Vertragende factor (31 mei 2012)
Hè, wat leuk dat die Afellay er weer is. Frisse jongen, heeft er zin in, dat kun je zien. Zeurt niet, werkt hard, wil zich graag bewijzen, niks mis mee. Heeft natuurlijk ook de gun-factor. Om te beginnen al omdat hij ooit voor het Nederlands elftal heeft gekozen en niet voor Marokko. Maar is bovendien bijna een jaar geblesseerd geweest, dus iedereen is opgetogen als hij het goed doet.
En dat doet hij. Staat nog niet in het veld of hij zorgt voor de 1-0 tegen Slowakije. Hij scoort weliswaar niet zelf, maar brengt met zijn voorzet een Slowaak dermate in het nauw dat die de bal langs zijn eigen keeper tikt. En hij gaat door. Is prominent aanwezig, haalt de bal achter op en dribbelt, drijft, draait, wendt en keert, en zorgt er persoonlijk voor dat er later in de aanval weer iets goeds mee kan gebeuren. Heeft tegen het eind nog een aandeel in de 2-0 en hoeft pas na tachtig minuten te worden gewisseld. Niet gek voor een eerste wedstrijd na die lange afwezigheid. Hij wordt dan ook door ongeveer iedereen beschouwd als de man van de wedstrijd.
Terecht. Zijn aandeel was beslissend. En we hebben gewonnen, wat wel weer eens tijd werd, dus we zoeken iemand om op het schild te hijsen en dan is hij gauw gevonden. Afellay, nieuwe held in de toch wat zorgelijke aanloop naar het EK, fijn idee. Daar kunnen we even mee vooruit.
Vergeten is onmiddellijk dat hij zich wel wat erg laat bij het gezelschap voegde. Iedereen was al anderhalve week bezig. Kon hij zelf niets aan doen, maar is wel vervelend, zeker als achteraf blijkt dat hij wegbleef om de bank warm te houden bij zijn club. Lullig vooral ook voor de afvallers, die zich al die tijd uit de naad hebben getraind en dan worden ingehaald door iemand die na een jaar lang niet voetballen ook nog eens op zijn gemakkie komt binnenwandelen.
Vergeten wordt gemakshalve ook dat de anderen behoorlijk matig presteerden. Van Persie: nauwelijks gezien. Sneijder: vooral pijn in de enkel. Robben: wist waarschijnlijk zelf niet dat hij meedeed. Huntelaar: zat zich te verbijten op de bank. Van der Vaart: deed in zijn halfuurtje zowaar iets goeds. Van Bommel en De Jong: stonden in hun achteruit. Heitinga en Bouma: hadden geen tegenstanders nodig om elkaar het leven zuur te maken. Van der Wiel: de ergste van het hele stel. En dan laat ik Schaars buiten beschouwing, want dat deden zijn medespelers ook.
Ja, dan val je al gauw positief op. Je zou bijna denken dat het een zegen is als je zo laat mogelijk bij het zooitje aansluit. Dus dan willen we niet zeuren. Even geen kritiek leveren. Nou, ik wel. Was Afellay werkelijk zo goed?
Natuurlijk, hij doet wel eens iets leuks met de bal. Maar zou hij de bal voor de verandering niet eens in één keer kunnen spelen? En dan bij voorkeur naar voren? Ik word helemaal gek van dat gedraai en gekeer en die tikkies terug en opzij. We hebben al genoeg vertragende factoren in het elftal met die Van Bommel en De Jong, en nu ook nog met Bouma en Schaars.
Kom op, zeg, Ibi. Je was al veel te laat. Kom dan wel iets toevoegen alsjeblieft. En áls je dan naar voren loopt, doe het dan in godsnaam zonder die rare, vierdubbele Quincy-schaar. We weten dat je techniek hebt. We weten ook heus nog wel dat je bij Barcelona speelt zonder die fratsen. Aan jou de taak om je meerwaarde te tonen, niet door te ego-en, maar door snelheid in de ploeg te brengen. Door de versnellende factor te zijn.
Dan beloof ik dat ik stop met zeuren.
Hè, wat leuk dat die Afellay er weer is. Frisse jongen, heeft er zin in, dat kun je zien. Zeurt niet, werkt hard, wil zich graag bewijzen, niks mis mee. Heeft natuurlijk ook de gun-factor. Om te beginnen al omdat hij ooit voor het Nederlands elftal heeft gekozen en niet voor Marokko. Maar is bovendien bijna een jaar geblesseerd geweest, dus iedereen is opgetogen als hij het goed doet.
