Op de klepel beschouwd (20 december 2010)
Op de valreep van het oude jaar heeft Johan Cruijff een nieuwe trend gelanceerd in de Nederlandse voetbalwereld: de ledenraad met zoveel mogelijk oud-spelers van de club, ter bewaking van de clubcultuur. Hij verwees naar Bayern München, waar voormalige idolen als Franz Beckenbauer, Karl-Heinz Rumenigge en Uli Hoeness aan de macht zijn en als hoeders van het gezamenlijke erfgoed ten strijde trekken tegen alles wat tegen het belang van de club dreigt in te gaan. Niet vanuit de ledenraad weliswaar, maar je moet ergens beginnen, en dan is zo’n ingedut kliekje een eerste bastion dat kan worden terugveroverd op de machthebbers. Let op mijn woorden, geen club in Nederland kan zich tegen het eind van volgend jaar nog veroorloven géén oud-voetballers prominent in de organisatie op te nemen. En oud-spelers genoeg die bereid zijn hun club te redden.
De oud-Ajacieden die door Cruijff waren opgeroepen om zich kandidaat te stellen, werden door de media opgewacht bij de slagboom voor de Arena, waar hij drie jaar geleden zelf was gespot bij zijn onverwachte bezoek aan de ledenraad. Maar ze moeten wel hun plaats weten. Zo bescheiden als Johan Cruijff toen zijn naam volledig had uitgesproken, waarop de slagboom eerbiedig omhoog zwiepte, zo arrogant beperkte Keje Molenaar zich nu tot zijn voornaam, gelukkig zonder het beoogde effect. ‘Ik keje niet,’ was nog net niet het antwoord uit het kantoortje van de portier. Zelfs zijn achternaam leek de slagboom slechts onder protest in beweging te krijgen.
Mijn favoriete pion van Johan Cruijff in de ledenraad van Ajax is nu al Peter Boeve. Ook zíjn achternaam zal de boom niet enthousiast omhoog hebben gekregen. Maar waarschijnlijk heeft de portier meegeluisterd toen hij de interviewer uitlegde wat de betekenis van oud-voetballers in de ledenraad kon zijn, in weerwil van de vaststelling van voorzitter Coronel dat de invloed van de ledenraad beperkt is. ‘Op de klepel beschouwd heb je wél invloed, als je tenminste altijd allemaal achter elkaar gaat staan. Kijk, we hebben Kolonel, maar we hebben ook de Maarschalk, en ik hoop dat ze daar Johan ook in kennen.’
In hérkennen, bedoelde hij denk ik. Cruijff als maarschalk, je moet er maar opkomen. Aan fantasie heeft het Boeve in zijn beeldspraak nooit ontbroken. En dat hij alleen de klok had horen luiden, wisten we ook al uit zijn tijd als trainer. Het zou me niets verbazen als hij zijn spelers standaard opriep om in het veld allemaal achter elkaar te gaan staan. Maar een voormalig voetballer en trainer die een keeper bloedserieus een keper noemt en de ledenraad op de klepel beschouwt, moet wel door de Maarschalk zelf gezonden zijn. Dat had die portier snel door.
Aan Boeve gaat Ajax nog een hoop plezier beleven. ‘Ik moet goed mijn woorden kiezen, dan kan ik een fantastisch verhaal vertellen,’ sprak hij ooit. Mocht later blijken dat de ledenraad toch weinig in de melk te brokkelen had, dan hebben ze in ieder geval kunnen lachen. Dat Boeve zelf voorlopig goed zit, heeft hij jaren geleden al voorzien: ‘Bij Ajax word je geslachtofferd, niet om wat je kan maar om wie je kent.’ Precies om die reden word je dus ook binnengehaald. Maar dat dat op de lange termijn geen garanties biedt, zal voor hem ook geen verrassing zijn: ‘Accepteer eerst de boodschap en ga dan fouten maken.’
Nou ja, zolang Boeve zijn fantastische verhalen namens de Maarschalk voortaan reserveert voor de gezellige avondjes met de ledenraad, waar hij er voornamelijk de Kolonel mee lastigvalt, en De Boer op het veld rustig zijn werk laat doen, kan er in feite helemaal niet zoveel verkeerd gaan. Dat wil zeggen, zolang het niet gaat sneeuwen.
