Danny Buijs hoort bij Feyenoord thuis
‘Ik zal de laatste zijn om te zeggen dat ik een fantastisch jaar heb gedraaid.’
De eerste training van Feyenoord, op zaterdag 7 juli, lokte 13.000 mensen naar het bijveld van De Kuip, die met hun vuurwerk en hun spreekkoren al voor een feeststemming zorgden voordat er een bal getrapt was. Eén man met een buikomvang waar nog net de grootste maat trainingsjack uit de Feyenoord-collectie omheen paste, waagde het omstanders voor te houden dat Bert van Marwijk in zijn vorige periode als trainer heus niet alleen maar mooie daden had verricht. Had hij er niet voor gezorgd dat Robin van Persie, toch een echt Rotterdams jochie en inmiddels een onomstreden vedette, de wijk nam naar Arsenal? Had hij dan, behalve die UEFA Cup in 2002, zoveel prijzen gewonnen? De dikke man werd gedoogd, want hij was wel degelijk een supporter. Maar alle anderen waren ervan overtuigd dat Van Marwijk met de spelers die deze dag aan het seizoen begonnen, het desastreuze vorige seizoen zou kunnen doen vergeten. Van Bronckhorst, Makaay, Hofland, De Clèr en dan ook nog het Turkse talent Sahin van Dortmund, dat beloofde wat.
Had hij zelf niet gevoetbald, dan had Danny Buijs zonder enige twijfel tussen die 13.000 supporters gestaan. ‘Ik kwam in de jeugd van Feyenoord toen ik 9 jaar was en heb hier tien jaar gespeeld. Vanzelfsprekend ging ik ook naar elke thuiswedstrijd in het stadion.’ En logischerwijs werd hij ook een fanatieke fan van de club.
Buijs, geboren op 21 juni 1982 in Dordrecht, werd voor het seizoen 2001-2002 onder trainer Van Marwijk niet goed genoeg bevonden voor Feyenoord en vertrok naar satellietclub Excelsior, waar hij drie jaar speelde. In het tweede seizoen, het jaar dat de club in de eredivisie vertoefde, ontwikkelde hij zich er tot basisspeler. Het jaar erna, terug in de eerste divisie, speelde hij haast alle wedstrijden en scoorde hij acht keer, waarmee hij een transfer naar FC Groningen verdiende. Daar profileerde hij zich zodanig als een onverzettelijke middenvelder dat Feyenoord hem krap een jaar geleden, na twee wedstrijden in zijn derde Groningse seizoen, terughaalde naar De Kuip.
Het doet Buijs verdriet dat het afgelopen seizoen is uitgedraaid op een teleurstelling, maar hij heeft ook een verklaring. ‘Het is een rampseizoen geweest. Ik zal ook de laatste zijn om te zeggen dat ik een fantastisch jaar heb gedraaid. Ik heb gewoon niet gebracht wat je hoort te brengen bij Feyenoord. Maar ik heb noodgedwongen vooral op andere posities moeten spelen en me moeten opofferen voor het team. Bij Groningen heb ik een topperiode gehad omdat ik hangend op rechts kon spelen in een 4-4-2 systeem. Op basis daarvan heeft Feyenoord me ook teruggehaald. Maar door omstandigheden hebben we misschien maar vier of vijf keer zo gespeeld, waardoor ik op een positie moest gaan lopen waar mijn kwaliteiten veel minder tot uiting komen.’
Mede daardoor is Buijs in de categorie spelers terechtgekomen van Theo Lucius en Nicky Hofs, die wel strijdlust toegedicht wordt maar van wie de ommekeer op dit moment niet primair verwacht wordt. In plaats daarvan heeft Buijs zelfs van de leiding van Feyenoord te horen gekregen dat er geen bezwaar tegen bestaat als hij uitkijkt naar een andere club. Maar voorlopig is Buijs erop gebrand om Van Marwijk alsnog van zijn waarde te overtuigen. ‘Het enige wat ik kan doen is elke training en wedstrijd zo goed mogelijk presteren. En ik hoop dat de trainer mede op grond daarvan besluit om met Feyenoord 4-4-2 te gaan spelen, met Buijs hangend op rechts.’
Buijs’ liefde voor Feyenoord is niet geslonken. Hij is bij Feyenoord gevormd en heeft zijn gevoel voor de club altijd laten spreken, ook toen hij bij Groningen zat. ‘Als je hier tien jaar lang zes dagen per week in de jeugdopleiding op Varkenoord rondloopt en je mag op een gegeven moment ook een paar keer mee met het eerste elftal, dan doet dat wat met je. Ook al geef je bij een club als Groningen natuurlijk ook het maximale, het gevoel bij Feyenoord is toch anders.’