En dat doet hij. Staat nog niet in het veld of hij zorgt voor de 1-0 tegen Slowakije. Hij scoort weliswaar niet zelf, maar brengt met zijn voorzet een Slowaak dermate in het nauw dat die de bal langs zijn eigen keeper tikt. En hij gaat door. Is prominent aanwezig, haalt de bal achter op en dribbelt, drijft, draait, wendt en keert, en zorgt er persoonlijk voor dat er later in de aanval weer iets goeds mee kan gebeuren. Heeft tegen het eind nog een aandeel in de 2-0 en hoeft pas na tachtig minuten te worden gewisseld. Niet gek voor een eerste wedstrijd na die lange afwezigheid. Hij wordt dan ook door ongeveer iedereen beschouwd als de man van de wedstrijd.
Terecht. Zijn aandeel was beslissend. En we hebben gewonnen, wat wel weer eens tijd werd, dus we zoeken iemand om op het schild te hijsen en dan is hij gauw gevonden. Afellay, nieuwe held in de toch wat zorgelijke aanloop naar het EK, fijn idee. Daar kunnen we even mee vooruit.
Vergeten is onmiddellijk dat hij zich wel wat erg laat bij het gezelschap voegde. Iedereen was al anderhalve week bezig. Kon hij zelf niets aan doen, maar is wel vervelend, zeker als achteraf blijkt dat hij wegbleef om de bank warm te houden bij zijn club. Lullig vooral ook voor de afvallers, die zich al die tijd uit de naad hebben getraind en dan worden ingehaald door iemand die na een jaar lang niet voetballen ook nog eens op zijn gemakkie komt binnenwandelen.
Vergeten wordt gemakshalve ook dat de anderen behoorlijk matig presteerden. Van Persie: nauwelijks gezien. Sneijder: vooral pijn in de enkel. Robben: wist waarschijnlijk zelf niet dat hij meedeed. Huntelaar: zat zich te verbijten op de bank. Van der Vaart: deed in zijn halfuurtje zowaar iets goeds. Van Bommel en De Jong: stonden in hun achteruit. Heitinga en Bouma: hadden geen tegenstanders nodig om elkaar het leven zuur te maken. Van der Wiel: de ergste van het hele stel. En dan laat ik Schaars buiten beschouwing, want dat deden zijn medespelers ook.
Ja, dan val je al gauw positief op. Je zou bijna denken dat het een zegen is als je zo laat mogelijk bij het zooitje aansluit. Dus dan willen we niet zeuren. Even geen kritiek leveren. Nou, ik wel. Was Afellay werkelijk zo goed?
Natuurlijk, hij doet wel eens iets leuks met de bal. Maar zou hij de bal voor de verandering niet eens in één keer kunnen spelen? En dan bij voorkeur naar voren? Ik word helemaal gek van dat gedraai en gekeer en die tikkies terug en opzij. We hebben al genoeg vertragende factoren in het elftal met die Van Bommel en De Jong, en nu ook nog met Bouma en Schaars.
Kom op, zeg, Ibi. Je was al veel te laat. Kom dan wel iets toevoegen alsjeblieft. En áls je dan naar voren loopt, doe het dan in godsnaam zonder die rare, vierdubbele Quincy-schaar. We weten dat je techniek hebt. We weten ook heus nog wel dat je bij Barcelona speelt zonder die fratsen. Aan jou de taak om je meerwaarde te tonen, niet door te ego-en, maar door snelheid in de ploeg te brengen. Door de versnellende factor te zijn.
Dan beloof ik dat ik stop met zeuren.
Om te juichen (27 mei 2012)
Toegegeven, het had allemaal niet zo veel voorgesteld de eerste vijfenzeventig minuten van de interland tegen de Bulgaren, dus elk lichtpuntje was welkom. Maar om nou bij ieder balcontact van Arjen Robben massaal te gaan juichen, was misschien ook wat overdreven.
Robben wist zich er zelf duidelijk ook geen raad mee. Hij besloot kennelijk om maar nergens op te reageren. Dat had als schild tegen het gefluit van het Beierse publiek het beste gewerkt, dus moest in deze situatie eveneens bescherming bieden. Het werkte in zoverre dat het hem in staat stelde om de enige dribbel die hem in het strafschopgebied bracht, met grote vanzelfsprekendheid te beëindigen met een duikeling over een niet uitgestoken been. Gevolg: nog meer gejuich en nog steeds geen enkel gefluit, ook niet van de scheidsrechter, ondanks Arjens verwijtende blik.
Met Robben is het dus weer helemaal goed. Lekker autistisch in het veld en gewoon weer op zoek naar een onverdiende penalty, die hij ongetwijfeld zelf had mogen nemen. Voor op de video voor Bayern vast, waarschijnlijk. Maar voor de rest was het om te huilen, met als toppunt van ellende het gedraai en gekeer van het verdedigende duo Van Bommel en De Jong op het middenveld. En het was toch al geen vrolijke dag, na het gedwongen vertrek van frisse spelers als Anita, Maher en zelfs Lens. Natuurlijk, er moesten er nog een aantal afvallen, maar van blijvers als Bouma, Schaars, Strootman gaan weinig hartjes sneller kloppen.
