getuigt van gemakzucht, is het wel de handelswijze van Advocaat.
Ik weet trouwens niet of concurrentie van Erik Pieters wel zo geslaagd is. Die is misschien niet gemakzuchtig, maar je moet er toch niet aan denken dat zijn zelfdestructie de norm wordt.
Dromen (16 mei)
‘Als je me als kleine jongen had verteld dat ik zou spelen voor en bekers zou winnen met mijn droomclub Manchester United, meer dan 100 wedstrijden in actie zou komen voor het nationale elftal en daar ook nog eens aanvoerder van zou worden, en daarnaast nog eens voor enkele van de grootste clubs ter wereld zou spelen, had ik gezegd dat het een fantasie was. Ik ben gelukkig dat ik deze dromen heb kunnen verwezenlijken.’
Op de één of andere manier klinkt dat ontzettend sympathiek. Geen gepoch over alle gewonnen prijzen om zijn grootheid te onderstrepen, maar een eerbetoon aan de club die hem groot maakte, de landenploeg die hem een vooraanstaande rol gunde en de buitenlandse clubs die met hem pronkten. Vanuit het perspectief van het kleine jongetje dat daar eigenlijk niet eens van durfde te dromen.
Het past hem ook wel, want in feite was hij natuurlijk een dienende speler. Niet iemand die lekker zijn tegenstander dolde en in zijn eentje een verdediging aan flarden speelde. Meer iemand van de combinatie en natuurlijk van de perfecte voorzet, om zijn tegenstander heen, waarmee hij de spits in de schijnwerpers zette. Goed, af en toe een superieure vrije trap, maar verder vooral teamspeler. Dat hij door de imagebuilding van zijn vrouw en zijn steeds veranderende kapsels een stijlicoon werd, deed daar niets aan af.
Ook de aankondiging van zijn afscheid was sober, zonder geheimzinnig gedoe vooraf. Zelfs daar kunnen anderen alleen maar van dromen.
Vloek (15 mei)
Je kunt wraakzucht ook overdrijven. Nadat de Hongaarse coach Bela Guttmann het Portugese Benfica met sterspeler Eusébio in 1962, via de legendarische finale in Amsterdam tegen Real Madrid, naar de tweede achtereenvolgende Europacup had geloodst, werd hij ontslagen omdat hij het waagde om opslag te vragen. Hij sprak daarop een vloek over de club uit: ‘In geen honderd jaar zal Benfica nog een Europacup winnen.’
Exact 51 jaar later speelde Benfica, opnieuw in Amsterdam, zijn zevende Europese finale sindsdien. De vorige zes waren verloren, dus je zou zeggen dat Guttmann inmiddels redelijk tevreden in zijn graf mocht liggen, waar Eusébio in 1990, voor die zesde finale, al vergeefs had gebeden om de vloek te verbreken.
En recent was er meer: Benfica zit opgezadeld met een draak van een trainer, die de hele wedstrijd misbaar maakt over alles wat er gebeurt, en heeft in het 51ste jaar na Guttmann het landskampioenschap op dramatische wijze verspeeld aan aartsvijand FC Porto, in de blessuretijd van het onderlinge duel.
Alle reden om te veronderstellen dat de terugkeer naar Amsterdam, met een stokoude Eusébio als mascotte op de tribune, de cirkel rond zou maken en verlossing zou mogen brengen. Niet dus. Totaal onverdiend ging tegenstander Chelsea er, in de 93ste minuut, met de Europa League-beker vandoor.
Dood of niet, Bela Guttmann is nog altijd niet te vermurwen. Een man van zijn woord. Als ik Filip Djuricic was zou ik voor volgend seizoen maar een andere club uitzoeken.
Bierdouche (14 mei)
Dat is het nadeel als je kampioen wordt met Bayern München: de bierdouche. Niet dat lullige geschud en gespuit met babyflesjes zoals in Nederland, maar een volwassen vaas vol Beiers bier, die boven iemands hoofd wordt leeggegooid. Bij voorkeur dat van iemand die daar niet op zit te wachten maar wel een wezenlijk aandeel in het kampioenschap heeft gehad, in de meeste gevallen de trainer. Zo moest in 2010 uiteraard Louis van Gaal het ontgelden, die het spel overigens meespeelde als een Jan Joost van Gangelen die bij Ajax in het bad wordt gegooid.
Afgelopen zaterdag was het slachtoffer slechter gekozen. Franck Ribéry heeft zich sinds zijn huwelijk bekeerd tot de islam en wijst het gebruik van alcohol stellig af. Hij had zijn collega’s bezworen hem met rust te laten, maar dat is het stomste wat je kunt doen. Hij kreeg de volle lading. En nu is hij boos. Hij vindt het gedrag van zijn medespelers respectloos.
Ik zou niet graag ruzie met Ribéry hebben. Die ziet er als vriend al gevaarlijk genoeg uit. En met het oog op de Champions Leaguefinale denk ik ook niet dat het verstandig is geweest hem tegen de haren in te strijken. Als het erop aankomt zou hij nog wel eens een rekeningetje kunnen willen vereffenen.
Maar mocht hij met zijn hand over zijn hart strijken en Bayern de beker bezorgen, is de boodschap voor zijn teamgenoten glashelder: geen spatje in zijn richting, omwille van je eigen veiligheid.
Imago (13 mei)
Goed, PSV heeft Phillip Cocu voor vier jaar als trainer aangesteld, zijn assistenten vastgelegd, een aantal oud-spelers verbonden aan de jeugdopleiding, een jeugdtrainer van Ajax benaderd en in één moeite door een vijfjarenplan gepresenteerd. Kern daarvan: extra investeren in de jeugd door te besparen op de salarissen van de eerste elftalspelers, doorvoeren van een herkenbare speelstijl in alle jeugdelftallen, verbeteren van de communicatie binnen de club en herstellen van de familiesfeer op De Herdgang.
Als dat geen keuze is voor de lange termijn, dan weet ik het niet meer. Daar zouden ze dan ook de tijd voor moeten krijgen zonder voortdurend lastig te worden gevallen, ware het niet dat ze er bij voorbaat al weer in geslaagd zijn om zichzelf belachelijk te maken door de instelling van een imago-forum. Onder leiding van ‘goed zo Pietertje’ van den Hoogenband laat men teammanager Mart van den Heuvel, oud-voorzitter Jacques Ruts en, echt waar, Mark van Bommel onderzoek doen naar het imago van de club, ‘om incidenten in de toekomst te voorkomen’.
Mark van Bommel! Onder leiding van aanvoerder Van Bommel is het imago van de club dit seizoen juist te grabbel gegooid. Nou ja, misschien maakt een gedegen zelfreflectie wel deel uit van het onderzoek. Iemand is nooit te oud om te leren.
Op het veld gaat het overigens op de lange termijn vanzelf goed komen: scout Jack Reubsaet, ooit de ontdekker van Mark van Bommel, heeft nu ook het ‘exceptionele talent’ van diens zoontje Ruben vastgesteld. ‘Let op, er komt weer een nieuwe Van Bommel aan.’
Ik kan niet wachten.
Slotsom (12 mei)
Dat Mark van Bommel zelf het moment van stoppen wilde bepalen, nam hij wel heel letterlijk. Maar zoals zoveel dit seizoen, mislukte ook dit in eerste instantie. In de 56e minuut ging hij op de enkel van Luc Castaignos staan, vlak nadat FC Twente op een 3-1 voorsprong was gekomen, maar daarvoor incasseerde hij slechts geel. En dus moest hij in de 70e minuut ook nog de enkel van Dusan Tadic met zijn noppen bewerken om afscheid te mogen nemen, toch nog veertien minuten later dan hij van plan was geweest dus.
‘Ik wil de regie over mijn carrière in eigen hand houden,’ sprak hij na afloop. Zelfs niet wachten op een publiekswissel dus. Blijkbaar vond hij zichzelf onvervangbaar. En belangrijker dan zijn tegenstanders, want hij nam het risico om ook de regie over twee andere carrières over te nemen. Zeker Tadic had zomaar ernstig geblesseerd kunnen raken.
Zou die begrip getoond hebben als Mark hem in het ziekenhuis met een bloemetje was komen opzoeken? Ik denk niet dat Tadic ooit zou pronken met zijn rol bij het afscheid van Van Bommel, zoals dat het geval is bij Fabio Canavaro die de ultieme kopstoot van Zinedine Zidane mocht ontvangen in de WK-finale tussen Frankrijk en Italië.
Die actie van Zidane zat vol frustratie en het besef dat niemand hem meer echt kon straffen. En vervangen evenmin. De actie van Mark getuigde slechts van berekening en respectloosheid. Terecht gooide hij zijn aanvoerdersband op de grond.
