Ongehoord het hoogste woord (13 september 2010)
In de ogen van de rest van de wereld had Nederland zich afgelopen zomer op het WK door het grove spel al gruwelijk te schande gemaakt, dus enkele onbetamelijke uitspraken van een populistische politicus zouden er op het wereldpodium ook nog wel bij kunnen. Woorden doen geen pijn, leerden we vroeger al. Bovendien hadden die uitspraken zich lang van tevoren aangekondigd, dus overvallen zou niemand zich erdoor kunnen voelen. Sterker nog, heel Nederland hield zich er al weken mee bezig en zelfs in Amerika werd met enig rumoer uitgekeken naar die Nederlander die de wereld de waarheid zou komen zeggen en de vloer aan zou vegen met degenen die hem niet wilden volgen. De strekking van zijn tekst was vooraf bekend, en ook het toontje waarop de tekst zou worden uitgesproken kon iedereen inmiddels dromen. De vraag was slechts hoe aanstootgevend de rituele beledigingen zouden zijn en hoe straf het vingertje zou priemen in de richting van zijn vermeende tegenstanders.
Vanuit die achtergrond viel het nog aardig tegen wat Geert Wilders te melden had bij de herdenking van de aanslagen op de Twin Towers. Zijn toon was haast gematigd en routineus. Kortom, het was een beetje een slappe vertoning. Wat het zelfs onbedoeld schattig maakte, was dat hij zo duidelijk vooraf naar de kapper was geweest. IJdelheid is niemand vreemd, zelfs een cultheld niet. Maar als je afschrikwekkend wil overkomen, kun je beter uit een wilder vaatje tappen. Hij kwam nu niet veel verder dan de voetbaltrainer die week in week uit aan een horde sportjournalisten moet uitleggen dat ze zich een totaal verkeerd oordeel over de wedstrijd hebben gevormd.
Nee, het was nog erger. Hij kon niet in de schaduw staan van onze voetbaltrainers, terwijl je toch van hem zou mogen verwachten dat hij, zo trots op zijn eigen achtergrond en cultuur, onze traditie hoog zou houden en ieder die hem voor de voeten kwam op hoge toon van Jetje zou geven. Met overslaande stem als Louis van Gaal. Met vuurspuwende ogen als Gertjan Verbeek. Met een ironische glimlach zoals Ron Jans. Met de minachtende spot van Martin Jol en Mario Been. Of, misschien nog wel het mooiste, zuchtend en steunend als good old Leo Beenhakker. Altijd getuigend van het ongelijk van de hele wereld: verontwaardigd over het amateurisme van de scheidsrechter, misprijzend over het spel van de tegenpartij en natuurlijk vooral woedend vanwege de domme vragen van slecht geïnformeerde journalisten. En tegelijkertijd moeiteloos in staat om in een blamerende nederlaag het beste spel ooit van het eigen team te hebben herkend.
Nog wat te weinig hebben we in dit prille seizoen kunnen genieten van Louis van Gaal, ondanks zijn bijtende opmerkingen richting KNVB in verband met de blessure van Arjen Robben en zijn laatdunkende commentaar op de halsstarrige weigering van FIFA-voorzitter Blatter om technische hulpmiddelen te gaan gebruiken bij voetbalwedstrijden. Maar dat komt wel goed, nu nota bene zijn Europese topcollega’s, verenigd in het Elite Club Coaches Forum van de UEFA, meer heil blijken te zien in twee extra assistent-scheidsrechters op de achterlijnen. Wie de laatste weken al wel enorm in vorm is, is Gertjan Verbeek: de scheidsrechters hebben het gedaan, de tegenstanders kunnen er niets van en andere coaches moeten hun mond houden, Harm van Veldhoven van Roda JC voorop. O ja, en zijn eigen spelers deugen ook niet, maar dat terzijde.
Zonder twijfel was het gesputter van Verbeek na de onverdiende nederlaag tegen die nare Van Veldhoven afgelopen zaterdag indrukwekkender dan de speech van Wilders op ongeveer hetzelfde moment. Het enige nadeel voor Verbeek en zijn collega’s is dat de sportjournalisten in eerste instantie niets nalaten om olie op het vuur te gooien, louter en alleen om de trainer op de kast te krijgen, en vervolgens verveeld hun schouders ophalen en overgaan tot de orde van de dag.