Het enige gejuich kwam uit het Bulgaarse kamp. Het land was als laatste geëindigd in zijn kwalificatiepoule en had geloof ik al negen wedstrijden niet meer gewonnen, dus die winnende goal vlak voor tijd was wel een feestje waard. Vooral de onversaagde Manolev onderscheidde zich. Hij zal zijn assist ongetwijfeld op een videobandje opsturen naar de mannen van Voetbal International, die hem het hele seizoen hebben afgezeikt. Gelijk heeft hij.
Bondscoach Van Marwijk vatte zijn gemoedstoestand na afloop samen met de term ‘ergernis’. Ook hij had zich gestoord aan het spel van zijn team. Dat geeft toch te denken. Als Van Marwijk al chagrijnig wordt van de eerste de beste oefenwedstrijd waarin het even niet loopt, ben je geneigd het ergste te gaan vrezen voor het vervolg. Kom op, Bert, het was maar een oefenpartijtje. Het enige waar het om ging, was dat Arjen zich bij ons welkom zou voelen. We kwamen om te juichen, voor Arjen.
En als zo’n oefenwedstrijd dan toch zo belangrijk is, is er nóg niets aan de hand. Wat dan namelijk wél om te juichen is, is dat we, afgaande op de oefenwedstrijden van zaterdagavond, helemaal niet in de poule des doods blijken te zitten. Denemarken verloor ruim van Brazilië, Duitsland verloor met maar liefst 5-3 van Zwitserland en Portugal speelde thuis gelijk tegen nota bene Macedonië. Waar lullen we dan nog over?
Neem een voorbeeld aan de Duitse coach Joachim Löw en pep de natie op met een beetje bluf: ‘We waren na de intensieve trainingen van de laatste dagen simpelweg niet fris genoeg. De kracht ontbrak zo links en rechts. Gelukkig hebben we nog twee weken om er voor te zorgen dat het beter gaat. Dat gaat echt wel lukken.’
Zo doe je dat. En vervolgens omhels je Arjen Robben en fluister je in zijn oor dat je zo graag had gewild dat hij zijn penalty had gekregen.
Toegegeven, het had allemaal niet zo veel voorgesteld de eerste vijfenzeventig minuten van de interland tegen de Bulgaren, dus elk lichtpuntje was welkom. Maar om nou bij ieder balcontact van Arjen Robben massaal te gaan juichen, was misschien ook wat overdreven.
Robben wist zich er zelf duidelijk ook geen raad mee. Hij besloot kennelijk om maar nergens op te reageren. Dat had als schild tegen het gefluit van het Beierse publiek het beste gewerkt, dus moest in deze situatie eveneens bescherming bieden. Het werkte in zoverre dat het hem in staat stelde om de enige dribbel die hem in het strafschopgebied bracht, met grote vanzelfsprekendheid te beëindigen met een duikeling over een niet uitgestoken been. Gevolg: nog meer gejuich en nog steeds geen enkel gefluit, ook niet van de scheidsrechter, ondanks Arjens verwijtende blik.
Met Robben is het dus weer helemaal goed. Lekker autistisch in het veld en gewoon weer op zoek naar een onverdiende penalty, die hij ongetwijfeld zelf had mogen nemen. Voor op de video voor Bayern vast, waarschijnlijk. Maar voor de rest was het om te huilen, met als toppunt van ellende het gedraai en gekeer van het verdedigende duo Van Bommel en De Jong op het middenveld. En het was toch al geen vrolijke dag, na het gedwongen vertrek van frisse spelers als Anita, Maher en zelfs Lens. Natuurlijk, er moesten er nog een aantal afvallen, maar van blijvers als Bouma, Schaars, Strootman gaan weinig hartjes sneller kloppen.
Het enige gejuich kwam uit het Bulgaarse kamp. Het land was als laatste geëindigd in zijn kwalificatiepoule en had geloof ik al negen wedstrijden niet meer gewonnen, dus die winnende goal vlak voor tijd was wel een feestje waard. Vooral de onversaagde Manolev onderscheidde zich. Hij zal zijn assist ongetwijfeld op een videobandje opsturen naar de mannen van Voetbal International, die hem het hele seizoen hebben afgezeikt. Gelijk heeft hij.
Bondscoach Van Marwijk vatte zijn gemoedstoestand na afloop samen met de term ‘ergernis’. Ook hij had zich gestoord aan het spel van zijn team. Dat geeft toch te denken. Als Van Marwijk al chagrijnig wordt van de eerste de beste oefenwedstrijd waarin het even niet loopt, ben je geneigd het ergste te gaan vrezen voor het vervolg. Kom op, Bert, het was maar een oefenpartijtje. Het enige waar het om ging, was dat Arjen zich bij ons welkom zou voelen. We kwamen om te juichen, voor Arjen.
