Edwin van der Sar: Rustpunt voor alle partijen
Is afgestudeerd in saai kijken: de oren wat naar buiten, de kin wat naar voren en met de ogen langs de neus schuin naar beneden kijken. Kan ook goed met zijn lengte. Het heeft een verlammend effect op interviewers. En als dat niet genoeg is, doet zijn antwoord de rest. Ook in het veld straalt zijn saaikijkerij een serene rustuit, wat voor de verdediging van Ajax een grote opluchting was na Menzo. Het enige nadeel is dat hij er bijna nooit strafschoppen mee stopt, want ook de schutter komt tot rust.
Zijn rol in de, inmiddels traditionele, negatieve strafschopervaringen, met Euro 2000 als dieptepunt, mag niet onderschat worden. Het begint al wanneer de schutter van de tegenpartij vanuit de middencirkel komt aanlopen. Die voelt de adrenaline door zijn lijf golven en raakt oververhit door het scherpe gekrijs en gefluit van het publiek. Gedurende de veertig meter naar de stip knijpt het besef dat dit moment bepalend zal zijn voor de rest van zijn leven, hem de keel dicht. Zijn hoofd spat bijna uit elkaar. Totdat hij, ongeveer aan de rand van het strafschopgebied, de lodderige blik van Sar ontmoet.
Van Breukelen wist een toch al aan de rand van een zenuwinstorting verkerende strafschopnemer tot wanhoop te drijven. Dat gebaar met de wijsvinger onder het oog was als een doodsvonnis: hij heeft me door, wist de ongelukkige; of ik nou hoog of laag schiet, in mijn favoriete hoek of juist niet, hard door het midden of als Panenka, hij kan er niet in. Sar bereikt het tegenovergestelde. Op het moment dat de speler hem aankijkt, doet hij net een verwoede poging zijn oogleden omhoog te krijgen door vanuit zijn mondhoek zijn schijnbaar laatste adem langs zijn gezicht omhoog te blazen. Zijn pony wordt even opgetild, maar zijn oogleden zijn te zwaar. Alle angst verlaat de schutter. Zíjn leven kan voorlopig niet stuk.
Eén keer was Sar de saaiheid voorbij. Toen hij de Argentijn Ortega verdacht van een schwalbe, bracht hij zijn hoofd tot op vijf centimeter boven dat van de nog liggende aanvaller. Wat die in zijn ogen zag, weet niemand. Als door een adder gebeten veerde hij overeind – was het blinde woede of doodsangst? – zodat het zelfs voor Sar een koud kunstje was om hem met een theatrale val een rode kaart aan te naaien.
Slechts als alle strafschopnemers bereid zijn onder zijn hoofd te komen liggen, is een strafschoppenserie aan Sar toevertrouwd. Anders zal Advocaat tot één minuut voor het verstrijken van de verlenging een wissel achter de hand moeten houden.
Zijn rol in de, inmiddels traditionele, negatieve strafschopervaringen, met Euro 2000 als dieptepunt, mag niet onderschat worden. Het begint al wanneer de schutter van de tegenpartij vanuit de middencirkel komt aanlopen. Die voelt de adrenaline door zijn lijf golven en raakt oververhit door het scherpe gekrijs en gefluit van het publiek. Gedurende de veertig meter naar de stip knijpt het besef dat dit moment bepalend zal zijn voor de rest van zijn leven, hem de keel dicht. Zijn hoofd spat bijna uit elkaar. Totdat hij, ongeveer aan de rand van het strafschopgebied, de lodderige blik van Sar ontmoet.
Van Breukelen wist een toch al aan de rand van een zenuwinstorting verkerende strafschopnemer tot wanhoop te drijven. Dat gebaar met de wijsvinger onder het oog was als een doodsvonnis: hij heeft me door, wist de ongelukkige; of ik nou hoog of laag schiet, in mijn favoriete hoek of juist niet, hard door het midden of als Panenka, hij kan er niet in. Sar bereikt het tegenovergestelde. Op het moment dat de speler hem aankijkt, doet hij net een verwoede poging zijn oogleden omhoog te krijgen door vanuit zijn mondhoek zijn schijnbaar laatste adem langs zijn gezicht omhoog te blazen. Zijn pony wordt even opgetild, maar zijn oogleden zijn te zwaar. Alle angst verlaat de schutter. Zíjn leven kan voorlopig niet stuk.
Eén keer was Sar de saaiheid voorbij. Toen hij de Argentijn Ortega verdacht van een schwalbe, bracht hij zijn hoofd tot op vijf centimeter boven dat van de nog liggende aanvaller. Wat die in zijn ogen zag, weet niemand. Als door een adder gebeten veerde hij overeind – was het blinde woede of doodsangst? – zodat het zelfs voor Sar een koud kunstje was om hem met een theatrale val een rode kaart aan te naaien.
Slechts als alle strafschopnemers bereid zijn onder zijn hoofd te komen liggen, is een strafschoppenserie aan Sar toevertrouwd. Anders zal Advocaat tot één minuut voor het verstrijken van de verlenging een wissel achter de hand moeten houden.