Ook al heeft Wilders nog een hoop te leren van voetbaltrainers als het gaat om het vertonen van horkerig gedrag, zijn redding is dat hij geen sportjournalisten tegenover zich aantreft, maar op een podium terecht is gekomen waar zelfs het kleinste gebrek aan nuance al effect oplevert.
Vanuit die achtergrond viel het nog aardig tegen wat Geert Wilders te melden had bij de herdenking van de aanslagen op de Twin Towers. Zijn toon was haast gematigd en routineus. Kortom, het was een beetje een slappe vertoning. Wat het zelfs onbedoeld schattig maakte, was dat hij zo duidelijk vooraf naar de kapper was geweest. IJdelheid is niemand vreemd, zelfs een cultheld niet. Maar als je afschrikwekkend wil overkomen, kun je beter uit een wilder vaatje tappen. Hij kwam nu niet veel verder dan de voetbaltrainer die week in week uit aan een horde sportjournalisten moet uitleggen dat ze zich een totaal verkeerd oordeel over de wedstrijd hebben gevormd.
Nee, het was nog erger. Hij kon niet in de schaduw staan van onze voetbaltrainers, terwijl je toch van hem zou mogen verwachten dat hij, zo trots op zijn eigen achtergrond en cultuur, onze traditie hoog zou houden en ieder die hem voor de voeten kwam op hoge toon van Jetje zou geven. Met overslaande stem als Louis van Gaal. Met vuurspuwende ogen als Gertjan Verbeek. Met een ironische glimlach zoals Ron Jans. Met de minachtende spot van Martin Jol en Mario Been. Of, misschien nog wel het mooiste, zuchtend en steunend als good old Leo Beenhakker. Altijd getuigend van het ongelijk van de hele wereld: verontwaardigd over het amateurisme van de scheidsrechter, misprijzend over het spel van de tegenpartij en natuurlijk vooral woedend vanwege de domme vragen van slecht geïnformeerde journalisten. En tegelijkertijd moeiteloos in staat om in een blamerende nederlaag het beste spel ooit van het eigen team te hebben herkend.
Nog wat te weinig hebben we in dit prille seizoen kunnen genieten van Louis van Gaal, ondanks zijn bijtende opmerkingen richting KNVB in verband met de blessure van Arjen Robben en zijn laatdunkende commentaar op de halsstarrige weigering van FIFA-voorzitter Blatter om technische hulpmiddelen te gaan gebruiken bij voetbalwedstrijden. Maar dat komt wel goed, nu nota bene zijn Europese topcollega’s, verenigd in het Elite Club Coaches Forum van de UEFA, meer heil blijken te zien in twee extra assistent-scheidsrechters op de achterlijnen. Wie de laatste weken al wel enorm in vorm is, is Gertjan Verbeek: de scheidsrechters hebben het gedaan, de tegenstanders kunnen er niets van en andere coaches moeten hun mond houden, Harm van Veldhoven van Roda JC voorop. O ja, en zijn eigen spelers deugen ook niet, maar dat terzijde.
Zonder twijfel was het gesputter van Verbeek na de onverdiende nederlaag tegen die nare Van Veldhoven afgelopen zaterdag indrukwekkender dan de speech van Wilders op ongeveer hetzelfde moment. Het enige nadeel voor Verbeek en zijn collega’s is dat de sportjournalisten in eerste instantie niets nalaten om olie op het vuur te gooien, louter en alleen om de trainer op de kast te krijgen, en vervolgens verveeld hun schouders ophalen en overgaan tot de orde van de dag.
Ook al heeft Wilders nog een hoop te leren van voetbaltrainers als het gaat om het vertonen van horkerig gedrag, zijn redding is dat hij geen sportjournalisten tegenover zich aantreft, maar op een podium terecht is gekomen waar zelfs het kleinste gebrek aan nuance al effect oplevert.