En als zo’n oefenwedstrijd dan toch zo belangrijk is, is er nóg niets aan de hand. Wat dan namelijk wél om te juichen is, is dat we, afgaande op de oefenwedstrijden van zaterdagavond, helemaal niet in de poule des doods blijken te zitten. Denemarken verloor ruim van Brazilië, Duitsland verloor met maar liefst 5-3 van Zwitserland en Portugal speelde thuis gelijk tegen nota bene Macedonië. Waar lullen we dan nog over?
Neem een voorbeeld aan de Duitse coach Joachim Löw en pep de natie op met een beetje bluf: ‘We waren na de intensieve trainingen van de laatste dagen simpelweg niet fris genoeg. De kracht ontbrak zo links en rechts. Gelukkig hebben we nog twee weken om er voor te zorgen dat het beter gaat. Dat gaat echt wel lukken.’
Zo doe je dat. En vervolgens omhels je Arjen Robben en fluister je in zijn oor dat je zo graag had gewild dat hij zijn penalty had gekregen.
We zijn er weer (23 mei 2012)
Lief van Mark van Bommel dat hij het onvoorwaardelijk opnam voor Arjen Robben. Beetje onze Arjen uitfluiten. Dat Duitse rotpubliek denkt dat het zich alles kan veroorloven. Ja, hij miste een penalty. Maar hij nam hem tenminste. Daar hadden ze blij om moeten zijn, iemand die zijn verantwoordelijkheid nam toen anderen zich verstopten. Schandalig, zo’n reactie. Daar hoef je bij Van Bommel niet mee aan te komen. Arjen moet nog maar eens bedenken of hij nog wel bij Bayern wil spelen, of hij nou net een nieuw contract heeft getekend of niet.
Echte aanvoerder, Van Bommel. Die zou ook nooit tolereren dat medespelers zoals Oliç en Ribéry nog eens olie op het vuur gooien door ineens heel goed hun best te gaan doen in zo’n wedstrijdje van niks. Rotspelers. Nee, Van Bommel zorgt wel voor een goede teamspirit. Die weet wat je nodig hebt: warmte, familiegevoel. Hij koos er niet voor niets voor om weer terug te keren naar zijn vertrouwde PSV. Warme club, geweldige supporters die je nooit zullen laten vallen. Maar hij moest ook niet voor niets zo huilen toen hij zijn vertrek bij Milan aankondigde. Eén grote familie, van Ronaldinho tot en met Ibrahimoviç.
Lief ook van bondscoach Bert van Marwijk, niet voor niets schoonvader van Mark van Bommel, dat hij zich uitsprak over de schandelijke behandeling die Robben ten deel viel. Zo ga je niet met elkaar om. Dit is respectloos en daar zijn wij in Nederland niet van gediend.
Dat bleek ook uit de reacties van Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart. Zij deden er nog een schepje bovenop en stelden vast dat Robben de afgelopen dagen ook door de leiding van de club is buitengesloten. Niemand van Bayern heeft hem beschermd. Rotclub. ‘Kom maar lekker naar Internazionale,’ zegt Sneijder zelfs tegen Robben. En hij meent het, hoor. Daar is het ook heel anders dan daar in dat rottige Zuid-Duitsland.
En kom eerst maar lekker naar het Nederlands elftal. Want we zijn er weer en wij houden weer met z’n allen van elkaar. Vrouwen en kinderen erbij bij de start van het trainingskamp en na afloop van weer een gewonnen wedstrijd. Heerlijk. Lekker dollen en alles voor elkaar over hebben. Geweldige nieuwe, jonge spelers erbij ook van wie we nog veel plezier zullen beleven, is het niet meteen nu, dan wel in de toekomst. Willems, Narsingh, Maher, niet voor niets willen ze ontzettend graag voor het Nederlands elftal spelen. En voor PSV misschien ook nog wel. Wie zou zo’n Van Bommel nou niet als mentor willen hebben en zo’n Robben als voorbeeld. Respect, man. En reken maar dat we er op het EK weer iets ongelooflijk moois van maken.
De enige die we er eigenlijk nog bij hadden moeten hebben, is Ruud van Nistelrooy. Is ook al zo’n positieve, sfeergevoelige familieman, die zijn oprechte verontwaardiging heeft uitgesproken over het grote onrecht dat Arjen Robben is aangedaan. Hij noemt hem ‘een beest van een voetballer. En ja, hij heeft nu een paar strafschoppen gemist en een paar finales verloren. Maar staat iemand er wel eens bij stil dat hij al die finales wél eerst heeft bereikt?’
Juist. Maar de jongens hebben gelijk. Door hun steun gaat Arjen weer opbloeien. En reken maar dat hij na het EK echt dat videootje meeneemt naar Bayern van de doelpunten die hij daar gescoord heeft. De solo’s, de vrije trappen, de penalty’s. En zeker ook alle prachtige corners die hij tot assists heeft omgetoverd. O ja, en natuurlijk de hartverwarmende reacties van ons prachtige publiek. Nou ja, tot die beslissende misser.