Shirt (11 mei)
In Amsterdam wordt ingewikkeld gedaan over de roze afwerking van het nieuwe, donkere uit-tenue. Dat zou te nichterig zijn en dus voer zijn voor pesterijen van andere supportersgroepen. En dat willen ze niet. Stel je voor. Je zou ook blij kunnen zijn met het krachtige signaal dat Ajax afgeeft: wij zorgen dat onze shirts ook passen bij ons vrouwenteam en steken in één moeite door de homoseksuele medemens een hart onder de riem. Maar nee, durven ze niet, die macho-fans.
Logischer is de commotie in Arnhem over het beoogde nieuwe thuisshirt van Vitesse, met nog maar één zwarte baan en een rouwband. Die heeft er inmiddels toe geleid dat de plannen zijn ingetrokken en het shirt met de traditionele geel-zwarte strepen voor volgend seizoen behouden blijft.
Gelukkig maar. Als ook thuisshirts zomaar kunnen veranderen, met als enig doel nog meer geld te verdienen aan de verkoop aan fans, worden alle clubwaarden ondergeschikt gemaakt aan de commercie. Dan is het elk jaar opnieuw een verrassing in welke uitdossing je op de tribune wordt verwacht. En elk jaar gekker natuurlijk.
Toch had het protest in Arnhem sterker gekund. Ze hadden gewoon die nieuwe shirts moeten laten maken. En ze dan niet moeten kopen, maar lekker met z’n allen in de echte clubshirts op de tribune moeten gaan staan. Dat er dus nul van die nieuwe shirts verkocht zouden worden. Had je eens moeten zien hoe snel die Oost-Europese zakenmannen waren teruggekeerd naar het traditionele shirt.
Jaartje (10 mei)
Dat 36 jaar helemaal geen leeftijd hoeft te zijn om te stoppen, zien we aan Anthony Lurling. Zoals die tekeergaat zie je niet bij die jongetjes van 20. Hij speelt alsof hij absoluut geen spatje energie meer over wil hebben als hij over een jaar of wat niet meer mee kan komen. Stoppen? Ze zullen hem dood van het veld af moeten dragen. Als ze hem ooit te pakken kunnen krijgen.
Maar ook Theo Janssen, met zijn breed uitgemeten buikje, heeft aangekondigd er nog een jaartje aan vast te knopen. ‘Ik ga volgend jaar nog gewoon voetballen. Ik heb nooit gezegd dat ik niet verder ging. Er zijn dingen de wereld ingebracht; dat ik zou stoppen als de trainer blijft. Ik kan je vertellen dat het niet uitmaakt of de trainer blijft of niet.’
Waarmee Theo overigens niets positiefs zegt over de trainer. Hij zegt dat het hem een zorg zal zijn wie er trainer is. Hij gaat nog een jaartje tegen een bal aan trappen bij Vitesse, dat zal geen trainer hem beletten.
Kan Mark van Bommel dan met goed fatsoen stoppen? Natuurlijk niet. Als zijn jaargenoten hem daarvan nog niet weerhouden, dan Kevin Strootman wel. ‘Als ik kampioen was geworden en de beker had gewonnen, was het makkelijker geweest om weg te gaan bij PSV. Dan had ik het gevoel gehad geslaagd te zijn in Nederland. Nu is dat niet zo. Dat leeft bij meer spelers.’
Ze zullen Mark smekend aankijken. ‘Aanvoerder, alsjeblieft, nog één jaartje.’
Podium (9 mei)
Beetje sneu, dat podium dat al klaar stond met de tekst ‘Eindhoven feliciteert KNVB bekerwinnaar PSV’. Gelukkig wel goed gespeld, in tegenstelling tot wat Ajax overkwam op het reclamebord van kledingsponsor Oger, maar pijnlijk voorbarig. Als het niet gesloopt wordt door gefrustreerde supporters of gewisselde spelers, zal het in ieder geval leeg blijven, tot genoegen overigens van Kevin Strootman. Die had toch al geen zin.
Beetje sneu ook dat de PSV-spelers, Mark van Bommel voorop, weigerden de witte badjassen aan te trekken die ze uitgereikt kregen als verliezend bekerfinalist. Natuurlijk, het slaat nergens op, die jassen. Veel te warm en je ziet er niet uit als volwassen kerel op een veld in zo’n ding. Maar het is nou eenmaal traditie, en daar hecht Mark normaal gesproken toch zo aan als speler van de oude stempel? Met de jas opgevouwen onder de arm geklemd stond hij zuur naar het podium te kijken waar de AZ-spelers in hun rode badjassen de beker omhoog hielden.
Beetje pech voor hem, stond hij vast te overpeinzen, dat Adam Maher het podium van de bekerfinale had aangegrepen om te ‘laten zien dat ik één van de bepalende spelers ben’. En dat ik Mark dus niet nodig heb als ik naar PSV zou komen, had hij eraan toe kunnen voegen.
Maar dat deed Adam niet. Dat vond hij misschien nog voorbarig. Of sneu.
Stoppen (8 mei)
Hij had er lang over nagedacht en de beslissing was hem niet licht gevallen, meldde sir Alex Ferguson. Maar als je de cijfers ziet, weet je dat het besluit onvermijdelijk was: net zijn 13e kampioenschap behaald in 26 jaar en de laatste wedstrijd van het seizoen zijn 1500ste als manager van Manchester United. Wie dat nog niet herkent als de dag die je wist dat zou komen, is stekeblind. Komt bij, hij is 71 en wordt brozer, dus hij zal zich vast gerealiseerd hebben dat hij niet moest wachten op de dag waarop hij zijn kiezen niet meer door de kauwgum heen gemaald zou krijgen.
En dan toch iedereen verrassen met het besluit, dat is ijzersterk. Zelfs zijn directe medewerkers waren niet vooraf ingelicht. Dat is nog eens wat anders dan een speler van 36 die al wekenlang in elke microfoon roept te twijfelen of hij nog een jaar door zal gaan of niet. Dat krijg je als je zo nadrukkelijk terugkomt om je club nog één keer kampioen te maken maar daar niet in slaagt. Dan resteert alleen de beker nog voor een vertrek met enigszins opgeheven hoofd.
Dat geldt ook voor Dick Advocaat, die er het volgende op heeft gevonden: wel weg bij PSV, maar nog niet stoppen als coach. Hopen op een beter eindstation. ‘Met topspelers werken is makkelijker dan werken met voetballers die denken dat ze topspelers zijn,’ zei hij terecht.
Ook dat had Ferguson 26 jaar geleden goed in de gaten.
Doodgewoon (7 mei)
Als we de afgelopen dagen één ding geleerd hebben, dan is het dat Frank de Boer gewoon is gebleven. Heel gewoon. Je kan geen krant open slaan of het staat er. Je kan geen interview met een speler, directielid, bekende Nederlander of simpele Grootebroeker horen of hij zegt het. Frank is gewoon. Doodgewoon. Brengt elke avond hoogstpersoonlijk alle bestellingen uit de winkel van zijn vrouw naar de klanten, brengt elke vrije dag door in de caravan op de camping in Garderen en staat de rest van de tijd op het trainingsveld van Ajax heel gewoon te doen tegen al die jonge voetballertjes die van de weeromstuit ook ineens allemaal heel gewoon gaan doen en drie keer achter elkaar kampioen worden.
Dat is trouwens ook al twee jaar ook de kracht van Feyenoord. Ronald Koeman is ook best gewoon. Niet zo gewoon als De Boer natuurlijk, anders was hij ook wel kampioen geworden. Maar hij zet toch maar mooi gewoon de halve jeugdopleiding in het eerste en zegt spelers onomwonden waar het op staat. Tegen Martins Indi bijvoorbeeld dat hij eerst maar eens een tijdje gewoon linksback moet spelen.
Gelukkig heeft PSV het ook eindelijk door: even de gekkigheid van de revolutie doorstaan en dan Phillip Cocu aanstellen als hoofdtrainer. Als íemand met Frank de Boer kan wedijveren in gewoon zijn, is het Cocu. Nou nog een stelletje gewone spelers en de competitie wordt volgend jaar weer heel spannend.
Tenminste, als ze in Amsterdam niet zo gek gaan doen als die supporter die bij de huldiging riep dat Frank de Boer zich gewoon eens moest laten gaan.
Huldiging (6 mei)
Nou is huldigen weer een ding. Je zou het een mooi gebaar kunnen vinden dat de gemeente Eindhoven zelfs een troostprijs wil aangrijpen om de PSV-spelers, die zich dit seizoen toch niet bepaald ambassadeurs van hun stad hebben betoond, te eren. Misschien zou je het zelfs een daad van vergevingsgezindheid mogen noemen dat de stad de trainer en spelers die stoppen of vertrekken een publiekelijk afscheid wil bieden.