Op de klepel beschouwd was het trouwens gewoon een heel aardig voetbaljaar, dankzij de prestaties van het Nederlands elftal en de doorbraak van fantastische buitenspelers bij andere clubs dan Ajax, zoals Nacer Chadli, Wesley Verhoek, Luciano Narsingh en Oussama Assaidi. Hopelijk herinnert de laatste zich van zijn tijd bij FC Omniworld wel het advies van zijn toenmalige trainer Boeve om niet te lang bij een topprestatie stil te staan: ‘Vandaag is de basis van de toekomst, anders ben je alleen aan het dagdromen.’
De oud-Ajacieden die door Cruijff waren opgeroepen om zich kandidaat te stellen, werden door de media opgewacht bij de slagboom voor de Arena, waar hij drie jaar geleden zelf was gespot bij zijn onverwachte bezoek aan de ledenraad. Maar ze moeten wel hun plaats weten. Zo bescheiden als Johan Cruijff toen zijn naam volledig had uitgesproken, waarop de slagboom eerbiedig omhoog zwiepte, zo arrogant beperkte Keje Molenaar zich nu tot zijn voornaam, gelukkig zonder het beoogde effect. ‘Ik keje niet,’ was nog net niet het antwoord uit het kantoortje van de portier. Zelfs zijn achternaam leek de slagboom slechts onder protest in beweging te krijgen.
Mijn favoriete pion van Johan Cruijff in de ledenraad van Ajax is nu al Peter Boeve. Ook zíjn achternaam zal de boom niet enthousiast omhoog hebben gekregen. Maar waarschijnlijk heeft de portier meegeluisterd toen hij de interviewer uitlegde wat de betekenis van oud-voetballers in de ledenraad kon zijn, in weerwil van de vaststelling van voorzitter Coronel dat de invloed van de ledenraad beperkt is. ‘Op de klepel beschouwd heb je wél invloed, als je tenminste altijd allemaal achter elkaar gaat staan. Kijk, we hebben Kolonel, maar we hebben ook de Maarschalk, en ik hoop dat ze daar Johan ook in kennen.’
In hérkennen, bedoelde hij denk ik. Cruijff als maarschalk, je moet er maar opkomen. Aan fantasie heeft het Boeve in zijn beeldspraak nooit ontbroken. En dat hij alleen de klok had horen luiden, wisten we ook al uit zijn tijd als trainer. Het zou me niets verbazen als hij zijn spelers standaard opriep om in het veld allemaal achter elkaar te gaan staan. Maar een voormalig voetballer en trainer die een keeper bloedserieus een keper noemt en de ledenraad op de klepel beschouwt, moet wel door de Maarschalk zelf gezonden zijn. Dat had die portier snel door.
Aan Boeve gaat Ajax nog een hoop plezier beleven. ‘Ik moet goed mijn woorden kiezen, dan kan ik een fantastisch verhaal vertellen,’ sprak hij ooit. Mocht later blijken dat de ledenraad toch weinig in de melk te brokkelen had, dan hebben ze in ieder geval kunnen lachen. Dat Boeve zelf voorlopig goed zit, heeft hij jaren geleden al voorzien: ‘Bij Ajax word je geslachtofferd, niet om wat je kan maar om wie je kent.’ Precies om die reden word je dus ook binnengehaald. Maar dat dat op de lange termijn geen garanties biedt, zal voor hem ook geen verrassing zijn: ‘Accepteer eerst de boodschap en ga dan fouten maken.’
Nou ja, zolang Boeve zijn fantastische verhalen namens de Maarschalk voortaan reserveert voor de gezellige avondjes met de ledenraad, waar hij er voornamelijk de Kolonel mee lastigvalt, en De Boer op het veld rustig zijn werk laat doen, kan er in feite helemaal niet zoveel verkeerd gaan. Dat wil zeggen, zolang het niet gaat sneeuwen.
Op de klepel beschouwd was het trouwens gewoon een heel aardig voetbaljaar, dankzij de prestaties van het Nederlands elftal en de doorbraak van fantastische buitenspelers bij andere clubs dan Ajax, zoals Nacer Chadli, Wesley Verhoek, Luciano Narsingh en Oussama Assaidi. Hopelijk herinnert de laatste zich van zijn tijd bij FC Omniworld wel het advies van zijn toenmalige trainer Boeve om niet te lang bij een topprestatie stil te staan: ‘Vandaag is de basis van de toekomst, anders ben je alleen aan het dagdromen.’