Helemaal gerust zijn ze er in Duitsland niet op, getuige de officiële excuses die de clubleiding van Bayern München inmiddels heeft aangeboden voor de fluitconcerten tijdens de oefenwedstrijd tegen Oranje. ‘Een aantal fans was blijkbaar teleurgesteld dat Arjen drie dagen na de verloren Champions League-finale niet het shirt van Bayern heeft gedragen, maar alleen voor het Nederlands elftal heeft gespeeld,’ zei bestuursvoorzitter Karl-Heinz Rummenigge. ‘Dat geeft alleen niemand het recht om onze spelers uit te fluiten.’
Lief hoor, maar daar trappen we niet in.
Lief van Mark van Bommel dat hij het onvoorwaardelijk opnam voor Arjen Robben. Beetje onze Arjen uitfluiten. Dat Duitse rotpubliek denkt dat het zich alles kan veroorloven. Ja, hij miste een penalty. Maar hij nam hem tenminste. Daar hadden ze blij om moeten zijn, iemand die zijn verantwoordelijkheid nam toen anderen zich verstopten. Schandalig, zo’n reactie. Daar hoef je bij Van Bommel niet mee aan te komen. Arjen moet nog maar eens bedenken of hij nog wel bij Bayern wil spelen, of hij nou net een nieuw contract heeft getekend of niet.
Echte aanvoerder, Van Bommel. Die zou ook nooit tolereren dat medespelers zoals Oliç en Ribéry nog eens olie op het vuur gooien door ineens heel goed hun best te gaan doen in zo’n wedstrijdje van niks. Rotspelers. Nee, Van Bommel zorgt wel voor een goede teamspirit. Die weet wat je nodig hebt: warmte, familiegevoel. Hij koos er niet voor niets voor om weer terug te keren naar zijn vertrouwde PSV. Warme club, geweldige supporters die je nooit zullen laten vallen. Maar hij moest ook niet voor niets zo huilen toen hij zijn vertrek bij Milan aankondigde. Eén grote familie, van Ronaldinho tot en met Ibrahimoviç.
Lief ook van bondscoach Bert van Marwijk, niet voor niets schoonvader van Mark van Bommel, dat hij zich uitsprak over de schandelijke behandeling die Robben ten deel viel. Zo ga je niet met elkaar om. Dit is respectloos en daar zijn wij in Nederland niet van gediend.
Dat bleek ook uit de reacties van Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart. Zij deden er nog een schepje bovenop en stelden vast dat Robben de afgelopen dagen ook door de leiding van de club is buitengesloten. Niemand van Bayern heeft hem beschermd. Rotclub. ‘Kom maar lekker naar Internazionale,’ zegt Sneijder zelfs tegen Robben. En hij meent het, hoor. Daar is het ook heel anders dan daar in dat rottige Zuid-Duitsland.
En kom eerst maar lekker naar het Nederlands elftal. Want we zijn er weer en wij houden weer met z’n allen van elkaar. Vrouwen en kinderen erbij bij de start van het trainingskamp en na afloop van weer een gewonnen wedstrijd. Heerlijk. Lekker dollen en alles voor elkaar over hebben. Geweldige nieuwe, jonge spelers erbij ook van wie we nog veel plezier zullen beleven, is het niet meteen nu, dan wel in de toekomst. Willems, Narsingh, Maher, niet voor niets willen ze ontzettend graag voor het Nederlands elftal spelen. En voor PSV misschien ook nog wel. Wie zou zo’n Van Bommel nou niet als mentor willen hebben en zo’n Robben als voorbeeld. Respect, man. En reken maar dat we er op het EK weer iets ongelooflijk moois van maken.
De enige die we er eigenlijk nog bij hadden moeten hebben, is Ruud van Nistelrooy. Is ook al zo’n positieve, sfeergevoelige familieman, die zijn oprechte verontwaardiging heeft uitgesproken over het grote onrecht dat Arjen Robben is aangedaan. Hij noemt hem ‘een beest van een voetballer. En ja, hij heeft nu een paar strafschoppen gemist en een paar finales verloren. Maar staat iemand er wel eens bij stil dat hij al die finales wél eerst heeft bereikt?’
Juist. Maar de jongens hebben gelijk. Door hun steun gaat Arjen weer opbloeien. En reken maar dat hij na het EK echt dat videootje meeneemt naar Bayern van de doelpunten die hij daar gescoord heeft. De solo’s, de vrije trappen, de penalty’s. En zeker ook alle prachtige corners die hij tot assists heeft omgetoverd. O ja, en natuurlijk de hartverwarmende reacties van ons prachtige publiek. Nou ja, tot die beslissende misser.
Helemaal gerust zijn ze er in Duitsland niet op, getuige de officiële excuses die de clubleiding van Bayern München inmiddels heeft aangeboden voor de fluitconcerten tijdens de oefenwedstrijd tegen Oranje. ‘Een aantal fans was blijkbaar teleurgesteld dat Arjen drie dagen na de verloren Champions League-finale niet het shirt van Bayern heeft gedragen, maar alleen voor het Nederlands elftal heeft gespeeld,’ zei bestuursvoorzitter Karl-Heinz Rummenigge. ‘Dat geeft alleen niemand het recht om onze spelers uit te fluiten.’