Goed, je hoeft er niet van te houden, van huldigen. Er zijn maar weinig sporters die zich oprecht kunnen overgeven aan de massale blijken van genegenheid van het publiek. Maar het volk wil het nou eenmaal en heeft recht op het eerbetoon aan zijn sporthelden, al betreft het niet de hoofdprijs die behaald is. Over je heen laten komen dus, is het parool, en doen alsof je het waardeert.
Maar dan kennen we Kevin Strootman nog niet. Geheel in de stijl van het afgelopen seizoen heeft hij bij voorbaat laten weten absoluut geen behoefte te hebben aan de waardering van het publiek voor zijn prestaties. Omdat die prestaties het niet waard zijn, zegt hij. Omdat de supporters het niet waard zijn om dat kleine beetje succes wat nog wel behaald kan worden mee te delen, klinkt daar in door.
Dat Strootman zich schaamt voor de daden van zijn team is terecht. Maar dat hij daarom het contact met zijn supporters afwijst niet. De consequentie moet juist zijn dat hij de gifbeker helemaal leegdrinkt, inclusief de huldiging. Overwerken, Strootman, tot de laatste supporter naar huis is!
Aanbod (5 mei)
Je vraagt je zo langzamerhand af of het nog anders kan gaan met Frank de Boer als coach. Voor het derde achtereenvolgende jaar een geslaagde inhaalrace, voor de derde keer een team dat vooral uitblinkt door collectieve kracht en ook nu weer een titel die behaald is op uiterst beschaafde wijze. Het meest spraakmakend is nog dat er elk jaar wel een speler is die de kampioensschaal laat stuiteren, alsof dat het moment is dat ondeugendheid door de vingers gezien wordt. O ja, en dat Jan Joost van Gangelen in het bad gegooid wordt.
Waarmee nu wel bewezen is dat Frank de Boer een saaie man is, die zweert bij degelijkheid. Maar ook dat die degelijkheid de weg is naar langdurig succes en inmiddels bij Ajax gekoesterd wordt. Want niemand wil hem kwijt: publiek niet, spelers niet, bestuur niet en Cruijff niet. Zelfs de burgemeester van Amsterdam kan zich, met een shirt uit de achterzak van Frank ter compensatie van het gefluit bij de huldiging, geen fijnere coach wensen.
Gelukkig voor Ajax is Frank zo saai dat hij zonder veel omhaal gaat bijtekenen. Hoe lang? ‘Dat hangt van het aanbod af.’
Frank wacht af hoe lang ze hem nog willen hebben. Tot het jaarlijkse kampioenschap ze de keel uit gaat hangen waarschijnlijk.
Mazzelpikkers (4 mei)
‘Ik feliciteer SC Cambuur van harte,’ sprak Volendam-trainer Hans de Koning toen de Friese club onverwacht het kampioenschap had behaald dankzij de nederlaag van Volendam bij Go Ahead Eagles. ‘Maar ze hebben absoluut geluk gehad met het wegvallen van AGOVV en SC Veendam.’
Daar had De Koning zeker een punt. Als de al gespeelde wedstrijden tegen die clubs hadden meegeteld, had Volendam weer drie punten meer gehad dan Cambuur, en dus met ieder nog één wedstrijd tegen AGOVV voor de boeg alsnog een riant uitzicht op de titel. Cambuur had dit seizoen zelfs nog niet één dag bovenaan gestaan. Niemand kan De Koning dus kwalijk nemen dat hij de kampioenen uit Leeuwarden wat zurig ‘mazzelpikkers’ noemde en stelde dat ‘dit seizoen maar één ploeg kampioen (had) moeten worden, en dat waren wij’.
‘Lijkenpikkers’, had De Koning ook kunnen zeggen, maar daar was hij te netjes voor. Terecht richtte hij zich vervolgens maar op het vervolg voor Volendam in de play-offs, te beginnen tegen MVV. ‘We zullen de komende dagen wel even wat reparatiewerkzaamheden moeten uitvoeren in mentaal opzicht.’
Dat denk ik ook, maar er is één troost: MVV raakte door het faillissement van AGOVV en Veendam nog een punt meer kwijt dan Volendam, dus in Maastricht zijn het zeker geen mazzelpikkers.
Kyle (2 mei)
Kyle Ebecilio, 19 jaar, zat tot drie jaar geleden in de jeugdopleiding van Feyenoord. Zoals zoveel jeugdtoppers van toen werd hij met zijn familie naar het buitenland gelokt. Arsenal. Papa een baan, Kyle een Engels salaris en eeuwige roem in het vooruitzicht. Dat kwam er niet van. Concurrentie, blessures, redenen te over.
Maar Kyle is terug. Voor de komende vier jaar heeft hij een contract getekend bij FC Twente. Hartstikke goed, iedereen blij. ‘Mijn gevoel was bij FC Twente meteen goed en ik voelde me op mijn gemak.’
Van zijn periode in Engeland zegt hij geen spijt te hebben. ‘Ik heb veel geleerd in de drie jaar die ik nu bij Arsenal speel. Ik ben professioneler en volwassen geworden. Ook ben ik fysiek nu sterker.’
Ongetwijfeld allemaal waar. Maar Kyle houdt zichzelf ook een beetje voor de gek. Sterker, professioneler en volwassen was hij bij Feyenoord ook wel geworden. Bovendien had hij zich daar niet zo makkelijk laten inhalen door zijn leeftijdgenoten die daar nu in het eerste spelen en zelfs bij het Nederlands elftal zitten. Sterker nog, als hij bij Feyenoord was gebleven, had hij nu naar het buitenland gelonkt en naar boven gekeken in plaats van naar beneden.
FC Twente. Leuke club. Maar als je in de jeugd van Feyenoord zit, droom je daar niet van. Ebecilio is nog jong genoeg om zich te herstellen, maar het eerste deel van zijn carrière is mislukt.
Hoop (1 mei)
Tachtigste minuut, stand inmiddels 7-0. Barcelona probeert vanaf links weer eens te traag uit te verdedigen, maar Robben, Ribéry en Müller stormen met z’n drieën op de verdediger af, die de bal met geen mogelijkheid meer tussen ze door kan spelen. Het is in een notendop wat Bayern München tot de onsympathiekste club ter wereld maakt: het is nooit genoeg.
Honderdzeventig minuten hebben de spelers van Bayern al laten zien fitter, feller en sneller te zijn. De strijd is al hoog en breed beslist. Dat weet iedereen op het veld, dat weet iedereen op de tribune en dat weet iedereen voor de televisie. Geen enkele reden om als dolle honden door te blijven draven. Geen enkele reden om de tegenstander tot op het bot te vernederen. Natuurlijk, je hoeft geen bal expres naast te schieten. Je hoeft een opgelegde kans niet te missen. En als je wat moois kan laten zien, moet je dat vooral doen. Maar blijven jagen, jagen, jagen alsof je leven ervan afhangt, dat slaat helemaal nergens op.
Bayern mag heel erg blij zijn dat de tegenstander Barcelona was. De spelers van elk ander elftal zouden een waas voor de ogen hebben gekregen en op z’n minst stervende zwaan Müller met pijnlijke ledematen van het veld hebben laten afvoeren.
Bayern staat volkomen terecht in de finale. Gelukkig treft het een Duitse tegenstander. Er is nog hoop.
Wat bezielt ons dat we eind mei 2013 willen weten dat Louis van Gaal in 2014 na het WK gaat stoppen als bondscoach? En dat hij daarna alleen nog een jaartje te verleiden is door een club uit de Premier League. Waarom laten we ons niet na het winnen van de finale verrassen door zijn plompverloren mededeling dat hij ermee ophoudt? Hij zou zelf ook verstandiger zijn als hij zich op weg naar zijn ultieme succes volledig op zijn werk zou concentreren. Waarom geeft hij antwoord op vragen over zijn toekomst?
Wat zou er beter bij Van Gaal passen dan dat hij het volk, massaal dronken van geluk, met één korte opmerking tijdens het betreden van de rondvaartboot zou onderdompelen in rouw? Zonde dat hij zichzelf die kans ontnomen heeft. Terwijl dat toch zijn diepste wens moet zijn, want Van Gaal is geen bondscoach om ons land te dienen, maar louter en alleen omdat hij één keer een WK wilde meemaken, maakte hij ons duidelijk. Daarna is het mooi geweest.
Dan is het trouwens níet mooi geweest, want hij heeft vorige week al verklapt dat we helemaal geen wereldkampioen gaan worden. Reden voor ontslag, zou je zeggen, als hij ons zelfs onze traditionele teleurstelling niet gunt.
Maar als we hem dan toch laten zitten, was het pas echt mooi geweest als iedereen na zijn mededeling de schouders opgehaald had en was doorgegaan met zijn bezigheden. Ga je over dertien maanden stoppen? Nou, zeg dat dan tegen die tijd nog maar eens. En nu aan het werk.