Daardoor liet hij zich het afgelopen seizoen tijdens wedstrijden misschien soms te veel gaan. ‘Het verschil tussen mijn persoonlijkheid binnen en buiten het veld is behoorlijk groot. Als ik beelden van mezelf terugzie, denk ik wel eens: wat een losgeslagen idioot is dat. Dan doe ik dingen die eigenlijk niet kunnen. Maar soms zit er zoveel emotie in een wedstrijd dat ik te veel geneigd ben in het veld als supporter te gaan denken. Vooral in wedstrijden tegen Ajax is die kans groot omdat die natuurlijk helemaal beladen zijn, hoewel ik het afgelopen jaar voor het eerst geen enkele gele kaart heb gepakt tegen Ajax.’
Omgekeerd heeft het hem ook geliefd gemaakt bij het legioen, dat hem nog altijd in het hart gesloten houdt. ‘Buijs hoort hier thuis’, was te lezen op een spandoek tijdens de eerste trainingsdag, als om Van Marwijk te bezweren hem te behouden. Het kan ook snel gaan in de voetballerij, weet Buijs. Zo sta je op de nominatie om afgedankt te worden en zo kun je ineens als onmisbaar beschouwd worden, mede afhankelijk van het systeem dat de trainer wil hanteren. ‘Een mooi voorbeeld betreft Royston Drenthe. Die heeft hier een jaar lang bijna elke wedstrijd linksback gespeeld en niemand heeft hem echt gezien. Bij Jong Oranje komt hij in een 4-4-2 systeem links aan de buitenkant terecht, speelt drie, vier goede wedstrijden en heel de top van Europa zit achter hem aan.’
Buijs houdt daarom moed, zeker omdat er echte toppers naar Feyenoord gekomen zijn van wie hij een hoop kan leren. ‘Van Bronckhorst en Makaay zijn toch spelers die met Barcelona, Bayern München en het Nederlands elftal in de top van Europa hebben gespeeld. Al tijdens de partijvorm op de allereerste training gaf Van Bronckhorst me een tip hoe ik bij balverlies op het middenveld beter in de positie kon staan. Het was misschien een klein detail, maar daar kan je ontzettend veel van leren.’
Een persoonlijke verwachting voor het komende seizoen durft Buijs niet uit te spreken. Daarvoor is hij ook te veel afhankelijk van het spelsysteem en van de concurrentie. Maar dat het met Feyenoord beter zal gaan dan vorig jaar, lijkt zeker. En dat het zijn wens is om als kampioen op de Coolsingel te staan, mag duidelijk zijn. Voor de supporters lijdt het geen twijfel: ook daar hoort Buijs thuis.
De eerste training van Feyenoord, op zaterdag 7 juli, lokte 13.000 mensen naar het bijveld van De Kuip, die met hun vuurwerk en hun spreekkoren al voor een feeststemming zorgden voordat er een bal getrapt was. Eén man met een buikomvang waar nog net de grootste maat trainingsjack uit de Feyenoord-collectie omheen paste, waagde het omstanders voor te houden dat Bert van Marwijk in zijn vorige periode als trainer heus niet alleen maar mooie daden had verricht. Had hij er niet voor gezorgd dat Robin van Persie, toch een echt Rotterdams jochie en inmiddels een onomstreden vedette, de wijk nam naar Arsenal? Had hij dan, behalve die UEFA Cup in 2002, zoveel prijzen gewonnen? De dikke man werd gedoogd, want hij was wel degelijk een supporter. Maar alle anderen waren ervan overtuigd dat Van Marwijk met de spelers die deze dag aan het seizoen begonnen, het desastreuze vorige seizoen zou kunnen doen vergeten. Van Bronckhorst, Makaay, Hofland, De Clèr en dan ook nog het Turkse talent Sahin van Dortmund, dat beloofde wat.
Had hij zelf niet gevoetbald, dan had Danny Buijs zonder enige twijfel tussen die 13.000 supporters gestaan. ‘Ik kwam in de jeugd van Feyenoord toen ik 9 jaar was en heb hier tien jaar gespeeld. Vanzelfsprekend ging ik ook naar elke thuiswedstrijd in het stadion.’ En logischerwijs werd hij ook een fanatieke fan van de club.
Buijs, geboren op 21 juni 1982 in Dordrecht, werd voor het seizoen 2001-2002 onder trainer Van Marwijk niet goed genoeg bevonden voor Feyenoord en vertrok naar satellietclub Excelsior, waar hij drie jaar speelde. In het tweede seizoen, het jaar dat de club in de eredivisie vertoefde, ontwikkelde hij zich er tot basisspeler. Het jaar erna, terug in de eerste divisie, speelde hij haast alle wedstrijden en scoorde hij acht keer, waarmee hij een transfer naar FC Groningen verdiende. Daar profileerde hij zich zodanig als een onverzettelijke middenvelder dat Feyenoord hem krap een jaar geleden, na twee wedstrijden in zijn derde Groningse seizoen, terughaalde naar De Kuip.