Lief hoor, maar daar trappen we niet in.
Kwalijke misser (20 mei 2012)
Een knap staaltje omgekeerd redeneren kwam na de Champions Leaguefinale van Bayerns eigen spreekstalmeester Franz Beckenbauer. ‘We kunnen de Engelsen niets kwalijk nemen. Zij kunnen er niets aan doen dat wij de kansen laten liggen.’ Oftewel: zij hebben de beker niet gewonnen, maar wij hebben hem verloren.
Briljant. In twee zinnen weet Beckenbauer na de belangrijkste wedstrijd van het seizoen zijn eigen team er genadeloos van langs te geven, de tegenstander te kleineren en toch de schijn op te houden van grenzeloze hoffelijkheid. In een niet eens zo heel vrije vertaling: nee, de spelopvatting van die jongens van Chelsea is absoluut niet verwerpelijk, eigenlijk was dat verdedigen trouwens ongelooflijk onbeholpen, maar ja, wij kunnen er nou eenmaal ook helemaal niets van.
Hier toont zich de oud-wereldvoetballer die zich als erevoorzitter in eigen stadion vernederd voelt en niets anders kan doen dan machteloos toezien hoe zijn erfenis verkwanseld wordt door de duurbetaalde vedetten van nu. Had hém op het veld gezet, dan had hij het zelfs nu nog beter gedaan, weet hij zeker, maar dat kan hij niet zeggen. Hij had die bal het doel in willen schreeuwen, maar dat doet een heer van stand niet. Hij had die losers hun medailles voor de tweede plaats van de nek af willen rukken, maar dat mag al helemaal niet. En hij had vooral ook in een hoekje op de tribune met de handen voor de ogen heel hard willen gaan staan huilen, maar dat deden die mietjes op het veld ook al. Dus hij beheerste zich, schraapte zijn keel en sprak zijn twee dodelijke zinnen.
En het trieste is, hij had natuurlijk nog gelijk ook. Hoe onbeholpen kun je als topvoetballer zijn? Kom je na ruim tachtig minuten ploeteren toch nog op 1-0, geef je die voorsprong op slag van tijd nog weg. Krijg je in de verlenging nota bene van Drogba, Chelsea’s eigen duikelaartje, een penalty cadeau, moet Robben hem weer zo nodig nemen. Kom je zelfs in de penaltyserie nog op voorsprong, wil Robben hem juist weer niet nemen.
Robben. Ach, Robben. Tegen hem had Beckenbauer het natuurlijk vooral. Tegen hem heeft Beckenbauer het namelijk altijd. Want Beckenbauer heeft het niet op Robben. En ik ben bang dat hij ook daarin gelijk heeft, getuige de tekst van Robben zelf over zijn penalty: ‘Ik wilde hem gewoon hard door het midden knallen. De bal ging niet voldoende omhoog.’ Nee, en trouwens ook niet hard en evenmin door het midden.
Frappant is wel dat, net als in de halve finale van Chelsea tegen Barcelona, juist Drogba op een cruciaal moment een penalty veroorzaakte die vervolgens werd gemist. Het is alsof hij het wist: ik kan doen wat ik wil, want zij laten die kans toch wel liggen. Waarna Cruijff natuurlijk de tekst van Beckenbauer al had kunnen uitspreken, gericht op de spelers van Barcelona. Maar ja, Cruijff heeft het nu even druk met andere clubs.
Gelukkig doet Drogba niet mee aan het EK, zodat hij daar geen halve of hele finales kan verzieken. Maar Bert van Marwijk kan de tekst van Beckenbauer wel vast klaarleggen, want Robben is ongetwijfeld wel van de partij en die schiet ook zonder Drogba op cruciale momenten niet alles even scherp.
Een knap staaltje omgekeerd redeneren kwam na de Champions Leaguefinale van Bayerns eigen spreekstalmeester Franz Beckenbauer. ‘We kunnen de Engelsen niets kwalijk nemen. Zij kunnen er niets aan doen dat wij de kansen laten liggen.’ Oftewel: zij hebben de beker niet gewonnen, maar wij hebben hem verloren.
Briljant. In twee zinnen weet Beckenbauer na de belangrijkste wedstrijd van het seizoen zijn eigen team er genadeloos van langs te geven, de tegenstander te kleineren en toch de schijn op te houden van grenzeloze hoffelijkheid. In een niet eens zo heel vrije vertaling: nee, de spelopvatting van die jongens van Chelsea is absoluut niet verwerpelijk, eigenlijk was dat verdedigen trouwens ongelooflijk onbeholpen, maar ja, wij kunnen er nou eenmaal ook helemaal niets van.