Status (30 mei)
Nederlandse clubs scheppen er uit realiteitszin een eer in om spelers op te leiden voor de echte top in het buitenland. Elke speler die voor veel geld verkocht wordt, wordt gezien als bevestiging van de kwaliteit van de club. Bijkomend voordeel is dat met dat geld nieuwe talenten aangetrokken kunnen worden, die na verloop van tijd weer met winst verhandeld kunnen worden. Geld maken, als de Nederlandse vorm van prijzen winnen.
Buitenlandse topclubs maken, in hun strijd om de echte voetbalprijzen, graag gebruik van in Nederland opgeleide spelers. Tot voor kort deden ze wel hun best om de spelers tegen een zo laag mogelijke vergoeding binnen te halen. Er werd stevig onderhandeld voordat de deal werd gesloten.
Die tijden zijn voorbij in de echte top. Barcelona legde zonder morren 54 miljoen euro op tafel voor Neymar. PSG, Monaco, Man United, City en ook Bayern smijten met geld. En nu maakt voorzitter Pérez van Real Madrid het ultieme statement ten aanzien van Cristiano Ronaldo. ‘Ik ben zelfs niet bereid om hem te verkopen voor een miljard euro. Hij is de beste speler van de wereld en wij zijn nu eenmaal geen verkopende club. Real Madrid staat bekend als een club die grote sterren binnenhaalt. Dat is een model dat ik heb ingevoerd en dat zal ook zo blijven.’
Hoe meer geld uitgegeven wordt, hoe hoger de status van de club. Onmiddellijk zei de zaakwaarnemer van Gareth Bale dat Bale ‘een veel betere speler dan bijvoorbeeld Neymar’ is en dan ook ‘veel moet kosten’. De perfecte manier om verzekerd te zijn van de interesse van Pérez.
Stadion (29 mei)
Het heeft er alle schijn van dat de gemeenteraad van Rotterdam binnenkort gaat besluiten dat er een garantstelling komt voor een nieuw stadion voor Feyenoord. Dat betekent dus het einde van De Kuip. Veel mensen hebben daar grote moeite mee en dat kan ik me goed voorstellen, want een wedstrijd van Feyenoord in De Kuip meemaken is een belevenis.
Als het luik naar het veld opengaat, hoor je als speler een orkaan van geluid. Spelers die dat niet gewend zijn, zijn daarvan onder de indruk. Vandaar dat veel tegenstanders van Feyenoord voor hun gevoel al met 1-0 achterstaan voor de wedstrijd begonnen is. Komt bij, er is geen publiek dat zo heerlijk intens kan tieren en schelden als dat van Feyenoord, dus dat gevoel van die tegenstanders wordt er na de aftrap niet beter op.
Wie wil zo’n stadion nou kwijt? Goed, ondanks die voorsprong en steun in de rug heeft Feyenoord de afgelopen veertig jaar op enkele seizoenen na niet zo heel veel potten kunnen breken, maar je kunt als supporter je woede desgewenst ook lekker direct op de eigen spelers afreageren.
Zelfs nu steeds duidelijker wordt dat de stadionconstructie de supportersrazernij ook na een renovatie bijna letterlijk niet meer kan houden, willen de fans het voor geen goud kwijt. Toch is er een troostrijke gedachte: het is niet het stadion dat lawaai maakt, het zijn de supporters. En als die supporters gewoon naar het nieuwe stadion komen, zal dat vast net zo intimiderend zijn als het oude.
Vlinders (28 mei)
Neymar heeft de spanning jarenlang opgevoerd en zelfs recent nog gesuggereerd dat hij pas na de WK naar Europa zou vertrekken, maar nu heeft hij toch gekozen voor een nieuwe club. Voor Barcelona. En dus tegen Real Madrid, PSG, Chelsea en Manchester City, die eveneens nadrukkelijk naar zijn diensten hengelden.
Je zou verwachten dat hem dat op hatelijke opmerkingen uit Madrid, Parijs, Londen en Manchester zou komen te staan, maar verrassend genoeg worden de meeste kanttekeningen geplaatst in het Barcelona-kamp. En dan bedoel ik niet de opmerking van Cruijff dat ‘je geen twee kapiteins op één boot moet zetten’, want Cruijff kapittelt in één moeite door Valdés vanwege diens wens om te vertrekken en steekt de loftrompet over Robben nadat hij hem eerder bekritiseerd heeft. Cruijff hou je toch niet bij.
Maar spelers van de club zelf hebben ook al waarschuwingen afgegeven. ‘Messi is de baas van ons elftal,’ stelt verdediger Martin Montoya bijvoorbeeld. ‘Neymar zal zich moeten aanpassen aan ons team en in het bijzonder aan Messi.’
Neymar geeft zelf het enig juiste antwoord. ‘Ik heb nog steeds vlinders in mijn buik. Spelen met Messi en al die andere grootheden. Ik wil me bewijzen.’
Dat is nog eens wat anders dan al die spelers die zichzelf per definitie de beste vinden en het alleen maar hebben over prijzen winnen. Neymar wil gewoon lekker spelen en zoveel mogelijk van waarde zijn. Je zou er zelf haast vlinders van in je buik krijgen.
Beloften (27 mei)
Het besluit is genomen. Er spelen volgend seizoen twintig clubs in de Jupiler League doordat er twee Topklassers en twee beloftenteams instromen. De gelukkigen zijn officieel nog niet bekend, maar ongetwijfeld zijn het Katwijk, Achilles ’29, Jong-Twente en Jong-Ajax. Heel verstandig, want met de doorstroming van de amateurs is het ineens net een echte competitie en met de tweede elftallen van topclubs is men verzekerd van de deelname van echte talenten. Bovendien is er met twintig clubs altijd een buffertje voor het geval er ineens weer clubs failliet gaan.
Het is iets om naar uit te kijken. Nieuwe, enthousiaste en robuuste spelers en fans in uitpuilende, authentieke dorpsstadionnetjes. Daar tegenover frêle, begenadigde maar ook verwende jongetjes in shirts waarin ze op een ander niveau zouden willen spelen. En daar tussendoor spelers van klassieke clubs als Sparta, Volendam, Excelsior, MVV en De Graafschap in hun roemruchte stadions. Het is haast jammer dat Go Ahead er niet meer bij zit.
Het zullen bijzondere wedstrijden worden met als gemeenschappelijk kenmerk dat niemand zich er comfortabel bij voelt. De drang om het gedoe te ontstijgen zal groot zijn, net als de angst eruit te vallen.
Ik ben vooral benieuwd hoeveel jeugdige spelers de oude eerstedivisieclubs nog durven op te stellen, want om te promoveren heb je eerder kracht, motivatie, hardheid en ervaring nodig dan mooie beloften. Ik geef Achilles en Katwijk een goede kans.
Uithuilen (26 mei)
Ook de laatste beslissingen in Nederland zijn gevallen: FC Utrecht mag Europa in, Go Ahead Eagles gaat naar de Eredivisie en Roda JC mag het kantje boord ook nog een jaar op het hoogste niveau proberen. Met respectievelijk FC Twente, Volendam en Sparta als laatste verliezers, die het hun tegenstanders stuk voor stuk nog knap lastig maakten.
Het is leuk voor de winnaars, maar zuur voor de verliezers. Bij Twente vonden ze zichzelf eigenlijk twee wedstrijden lang beter dan Utrecht. Volendam had met zijn tweede plaats in de competitie misschien wel meer recht op promotie dan nummer zes Go Ahead. En Sparta zag Roda in de laatste minuut de niet meer verwachte beslissende goal maken, waarna in de blessuretijd nog een Sparta-goal werd afgekeurd. Eigenlijk sprak Sparta-coach Henk ten Cate namens alle verliezers toen hij zei: ‘De ploeg zit stuk en ik ben ook kapot. We waren er zo dichtbij. En dan gaan we net voor het sluiten van de markt nog naar de kloten.’
Laat het een troost zijn dat het altijd erger kan. Zo verloor Benfica ook zijn derde finale door een doelpunt in blessuretijd en greep het dus naast alle prijzen die eerst allemaal voor het grijpen lagen. Voor iedereen geldt: uithuilen en volgend seizoen opnieuw beginnen. Zoals ook Arjen Robben gewoon weer een finale ging spelen.
Met Henk ten Cate komt het trouwens wel goed. Die heeft zijn ploeg ‘bedankt voor twee mooie maanden’ en keert voor het uithuilen terug naar Ibiza. Jij ook bedankt, Henk.
Opluchting (25 mei)
Hij leek aardig op weg om zijn reputatie in finales gestand te doen. Drie kansen in de eerste helft, drie keer zijn inzet geblokt, de derde keer zelfs door het hoofd van de keeper zonder dat die daar zelf erg in had; gewoon, rechtdoor er tegenaan geschoten terwijl de bal er over de grond makkelijk langs had gekund. En in de tweede helft liet hij een sliding van een verdediger toe op twintig centimeter voor de doellijn, een halve seconde voor hij de bal het laatste zetje zou geven. Hij hield in, leek het.
