Fijn leven
Veel mensen zijn jaloers op voetballers, want die hebben een fijn leven: ze kunnen lekker uitslapen, mogen elke dag trainen, zijn beroemd en verdienen ook nog eens veel geld. En met een beetje geluk kunnen ze de top halen bij een mooie club in Engeland, Italië of Spanje.
Zo zien veel jonge voetballers ook graag hun toekomst. Vraag aan een talentvolle jeugdspeler wat zijn doel is, en hij zal zeggen dat hij eerst een basisplaats wil veroveren bij een Nederlandse topclub. Daarna wil hij naar het buitenland om in een belangrijke competitie te spelen en daar prijzen te winnen.
Er zijn natuurlijk ook voorbeelden van spelers die dit gepresteerd hebben. Als je kijkt naar de Engelse competitie, dan zie je daar jonge Nederlandse spelers als Arjen Robben, Robin van Persie en Quincy Owusu rondlopen bij clubs die best kampioen kunnen worden of de Champions League kunnen winnen. En jongens als Daniël de Ridder en Jan Kromkamp spelen toch maar mooi bij een club in Spanje.
Zelfs bij ADO zitten spelers die jarenlang in het buitenland gevoetbald hebben, zoals Michael Mols en Joonas Kolkka. Maar zij kunnen je vertellen dat het voetballeven in het buitenland niet altijd zo prettig is. Er moet elke wedstrijd opnieuw gepresteerd worden, want anders worden de supporters boos, staan de kranten vol met kritiek en stelt de trainer liever andere spelers op. Dan is het ineens niet meer zo leuk om beroemd te zijn.
Dat geldt trouwens net zo goed in Nederland. Zolang een spits doelpunten maakt, is het leven fijn en wil iedereen zijn vriend zijn. Maar als het een tijdje niet lukt, verliest het leven zijn glans. Dan gaat de speler lopen tobben en vraagt iedereen zich af of hij wel goed genoeg is en of hij wel hard genoeg werkt. Vraag maar aan de spitsen van Ajax. Of aan Michael Mols, Joonas Kolkka of Geert den Ouden. En ook voor andere spelers bepaalt winst of verlies hoe leuk hun leven is als voetballer.
Voor spelers van ADO valt dat dit seizoen niet mee. De onderkant van de ranglijst is akelig dichtbij. Alleen in de laatste minuut van de wedstrijd tegen Heerenveen en in de blessuretijd in de Arena tegen Ajax was er echt reden tot lachen. Maar ja, Ajax wint zelf ook nauwelijks.
Slechts voor een enkeling, zoals Jan-Paul Saeijs, begon het seizoen mooi. Hij scoorde in de eerste paar wedstrijden al drie keer. En dat als verdediger. Meteen is er belangstelling voor hem van FC Twente. Niet direct een topclub, maar het zou wel een opstapje daar naartoe kunnen zijn. Daar mag je als ADO-speler op dit moment al heel blij mee zijn. De anderen moeten nog maar zien dat ze volgend jaar nog in de eredivisie spelen. Want tegen Ajax spelen ze elk seizoen maar twee keer.
Nee, het leven van een voetballer is lang niet altijd fijn. Maar dat is geen reden om niet te blijven dromen van een gouden toekomst als voetballer van een buitenlandse topclub. Of om jaloers te zijn op de mogelijkheid om uit te slapen.
Zo zien veel jonge voetballers ook graag hun toekomst. Vraag aan een talentvolle jeugdspeler wat zijn doel is, en hij zal zeggen dat hij eerst een basisplaats wil veroveren bij een Nederlandse topclub. Daarna wil hij naar het buitenland om in een belangrijke competitie te spelen en daar prijzen te winnen.
Er zijn natuurlijk ook voorbeelden van spelers die dit gepresteerd hebben. Als je kijkt naar de Engelse competitie, dan zie je daar jonge Nederlandse spelers als Arjen Robben, Robin van Persie en Quincy Owusu rondlopen bij clubs die best kampioen kunnen worden of de Champions League kunnen winnen. En jongens als Daniël de Ridder en Jan Kromkamp spelen toch maar mooi bij een club in Spanje.
Zelfs bij ADO zitten spelers die jarenlang in het buitenland gevoetbald hebben, zoals Michael Mols en Joonas Kolkka. Maar zij kunnen je vertellen dat het voetballeven in het buitenland niet altijd zo prettig is. Er moet elke wedstrijd opnieuw gepresteerd worden, want anders worden de supporters boos, staan de kranten vol met kritiek en stelt de trainer liever andere spelers op. Dan is het ineens niet meer zo leuk om beroemd te zijn.
Dat geldt trouwens net zo goed in Nederland. Zolang een spits doelpunten maakt, is het leven fijn en wil iedereen zijn vriend zijn. Maar als het een tijdje niet lukt, verliest het leven zijn glans. Dan gaat de speler lopen tobben en vraagt iedereen zich af of hij wel goed genoeg is en of hij wel hard genoeg werkt. Vraag maar aan de spitsen van Ajax. Of aan Michael Mols, Joonas Kolkka of Geert den Ouden. En ook voor andere spelers bepaalt winst of verlies hoe leuk hun leven is als voetballer.
Voor spelers van ADO valt dat dit seizoen niet mee. De onderkant van de ranglijst is akelig dichtbij. Alleen in de laatste minuut van de wedstrijd tegen Heerenveen en in de blessuretijd in de Arena tegen Ajax was er echt reden tot lachen. Maar ja, Ajax wint zelf ook nauwelijks.
Slechts voor een enkeling, zoals Jan-Paul Saeijs, begon het seizoen mooi. Hij scoorde in de eerste paar wedstrijden al drie keer. En dat als verdediger. Meteen is er belangstelling voor hem van FC Twente. Niet direct een topclub, maar het zou wel een opstapje daar naartoe kunnen zijn. Daar mag je als ADO-speler op dit moment al heel blij mee zijn. De anderen moeten nog maar zien dat ze volgend jaar nog in de eredivisie spelen. Want tegen Ajax spelen ze elk seizoen maar twee keer.
Nee, het leven van een voetballer is lang niet altijd fijn. Maar dat is geen reden om niet te blijven dromen van een gouden toekomst als voetballer van een buitenlandse topclub. Of om jaloers te zijn op de mogelijkheid om uit te slapen.