Hier toont zich de oud-wereldvoetballer die zich als erevoorzitter in eigen stadion vernederd voelt en niets anders kan doen dan machteloos toezien hoe zijn erfenis verkwanseld wordt door de duurbetaalde vedetten van nu. Had hém op het veld gezet, dan had hij het zelfs nu nog beter gedaan, weet hij zeker, maar dat kan hij niet zeggen. Hij had die bal het doel in willen schreeuwen, maar dat doet een heer van stand niet. Hij had die losers hun medailles voor de tweede plaats van de nek af willen rukken, maar dat mag al helemaal niet. En hij had vooral ook in een hoekje op de tribune met de handen voor de ogen heel hard willen gaan staan huilen, maar dat deden die mietjes op het veld ook al. Dus hij beheerste zich, schraapte zijn keel en sprak zijn twee dodelijke zinnen.
En het trieste is, hij had natuurlijk nog gelijk ook. Hoe onbeholpen kun je als topvoetballer zijn? Kom je na ruim tachtig minuten ploeteren toch nog op 1-0, geef je die voorsprong op slag van tijd nog weg. Krijg je in de verlenging nota bene van Drogba, Chelsea’s eigen duikelaartje, een penalty cadeau, moet Robben hem weer zo nodig nemen. Kom je zelfs in de penaltyserie nog op voorsprong, wil Robben hem juist weer niet nemen.
Robben. Ach, Robben. Tegen hem had Beckenbauer het natuurlijk vooral. Tegen hem heeft Beckenbauer het namelijk altijd. Want Beckenbauer heeft het niet op Robben. En ik ben bang dat hij ook daarin gelijk heeft, getuige de tekst van Robben zelf over zijn penalty: ‘Ik wilde hem gewoon hard door het midden knallen. De bal ging niet voldoende omhoog.’ Nee, en trouwens ook niet hard en evenmin door het midden.
Frappant is wel dat, net als in de halve finale van Chelsea tegen Barcelona, juist Drogba op een cruciaal moment een penalty veroorzaakte die vervolgens werd gemist. Het is alsof hij het wist: ik kan doen wat ik wil, want zij laten die kans toch wel liggen. Waarna Cruijff natuurlijk de tekst van Beckenbauer al had kunnen uitspreken, gericht op de spelers van Barcelona. Maar ja, Cruijff heeft het nu even druk met andere clubs.
Gelukkig doet Drogba niet mee aan het EK, zodat hij daar geen halve of hele finales kan verzieken. Maar Bert van Marwijk kan de tekst van Beckenbauer wel vast klaarleggen, want Robben is ongetwijfeld wel van de partij en die schiet ook zonder Drogba op cruciale momenten niet alles even scherp.
De dood of de gladiolen (18 mei 2012)
Ik hoop dat Bayern München zaterdag de Champions League wint. Niet omdat ik ze dat gun, want ik heb van kleins af aan een bloedhekel aan de club. Elke wedstrijd die Bayern verliest, vier ik een klein feestje. Maar mijn afkeer van Chelsea is nog net iets groter. Vanwege de al decennialange poenige uitstraling, vanwege het proleterige verleden met trainers als Gullit, Vialli en Mourinho en vanwege de achterbakse duikelingen van Drogba. Om maar wat te noemen. Toegegeven, dezelfde minpunten gelden met invulling van wat andere namen net zo goed voor Bayern. Maar ik zei al, dat is ook mijn club niet en je moet nou eenmaal een keuze maken voor zo’n wedstrijd. En ik kies dus voor Bayern.
Hoewel ik aan het twijfelen gebracht werd door Franck Ribéry toen die vooruitkeek naar de finale. ‘Verliezen is niet mogelijk,’ zei hij. ‘Als we moeten sterven op het veld, dan is dat zo.’ Dat hij zijn onverzettelijkheid probeerde aan te geven, vergeef ik hem. Ik word een beetje moe van al die voetballers die zichzelf ‘een winnaar’ noemen, maar dat doen ze tegenwoordig nou eenmaal allemaal. Maar over sterven op het veld beginnen terwijl recent nog een paar spelers letterlijk omgevallen zijn tijdens een wedstrijd, getuigt op zijn minst van een gebrek aan respect. En dan wil ik zien wat hij doet ook, als hij toch verliest. Is het een kerel die de consequenties aanvaardt? Of is hij ineens vergeten wat hij gezegd heeft?
Wie in ieder geval níet van een slecht geheugen kan worden beschuldigd is Carlos Tévez, de al net zo lelijke spits van een al net zo foute voetbalclub: Manchester City. Na de spectaculaire verovering van de landstitel op Manchester United, als club niet veel beter maar met een heel wat prettigere uitstraling, herinnerde hij zich maar al te graag wat United-coach Alex Ferguson had gezegd toen hij van United naar City vertrok: ‘not in my life’ zouden The Citizens de meerdere zijn van The Mancunians. Tijdens de busrit met de kampioensschaal toonde Tévez een spandoek met de tekst ‘R.I.P. Fergie’.