We hadden ons oordeel alweer klaar: Robben en finales, dat was tot mislukken gedoemd. En zelf ging hij als vanouds verongelijkt kijken. In de rust liep hij balend van het veld, en dat werd er daarna niet beter op.
Tot hij twee minuten voor tijd haast per ongeluk de bal door het midden twee meter voor de keeper voor de voeten geschoven kreeg. Ineens deed hij alles goed: tikje naar links meenemen, nog een pasje en dan binnenkant voet tegendraads scoren. Hij raakte de bal niet eens goed. Gelukkig maar misschien. En des te mooier. Een bal die tergend langzaam over de doellijn sukkelt, is soms het fijnst.
Daarna was er natuurlijk de vreugde-uitbarsting, vergezeld van tranen. Het juk van de verliezer was afgeworpen. Reden voor intens genot. En voor opluchting bij zijn ploeggenoten dat hij bij het diner na terugkeer in München een keer niet met zo’n chagrijnig hoofd aan tafel zit.
Zomaar (24 mei)
Pikant is dat de schoonvader en schoonzoon die samen de Champions Leaguefinale voor de NOS zullen analyseren, respectievelijk trainer van Borussia Dortmund en speler van Bayern München zijn geweest. Tijdens een voorschotje op die analyse was hun voorspelling eensluidend, maar het gevoel daarbij verschillend.
‘Het is jammer dat Dortmund op dit moment niet de topvorm heeft, daarom denk ik dat Bayern gewoon wint,’ zei Van Marwijk.
Het enige wat Van Bommel jammer vond, was dat hij niet mee mocht doen, want finales zijn speciaal en ‘als Bayern het op zijn heupen heeft, kan het zomaar 3-0 of 4-0 worden.’
Woorden van gelijke strekking sprak ook Arjen Robben. Die heeft na twee verloren finales het idee dat de hoofdprijs binnen bereik ligt. ‘Iedereen is gefocust, we werken er allemaal hard voor. Niets kan ons stoppen.’
Normaal gesproken denk ik bij zoveel stelligheid stiekem dat het ook zomaar anders kan lopen, zeker als ook Makaay vanuit Rotterdam nog hoog begint op te geven over de unieke kwaliteiten van Bayern door de jaren heen.
Toen las ik hoe Jürgen Klopp zijn Dortmund-spelers op de finale voorbereidt: hij laat ze zien dat de spelers van Barcelona na ieder doelpunt nog altijd juichen alsof het hun eerste is. En ineens ben ik zomaar bang dat ze dat de Bayern-spelers ook vaak zullen zien doen.
Finale (22 mei)
Het is een zegen voor Borussia Dortmund dat Mario Götze niet kan meespelen in de Champions Leaguefinale. En voor Bayern München trouwens ook. Al toont iedereen zich nu teleurgesteld, Götze zelf voorop. ‘De finale was mijn doel en ik heb daar hard voor gewerkt. Het spijt me dat ik het team in deze belangrijke wedstrijd niet kan helpen.’
Tja. Zou een speler die zijn club inruilt voor de grootste concurrent in de wedstrijd om de allerhoogste prijs, uitgerekend tegen die grootste concurrent, zijn nieuwe ploeg de das om doen? Hij schijnt dat zelf wel voor mogelijk te houden. Ik niet. Je gaat je nieuwe collega’s niet tot het uiterste zieken, sarren, vernederen en de noppen over de enkels halen, en zonder die intentie red je het niet.
Maar aan de andere kant wil je toch bewijzen dat je geen onbetrouwbare overloper bent. Je voelt je aan je stand verplicht je oude ploeg ten afscheid de titel te schenken. Dus ga je overdreven zwoegen, je longen uit je lijf rennen en loop je met een beetje pech vooral iedereen in de weg, met het risico bovendien dat je in je ijver iedereen beschadigt, zowel oude als nieuwe ploeggenoten.
Mario Götze, het kan nog zo’n goeie voetballer zijn, maar ze kunnen hem missen als kiespijn zaterdag. Het moet wel een wedstrijd tussen Borussia Dortmund en Bayern München blijven.
Doping (21 mei)
Allemaal leuk en aardig dat Andere Tijden Sport gaat berichten dat de spelers van Juventus in 1996 gedrogeerd de Champions Leaguefinale tegen Ajax afwerkten en dat boegbeeld Tom Egbers dat dus vast op televisie mocht aankondigen, maar wat heb je eraan? Na eerder onderzoek is het vergrijp tien jaar geleden al min of meer vastgesteld en inmiddels is het verjaard. Het enige dat ik kan bedenken is dat Egbers wil voorkomen dat hij de Mart Smeets van het voetbal wordt, die vlak voor zijn pensioen tegenover het volk moet erkennen er niet alles aan te hebben gedaan om de onderste steen boven te krijgen. Nou Tom, het is gezien.
Goed, Torricelli ging tekeer als een bezetene, Ravanelli had voor een routinier wel een heel opzienbarende conditie, Deschamps zag er allesbehalve onschuldig uit en Vialli was sowieso niet te vertrouwen. En wat dan nog?
Als ik het me goed herinner kon Ajax het met de tong op de schoenen tot en met de verlenging op 1-1 houden, en verloor het daarna op penalty’s. Nou kun je me veel vertellen, maar niet dat je van doping beter penalty’s gaat nemen. Draven oké, maar daarmee kreeg Juventus Ajax er dus niet onder. En uitgerekend het enige onderdeel waarbij doping averechts zou moeten werken, bracht Juventus de overwinning.
Kijk, dát zou mij nou een onderzoekje waard zijn, hoe Juventus dat voor elkaar gekregen heeft. Precisiedoping. Dat zou meteen ook eens een nieuwe dimensie bieden aan het dopingonderzoek. Kunnen die voetballers er ook hun voordeel mee doen.
Speciaal (20 mei)
José Mourinho zei het zelf al, na het verlies van de bekerfinale tegen Atletico Madrid: ‘Dit is het slechtste seizoen van mijn leven.’ Om er meteen aan toe te voegen: ‘Voor veel coaches zou het misschien een goed jaar zijn geweest, maar ik vind het verschrikkelijk. Ik heb een seizoen nog nooit afgesloten zonder een van de belangrijke prijzen. Over alleen een Supercup kan ik niet tevreden zijn.’
Oftewel: kijk mij eens kritisch op mezelf zijn, want hoewel ik aan het begin van het seizoen heus nog een prijs heb gewonnen en aan het eind van het seizoen best dichtbij alle nationale en internationale prijzen ben gekomen, wat voor andere coaches geweldig zou zijn, is het beneden mijn stand dat ik er niet minstens eentje heb binnengesleept. Waarbij hij overigens buiten beschouwing liet of dat nou hem zelf aan te rekenen was, of die verwende spelers met wie hij allemaal ruzie begon te maken: Casillas, Pepe, Ramos en in een eerder stadium zelfs Ronaldo.
Mourinho zag de bui hangen, zoveel is duidelijk. Alle stampij, inclusief de rode kaart die hij zichzelf bezorgde aan het eind van de bekerfinale, was een goed voorbereide vlucht naar voren, met als motto: Mourinho wordt niet ontslagen, die gaat zelf weg.
De persconferentie waarop voorzitter Florentino Perez Mourinho’s vertrek aankondigde, was slechts de bevestiging van wat al lang duidelijk was. Perez kan mooi praten, maar Mourinho heeft Real Madrid de rug toegekeerd.
Vogeltje (18 mei)
Ik vind het een sterke zet: Fred Rutten heeft besloten zijn verbintenis bij Vitesse niet te verlengen. Hij had wel een aanbieding van Merab Jordania op zak, maar gaat daar niet op in. Hij zal hem wel niet vol dramatiek voor de ogen van die stinkrijke Georgiër verscheurd hebben, maar de afwijzing op zich getuigt al van lef. Een hele grote zak vol roebels laat je nou eenmaal niet makkelijk links liggen.
Dat wordt ook duidelijk uit zijn tekst. ‘Er is geen enkel conflict tussen mij en de clubeigenaar. We hebben fundamentele gesprekken gevoerd, maar het blijkt dat onze visies te ver uiteen lopen.’
Nou, dan weet je het wel. Jordania had bedacht dat Fred nog één jaar zou blijven en in dat jaar precies ging doen wat hij verordonneerde. Dus geen gemauw meer over het vertrek van Bony of de noodzaak van versterkingen in de winterstop, niet meer zomaar ziek worden na een nederlaag en voortaan gewoon opstellen wie er als opstapje naar Chelsea speeltijd nodig zou hebben. O ja, en de beker winnen en kampioen worden.
Had Merab aan Rutten toch ineens een kwaaie. Mooi dat Fred geen marionet wilde zijn. En er zou toch echt een kwaliteitsinjectie nodig zijn om de stap naar het kampioenschap te zetten. Duidelijk.