Het doet Buijs verdriet dat het afgelopen seizoen is uitgedraaid op een teleurstelling, maar hij heeft ook een verklaring. ‘Het is een rampseizoen geweest. Ik zal ook de laatste zijn om te zeggen dat ik een fantastisch jaar heb gedraaid. Ik heb gewoon niet gebracht wat je hoort te brengen bij Feyenoord. Maar ik heb noodgedwongen vooral op andere posities moeten spelen en me moeten opofferen voor het team. Bij Groningen heb ik een topperiode gehad omdat ik hangend op rechts kon spelen in een 4-4-2 systeem. Op basis daarvan heeft Feyenoord me ook teruggehaald. Maar door omstandigheden hebben we misschien maar vier of vijf keer zo gespeeld, waardoor ik op een positie moest gaan lopen waar mijn kwaliteiten veel minder tot uiting komen.’
Mede daardoor is Buijs in de categorie spelers terechtgekomen van Theo Lucius en Nicky Hofs, die wel strijdlust toegedicht wordt maar van wie de ommekeer op dit moment niet primair verwacht wordt. In plaats daarvan heeft Buijs zelfs van de leiding van Feyenoord te horen gekregen dat er geen bezwaar tegen bestaat als hij uitkijkt naar een andere club. Maar voorlopig is Buijs erop gebrand om Van Marwijk alsnog van zijn waarde te overtuigen. ‘Het enige wat ik kan doen is elke training en wedstrijd zo goed mogelijk presteren. En ik hoop dat de trainer mede op grond daarvan besluit om met Feyenoord 4-4-2 te gaan spelen, met Buijs hangend op rechts.’
Buijs’ liefde voor Feyenoord is niet geslonken. Hij is bij Feyenoord gevormd en heeft zijn gevoel voor de club altijd laten spreken, ook toen hij bij Groningen zat. ‘Als je hier tien jaar lang zes dagen per week in de jeugdopleiding op Varkenoord rondloopt en je mag op een gegeven moment ook een paar keer mee met het eerste elftal, dan doet dat wat met je. Ook al geef je bij een club als Groningen natuurlijk ook het maximale, het gevoel bij Feyenoord is toch anders.’
Daardoor liet hij zich het afgelopen seizoen tijdens wedstrijden misschien soms te veel gaan. ‘Het verschil tussen mijn persoonlijkheid binnen en buiten het veld is behoorlijk groot. Als ik beelden van mezelf terugzie, denk ik wel eens: wat een losgeslagen idioot is dat. Dan doe ik dingen die eigenlijk niet kunnen. Maar soms zit er zoveel emotie in een wedstrijd dat ik te veel geneigd ben in het veld als supporter te gaan denken. Vooral in wedstrijden tegen Ajax is die kans groot omdat die natuurlijk helemaal beladen zijn, hoewel ik het afgelopen jaar voor het eerst geen enkele gele kaart heb gepakt tegen Ajax.’
Omgekeerd heeft het hem ook geliefd gemaakt bij het legioen, dat hem nog altijd in het hart gesloten houdt. ‘Buijs hoort hier thuis’, was te lezen op een spandoek tijdens de eerste trainingsdag, als om Van Marwijk te bezweren hem te behouden. Het kan ook snel gaan in de voetballerij, weet Buijs. Zo sta je op de nominatie om afgedankt te worden en zo kun je ineens als onmisbaar beschouwd worden, mede afhankelijk van het systeem dat de trainer wil hanteren. ‘Een mooi voorbeeld betreft Royston Drenthe. Die heeft hier een jaar lang bijna elke wedstrijd linksback gespeeld en niemand heeft hem echt gezien. Bij Jong Oranje komt hij in een 4-4-2 systeem links aan de buitenkant terecht, speelt drie, vier goede wedstrijden en heel de top van Europa zit achter hem aan.’
Buijs houdt daarom moed, zeker omdat er echte toppers naar Feyenoord gekomen zijn van wie hij een hoop kan leren. ‘Van Bronckhorst en Makaay zijn toch spelers die met Barcelona, Bayern München en het Nederlands elftal in de top van Europa hebben gespeeld. Al tijdens de partijvorm op de allereerste training gaf Van Bronckhorst me een tip hoe ik bij balverlies op het middenveld beter in de positie kon staan. Het was misschien een klein detail, maar daar kan je ontzettend veel van leren.’
Een persoonlijke verwachting voor het komende seizoen durft Buijs niet uit te spreken. Daarvoor is hij ook te veel afhankelijk van het spelsysteem en van de concurrentie. Maar dat het met Feyenoord beter zal gaan dan vorig jaar, lijkt zeker. En dat het zijn wens is om als kampioen op de Coolsingel te staan, mag duidelijk zijn. Voor de supporters lijdt het geen twijfel: ook daar hoort Buijs thuis.