Als het vogeltje morgen tenminste niet heel anders zingt. Voor hetzelfde geld maakt hij dan doodleuk bekend dat hij toch bij Vitesse blijft. Laten we het maar eens rustig afwachten.
Gemakzucht (17 mei)
Interessant is hoe Dick Advocaat achteraf over de voetballers van PSV praat. Hij heeft het niet over voetbalkwaliteiten, maar vindt ze vooral mentaal tekortschieten. ‘Niet iedereen heeft dezelfde mentaliteit,’ stelt hij. ‘We hebben geprobeerd het te verbeteren, ik heb met die spelers gepraat, maar de mentaliteit veranderde niet.’
Als voorbeeld noemt hij Jetro Willems. ‘Hij is te gemakzuchtig. Daarom is het goed dat Erik Pieters weer terugkomt als linksback. Want Willems is typisch zo’n speler die concurrentie nodig heeft.’
Ongetwijfeld heeft Advocaat gelijk. Op de mentaliteit van vooral jonge spelers is van alles aan te merken, misschien wel omdat ze onverantwoord veel geld verdienen en altijd opgehemeld zijn. Maar was het niet zijn taak om juist die spelers letterlijk en figuurlijk op hun plaats te zetten? En kom je dan ver als je met een niet al te slim, over het paard getild jongetje van amper 19 jaar gaat praten?
Onbedoeld geeft Advocaat met zijn commentaar meer inzicht in zijn eigen onmacht dan in de beperkingen van de PSV-spelers. Praten. Met Jetro Willems. Of Ola Toivonen. Als dat zin zou hebben, zou Mark van Bommel een geweldige aanvoerder zijn. Als iets getuigt van gemakzucht, is het wel de handelswijze van Advocaat.
Ik weet trouwens niet of concurrentie van Erik Pieters wel zo geslaagd is. Die is misschien niet gemakzuchtig, maar je moet er toch niet aan denken dat zijn zelfdestructie de norm wordt.
Dromen (16 mei)
‘Als je me als kleine jongen had verteld dat ik zou spelen voor en bekers zou winnen met mijn droomclub Manchester United, meer dan 100 wedstrijden in actie zou komen voor het nationale elftal en daar ook nog eens aanvoerder van zou worden, en daarnaast nog eens voor enkele van de grootste clubs ter wereld zou spelen, had ik gezegd dat het een fantasie was. Ik ben gelukkig dat ik deze dromen heb kunnen verwezenlijken.’
Op de één of andere manier klinkt dat ontzettend sympathiek. Geen gepoch over alle gewonnen prijzen om zijn grootheid te onderstrepen, maar een eerbetoon aan de club die hem groot maakte, de landenploeg die hem een vooraanstaande rol gunde en de buitenlandse clubs die met hem pronkten. Vanuit het perspectief van het kleine jongetje dat daar eigenlijk niet eens van durfde te dromen.
Het past hem ook wel, want in feite was hij natuurlijk een dienende speler. Niet iemand die lekker zijn tegenstander dolde en in zijn eentje een verdediging aan flarden speelde. Meer iemand van de combinatie en natuurlijk van de perfecte voorzet, om zijn tegenstander heen, waarmee hij de spits in de schijnwerpers zette. Goed, af en toe een superieure vrije trap, maar verder vooral teamspeler. Dat hij door de imagebuilding van zijn vrouw en zijn steeds veranderende kapsels een stijlicoon werd, deed daar niets aan af.
Ook de aankondiging van zijn afscheid was sober, zonder geheimzinnig gedoe vooraf. Zelfs daar kunnen anderen alleen maar van dromen.
Vloek (15 mei)
Je kunt wraakzucht ook overdrijven. Nadat de Hongaarse coach Bela Guttmann het Portugese Benfica met sterspeler Eusébio in 1962, via de legendarische finale in Amsterdam tegen Real Madrid, naar de tweede achtereenvolgende Europacup had geloodst, werd hij ontslagen omdat hij het waagde om opslag te vragen. Hij sprak daarop een vloek over de club uit: ‘In geen honderd jaar zal Benfica nog een Europacup winnen.’
Exact 51 jaar later speelde Benfica, opnieuw in Amsterdam, zijn zevende Europese finale sindsdien. De vorige zes waren verloren, dus je zou zeggen dat Guttmann inmiddels redelijk tevreden in zijn graf mocht liggen, waar Eusébio in 1990, voor die zesde finale, al vergeefs had gebeden om de vloek te verbreken.
En recent was er meer: Benfica zit opgezadeld met een draak van een trainer, die de hele wedstrijd misbaar maakt over alles wat er gebeurt, en heeft in het 51ste jaar na Guttmann het landskampioenschap op dramatische wijze verspeeld aan aartsvijand FC Porto, in de blessuretijd van het onderlinge duel.
Alle reden om te veronderstellen dat de terugkeer naar Amsterdam, met een stokoude Eusébio als mascotte op de tribune, de cirkel rond zou maken en verlossing zou mogen brengen. Niet dus. Totaal onverdiend ging tegenstander Chelsea er, in de 93ste minuut, met de Europa League-beker vandoor.
Dood of niet, Bela Guttmann is nog altijd niet te vermurwen. Een man van zijn woord. Als ik Filip Djuricic was zou ik voor volgend seizoen maar een andere club uitzoeken.
Bierdouche (14 mei)
Dat is het nadeel als je kampioen wordt met Bayern München: de bierdouche. Niet dat lullige geschud en gespuit met babyflesjes zoals in Nederland, maar een volwassen vaas vol Beiers bier, die boven iemands hoofd wordt leeggegooid. Bij voorkeur dat van iemand die daar niet op zit te wachten maar wel een wezenlijk aandeel in het kampioenschap heeft gehad, in de meeste gevallen de trainer. Zo moest in 2010 uiteraard Louis van Gaal het ontgelden, die het spel overigens meespeelde als een Jan Joost van Gangelen die bij Ajax in het bad wordt gegooid.
Afgelopen zaterdag was het slachtoffer slechter gekozen. Franck Ribéry heeft zich sinds zijn huwelijk bekeerd tot de islam en wijst het gebruik van alcohol stellig af. Hij had zijn collega’s bezworen hem met rust te laten, maar dat is het stomste wat je kunt doen. Hij kreeg de volle lading. En nu is hij boos. Hij vindt het gedrag van zijn medespelers respectloos.
Ik zou niet graag ruzie met Ribéry hebben. Die ziet er als vriend al gevaarlijk genoeg uit. En met het oog op de Champions Leaguefinale denk ik ook niet dat het verstandig is geweest hem tegen de haren in te strijken. Als het erop aankomt zou hij nog wel eens een rekeningetje kunnen willen vereffenen.
Maar mocht hij met zijn hand over zijn hart strijken en Bayern de beker bezorgen, is de boodschap voor zijn teamgenoten glashelder: geen spatje in zijn richting, omwille van je eigen veiligheid.
Imago (13 mei)
Goed, PSV heeft Phillip Cocu voor vier jaar als trainer aangesteld, zijn assistenten vastgelegd, een aantal oud-spelers verbonden aan de jeugdopleiding, een jeugdtrainer van Ajax benaderd en in één moeite door een vijfjarenplan gepresenteerd. Kern daarvan: extra investeren in de jeugd door te besparen op de salarissen van de eerste elftalspelers, doorvoeren van een herkenbare speelstijl in alle jeugdelftallen, verbeteren van de communicatie binnen de club en herstellen van de familiesfeer op De Herdgang.
Als dat geen keuze is voor de lange termijn, dan weet ik het niet meer. Daar zouden ze dan ook de tijd voor moeten krijgen zonder voortdurend lastig te worden gevallen, ware het niet dat ze er bij voorbaat al weer in geslaagd zijn om zichzelf belachelijk te maken door de instelling van een imago-forum. Onder leiding van ‘goed zo Pietertje’ van den Hoogenband laat men teammanager Mart van den Heuvel, oud-voorzitter Jacques Ruts en, echt waar, Mark van Bommel onderzoek doen naar het imago van de club, ‘om incidenten in de toekomst te voorkomen’.
Mark van Bommel! Onder leiding van aanvoerder Van Bommel is het imago van de club dit seizoen juist te grabbel gegooid. Nou ja, misschien maakt een gedegen zelfreflectie wel deel uit van het onderzoek. Iemand is nooit te oud om te leren.
Op het veld gaat het overigens op de lange termijn vanzelf goed komen: scout Jack Reubsaet, ooit de ontdekker van Mark van Bommel, heeft nu ook het ‘exceptionele talent’ van diens zoontje Ruben vastgesteld. ‘Let op, er komt weer een nieuwe Van Bommel aan.’
Ik kan niet wachten.
Slotsom (12 mei)
Dat Mark van Bommel zelf het moment van stoppen wilde bepalen, nam hij wel heel letterlijk. Maar zoals zoveel dit seizoen, mislukte ook dit in eerste instantie. In de 56e minuut ging hij op de enkel van Luc Castaignos staan, vlak nadat FC Twente op een 3-1 voorsprong was gekomen, maar daarvoor incasseerde hij slechts geel. En dus moest hij in de 70e minuut ook nog de enkel van Dusan Tadic met zijn noppen bewerken om afscheid te mogen nemen, toch nog veertien minuten later dan hij van plan was geweest dus.
‘Ik wil de regie over mijn carrière in eigen hand houden,’ sprak hij na afloop. Zelfs niet wachten op een publiekswissel dus. Blijkbaar vond hij zichzelf onvervangbaar. En belangrijker dan zijn tegenstanders, want hij nam het risico om ook de regie over twee andere carrières over te nemen. Zeker Tadic had zomaar ernstig geblesseerd kunnen raken.
Zou die begrip getoond hebben als Mark hem in het ziekenhuis met een bloemetje was komen opzoeken? Ik denk niet dat Tadic ooit zou pronken met zijn rol bij het afscheid van Van Bommel, zoals dat het geval is bij Fabio Canavaro die de ultieme kopstoot van Zinedine Zidane mocht ontvangen in de WK-finale tussen Frankrijk en Italië.
Die actie van Zidane zat vol frustratie en het besef dat niemand hem meer echt kon straffen. En vervangen evenmin. De actie van Mark getuigde slechts van berekening en respectloosheid. Terecht gooide hij zijn aanvoerdersband op de grond.
Shirt (11 mei)
In Amsterdam wordt ingewikkeld gedaan over de roze afwerking van het nieuwe, donkere uit-tenue. Dat zou te nichterig zijn en dus voer zijn voor pesterijen van andere supportersgroepen. En dat willen ze niet. Stel je voor. Je zou ook blij kunnen zijn met het krachtige signaal dat Ajax afgeeft: wij zorgen dat onze shirts ook passen bij ons vrouwenteam en steken in één moeite door de homoseksuele medemens een hart onder de riem. Maar nee, durven ze niet, die macho-fans.
Logischer is de commotie in Arnhem over het beoogde nieuwe thuisshirt van Vitesse, met nog maar één zwarte baan en een rouwband. Die heeft er inmiddels toe geleid dat de plannen zijn ingetrokken en het shirt met de traditionele geel-zwarte strepen voor volgend seizoen behouden blijft.
Gelukkig maar. Als ook thuisshirts zomaar kunnen veranderen, met als enig doel nog meer geld te verdienen aan de verkoop aan fans, worden alle clubwaarden ondergeschikt gemaakt aan de commercie. Dan is het elk jaar opnieuw een verrassing in welke uitdossing je op de tribune wordt verwacht. En elk jaar gekker natuurlijk.
Toch had het protest in Arnhem sterker gekund. Ze hadden gewoon die nieuwe shirts moeten laten maken. En ze dan niet moeten kopen, maar lekker met z’n allen in de echte clubshirts op de tribune moeten gaan staan. Dat er dus nul van die nieuwe shirts verkocht zouden worden. Had je eens moeten zien hoe snel die Oost-Europese zakenmannen waren teruggekeerd naar het traditionele shirt.
Jaartje (10 mei)
Dat 36 jaar helemaal geen leeftijd hoeft te zijn om te stoppen, zien we aan Anthony Lurling. Zoals die tekeergaat zie je niet bij die jongetjes van 20. Hij speelt alsof hij absoluut geen spatje energie meer over wil hebben als hij over een jaar of wat niet meer mee kan komen. Stoppen? Ze zullen hem dood van het veld af moeten dragen. Als ze hem ooit te pakken kunnen krijgen.
Maar ook Theo Janssen, met zijn breed uitgemeten buikje, heeft aangekondigd er nog een jaartje aan vast te knopen. ‘Ik ga volgend jaar nog gewoon voetballen. Ik heb nooit gezegd dat ik niet verder ging. Er zijn dingen de wereld ingebracht; dat ik zou stoppen als de trainer blijft. Ik kan je vertellen dat het niet uitmaakt of de trainer blijft of niet.’
Waarmee Theo overigens niets positiefs zegt over de trainer. Hij zegt dat het hem een zorg zal zijn wie er trainer is. Hij gaat nog een jaartje tegen een bal aan trappen bij Vitesse, dat zal geen trainer hem beletten.
Kan Mark van Bommel dan met goed fatsoen stoppen? Natuurlijk niet. Als zijn jaargenoten hem daarvan nog niet weerhouden, dan Kevin Strootman wel. ‘Als ik kampioen was geworden en de beker had gewonnen, was het makkelijker geweest om weg te gaan bij PSV. Dan had ik het gevoel gehad geslaagd te zijn in Nederland. Nu is dat niet zo. Dat leeft bij meer spelers.’
Ze zullen Mark smekend aankijken. ‘Aanvoerder, alsjeblieft, nog één jaartje.’
Podium (9 mei)
Beetje sneu, dat podium dat al klaar stond met de tekst ‘Eindhoven feliciteert KNVB bekerwinnaar PSV’. Gelukkig wel goed gespeld, in tegenstelling tot wat Ajax overkwam op het reclamebord van kledingsponsor Oger, maar pijnlijk voorbarig. Als het niet gesloopt wordt door gefrustreerde supporters of gewisselde spelers, zal het in ieder geval leeg blijven, tot genoegen overigens van Kevin Strootman. Die had toch al geen zin.
Beetje sneu ook dat de PSV-spelers, Mark van Bommel voorop, weigerden de witte badjassen aan te trekken die ze uitgereikt kregen als verliezend bekerfinalist. Natuurlijk, het slaat nergens op, die jassen. Veel te warm en je ziet er niet uit als volwassen kerel op een veld in zo’n ding. Maar het is nou eenmaal traditie, en daar hecht Mark normaal gesproken toch zo aan als speler van de oude stempel? Met de jas opgevouwen onder de arm geklemd stond hij zuur naar het podium te kijken waar de AZ-spelers in hun rode badjassen de beker omhoog hielden.
Beetje pech voor hem, stond hij vast te overpeinzen, dat Adam Maher het podium van de bekerfinale had aangegrepen om te ‘laten zien dat ik één van de bepalende spelers ben’. En dat ik Mark dus niet nodig heb als ik naar PSV zou komen, had hij eraan toe kunnen voegen.
Maar dat deed Adam niet. Dat vond hij misschien nog voorbarig. Of sneu.
Stoppen (8 mei)
Hij had er lang over nagedacht en de beslissing was hem niet licht gevallen, meldde sir Alex Ferguson. Maar als je de cijfers ziet, weet je dat het besluit onvermijdelijk was: net zijn 13e kampioenschap behaald in 26 jaar en de laatste wedstrijd van het seizoen zijn 1500ste als manager van Manchester United. Wie dat nog niet herkent als de dag die je wist dat zou komen, is stekeblind. Komt bij, hij is 71 en wordt brozer, dus hij zal zich vast gerealiseerd hebben dat hij niet moest wachten op de dag waarop hij zijn kiezen niet meer door de kauwgum heen gemaald zou krijgen.
En dan toch iedereen verrassen met het besluit, dat is ijzersterk. Zelfs zijn directe medewerkers waren niet vooraf ingelicht. Dat is nog eens wat anders dan een speler van 36 die al wekenlang in elke microfoon roept te twijfelen of hij nog een jaar door zal gaan of niet. Dat krijg je als je zo nadrukkelijk terugkomt om je club nog één keer kampioen te maken maar daar niet in slaagt. Dan resteert alleen de beker nog voor een vertrek met enigszins opgeheven hoofd.
Dat geldt ook voor Dick Advocaat, die er het volgende op heeft gevonden: wel weg bij PSV, maar nog niet stoppen als coach. Hopen op een beter eindstation. ‘Met topspelers werken is makkelijker dan werken met voetballers die denken dat ze topspelers zijn,’ zei hij terecht.
Ook dat had Ferguson 26 jaar geleden goed in de gaten.
Doodgewoon (7 mei)
Als we de afgelopen dagen één ding geleerd hebben, dan is het dat Frank de Boer gewoon is gebleven. Heel gewoon. Je kan geen krant open slaan of het staat er. Je kan geen interview met een speler, directielid, bekende Nederlander of simpele Grootebroeker horen of hij zegt het. Frank is gewoon. Doodgewoon. Brengt elke avond hoogstpersoonlijk alle bestellingen uit de winkel van zijn vrouw naar de klanten, brengt elke vrije dag door in de caravan op de camping in Garderen en staat de rest van de tijd op het trainingsveld van Ajax heel gewoon te doen tegen al die jonge voetballertjes die van de weeromstuit ook ineens allemaal heel gewoon gaan doen en drie keer achter elkaar kampioen worden.
Dat is trouwens ook al twee jaar ook de kracht van Feyenoord. Ronald Koeman is ook best gewoon. Niet zo gewoon als De Boer natuurlijk, anders was hij ook wel kampioen geworden. Maar hij zet toch maar mooi gewoon de halve jeugdopleiding in het eerste en zegt spelers onomwonden waar het op staat. Tegen Martins Indi bijvoorbeeld dat hij eerst maar eens een tijdje gewoon linksback moet spelen.
Gelukkig heeft PSV het ook eindelijk door: even de gekkigheid van de revolutie doorstaan en dan Phillip Cocu aanstellen als hoofdtrainer. Als íemand met Frank de Boer kan wedijveren in gewoon zijn, is het Cocu. Nou nog een stelletje gewone spelers en de competitie wordt volgend jaar weer heel spannend.
Tenminste, als ze in Amsterdam niet zo gek gaan doen als die supporter die bij de huldiging riep dat Frank de Boer zich gewoon eens moest laten gaan.
Huldiging (6 mei)
Nou is huldigen weer een ding. Je zou het een mooi gebaar kunnen vinden dat de gemeente Eindhoven zelfs een troostprijs wil aangrijpen om de PSV-spelers, die zich dit seizoen toch niet bepaald ambassadeurs van hun stad hebben betoond, te eren. Misschien zou je het zelfs een daad van vergevingsgezindheid mogen noemen dat de stad de trainer en spelers die stoppen of vertrekken een publiekelijk afscheid wil bieden.
Goed, je hoeft er niet van te houden, van huldigen. Er zijn maar weinig sporters die zich oprecht kunnen overgeven aan de massale blijken van genegenheid van het publiek. Maar het volk wil het nou eenmaal en heeft recht op het eerbetoon aan zijn sporthelden, al betreft het niet de hoofdprijs die behaald is. Over je heen laten komen dus, is het parool, en doen alsof je het waardeert.
Maar dan kennen we Kevin Strootman nog niet. Geheel in de stijl van het afgelopen seizoen heeft hij bij voorbaat laten weten absoluut geen behoefte te hebben aan de waardering van het publiek voor zijn prestaties. Omdat die prestaties het niet waard zijn, zegt hij. Omdat de supporters het niet waard zijn om dat kleine beetje succes wat nog wel behaald kan worden mee te delen, klinkt daar in door.
Dat Strootman zich schaamt voor de daden van zijn team is terecht. Maar dat hij daarom het contact met zijn supporters afwijst niet. De consequentie moet juist zijn dat hij de gifbeker helemaal leegdrinkt, inclusief de huldiging. Overwerken, Strootman, tot de laatste supporter naar huis is!
Aanbod (5 mei)
Je vraagt je zo langzamerhand af of het nog anders kan gaan met Frank de Boer als coach. Voor het derde achtereenvolgende jaar een geslaagde inhaalrace, voor de derde keer een team dat vooral uitblinkt door collectieve kracht en ook nu weer een titel die behaald is op uiterst beschaafde wijze. Het meest spraakmakend is nog dat er elk jaar wel een speler is die de kampioensschaal laat stuiteren, alsof dat het moment is dat ondeugendheid door de vingers gezien wordt. O ja, en dat Jan Joost van Gangelen in het bad gegooid wordt.
Waarmee nu wel bewezen is dat Frank de Boer een saaie man is, die zweert bij degelijkheid. Maar ook dat die degelijkheid de weg is naar langdurig succes en inmiddels bij Ajax gekoesterd wordt. Want niemand wil hem kwijt: publiek niet, spelers niet, bestuur niet en Cruijff niet. Zelfs de burgemeester van Amsterdam kan zich, met een shirt uit de achterzak van Frank ter compensatie van het gefluit bij de huldiging, geen fijnere coach wensen.
Gelukkig voor Ajax is Frank zo saai dat hij zonder veel omhaal gaat bijtekenen. Hoe lang? ‘Dat hangt van het aanbod af.’
Frank wacht af hoe lang ze hem nog willen hebben. Tot het jaarlijkse kampioenschap ze de keel uit gaat hangen waarschijnlijk.
Mazzelpikkers (4 mei)
‘Ik feliciteer SC Cambuur van harte,’ sprak Volendam-trainer Hans de Koning toen de Friese club onverwacht het kampioenschap had behaald dankzij de nederlaag van Volendam bij Go Ahead Eagles. ‘Maar ze hebben absoluut geluk gehad met het wegvallen van AGOVV en SC Veendam.’
Daar had De Koning zeker een punt. Als de al gespeelde wedstrijden tegen die clubs hadden meegeteld, had Volendam weer drie punten meer gehad dan Cambuur, en dus met ieder nog één wedstrijd tegen AGOVV voor de boeg alsnog een riant uitzicht op de titel. Cambuur had dit seizoen zelfs nog niet één dag bovenaan gestaan. Niemand kan De Koning dus kwalijk nemen dat hij de kampioenen uit Leeuwarden wat zurig ‘mazzelpikkers’ noemde en stelde dat ‘dit seizoen maar één ploeg kampioen (had) moeten worden, en dat waren wij’.
‘Lijkenpikkers’, had De Koning ook kunnen zeggen, maar daar was hij te netjes voor. Terecht richtte hij zich vervolgens maar op het vervolg voor Volendam in de play-offs, te beginnen tegen MVV. ‘We zullen de komende dagen wel even wat reparatiewerkzaamheden moeten uitvoeren in mentaal opzicht.’
Dat denk ik ook, maar er is één troost: MVV raakte door het faillissement van AGOVV en Veendam nog een punt meer kwijt dan Volendam, dus in Maastricht zijn het zeker geen mazzelpikkers.
Kyle (2 mei)
Kyle Ebecilio, 19 jaar, zat tot drie jaar geleden in de jeugdopleiding van Feyenoord. Zoals zoveel jeugdtoppers van toen werd hij met zijn familie naar het buitenland gelokt. Arsenal. Papa een baan, Kyle een Engels salaris en eeuwige roem in het vooruitzicht. Dat kwam er niet van. Concurrentie, blessures, redenen te over.
Maar Kyle is terug. Voor de komende vier jaar heeft hij een contract getekend bij FC Twente. Hartstikke goed, iedereen blij. ‘Mijn gevoel was bij FC Twente meteen goed en ik voelde me op mijn gemak.’
Van zijn periode in Engeland zegt hij geen spijt te hebben. ‘Ik heb veel geleerd in de drie jaar die ik nu bij Arsenal speel. Ik ben professioneler en volwassen geworden. Ook ben ik fysiek nu sterker.’
Ongetwijfeld allemaal waar. Maar Kyle houdt zichzelf ook een beetje voor de gek. Sterker, professioneler en volwassen was hij bij Feyenoord ook wel geworden. Bovendien had hij zich daar niet zo makkelijk laten inhalen door zijn leeftijdgenoten die daar nu in het eerste spelen en zelfs bij het Nederlands elftal zitten. Sterker nog, als hij bij Feyenoord was gebleven, had hij nu naar het buitenland gelonkt en naar boven gekeken in plaats van naar beneden.
FC Twente. Leuke club. Maar als je in de jeugd van Feyenoord zit, droom je daar niet van. Ebecilio is nog jong genoeg om zich te herstellen, maar het eerste deel van zijn carrière is mislukt.
Hoop (1 mei)
Tachtigste minuut, stand inmiddels 7-0. Barcelona probeert vanaf links weer eens te traag uit te verdedigen, maar Robben, Ribéry en Müller stormen met z’n drieën op de verdediger af, die de bal met geen mogelijkheid meer tussen ze door kan spelen. Het is in een notendop wat Bayern München tot de onsympathiekste club ter wereld maakt: het is nooit genoeg.
Honderdzeventig minuten hebben de spelers van Bayern al laten zien fitter, feller en sneller te zijn. De strijd is al hoog en breed beslist. Dat weet iedereen op het veld, dat weet iedereen op de tribune en dat weet iedereen voor de televisie. Geen enkele reden om als dolle honden door te blijven draven. Geen enkele reden om de tegenstander tot op het bot te vernederen. Natuurlijk, je hoeft geen bal expres naast te schieten. Je hoeft een opgelegde kans niet te missen. En als je wat moois kan laten zien, moet je dat vooral doen. Maar blijven jagen, jagen, jagen alsof je leven ervan afhangt, dat slaat helemaal nergens op.
Bayern mag heel erg blij zijn dat de tegenstander Barcelona was. De spelers van elk ander elftal zouden een waas voor de ogen hebben gekregen en op z’n minst stervende zwaan Müller met pijnlijke ledematen van het veld hebben laten afvoeren.
Bayern staat volkomen terecht in de finale. Gelukkig treft het een Duitse tegenstander. Er is nog hoop.