Een grap, noemde Tévez het zelf achteraf. Dus vond hij het niet nodig om zijn excuses aan te bieden. Respectloos, zou je ook kunnen zeggen. Ribéry-waardig. Die zie ik er ook nog wel voor aan om bij winst op Chelsea te eisen dat alle tegenstanders bij wijze van grap de dood in de ogen kijken, desnoods via een spandoek. Per slot van rekening is ‘Der Tod oder die Gladiole’ sinds het schrikbewind van Louis van Gaal in München ook een gevleugelde uitdrukking.
Maar laat in vredesnaam Bayern toch maar winnen, want ik moet er niet aan denken waartoe Ribéry in staat is als het mis dreigt te gaan. De hand aan zichzelf slaan zal hij niet zo gauw doen, hoewel je het nooit weet met zulke figuren. Maar gezien het gemak waarmee hij medespelers te lijf gaat, zijn de Chelsea-spelers hun leven niet zeker bij een voorsprong. Dat moet je niet willen.
Los daarvan lijkt het me voor de spelers van het Nederlands elftal levensgevaarlijk om na verlies van Bayern een gefrustreerde Arjen Robben bij de ploeg te krijgen. Of erger nog, dat hij voor de verandering eens naar Ribéry heeft geluisterd.
Ik hoop dat Bayern München zaterdag de Champions League wint. Niet omdat ik ze dat gun, want ik heb van kleins af aan een bloedhekel aan de club. Elke wedstrijd die Bayern verliest, vier ik een klein feestje. Maar mijn afkeer van Chelsea is nog net iets groter. Vanwege de al decennialange poenige uitstraling, vanwege het proleterige verleden met trainers als Gullit, Vialli en Mourinho en vanwege de achterbakse duikelingen van Drogba. Om maar wat te noemen. Toegegeven, dezelfde minpunten gelden met invulling van wat andere namen net zo goed voor Bayern. Maar ik zei al, dat is ook mijn club niet en je moet nou eenmaal een keuze maken voor zo’n wedstrijd. En ik kies dus voor Bayern.
Hoewel ik aan het twijfelen gebracht werd door Franck Ribéry toen die vooruitkeek naar de finale. ‘Verliezen is niet mogelijk,’ zei hij. ‘Als we moeten sterven op het veld, dan is dat zo.’ Dat hij zijn onverzettelijkheid probeerde aan te geven, vergeef ik hem. Ik word een beetje moe van al die voetballers die zichzelf ‘een winnaar’ noemen, maar dat doen ze tegenwoordig nou eenmaal allemaal. Maar over sterven op het veld beginnen terwijl recent nog een paar spelers letterlijk omgevallen zijn tijdens een wedstrijd, getuigt op zijn minst van een gebrek aan respect. En dan wil ik zien wat hij doet ook, als hij toch verliest. Is het een kerel die de consequenties aanvaardt? Of is hij ineens vergeten wat hij gezegd heeft?
Wie in ieder geval níet van een slecht geheugen kan worden beschuldigd is Carlos Tévez, de al net zo lelijke spits van een al net zo foute voetbalclub: Manchester City. Na de spectaculaire verovering van de landstitel op Manchester United, als club niet veel beter maar met een heel wat prettigere uitstraling, herinnerde hij zich maar al te graag wat United-coach Alex Ferguson had gezegd toen hij van United naar City vertrok: ‘not in my life’ zouden The Citizens de meerdere zijn van The Mancunians. Tijdens de busrit met de kampioensschaal toonde Tévez een spandoek met de tekst ‘R.I.P. Fergie’.
Een grap, noemde Tévez het zelf achteraf. Dus vond hij het niet nodig om zijn excuses aan te bieden. Respectloos, zou je ook kunnen zeggen. Ribéry-waardig. Die zie ik er ook nog wel voor aan om bij winst op Chelsea te eisen dat alle tegenstanders bij wijze van grap de dood in de ogen kijken, desnoods via een spandoek. Per slot van rekening is ‘Der Tod oder die Gladiole’ sinds het schrikbewind van Louis van Gaal in München ook een gevleugelde uitdrukking.
Maar laat in vredesnaam Bayern toch maar winnen, want ik moet er niet aan denken waartoe Ribéry in staat is als het mis dreigt te gaan. De hand aan zichzelf slaan zal hij niet zo gauw doen, hoewel je het nooit weet met zulke figuren. Maar gezien het gemak waarmee hij medespelers te lijf gaat, zijn de Chelsea-spelers hun leven niet zeker bij een voorsprong. Dat moet je niet willen.
Los daarvan lijkt het me voor de spelers van het Nederlands elftal levensgevaarlijk om na verlies van Bayern een gefrustreerde Arjen Robben bij de ploeg te krijgen. Of erger nog, dat hij voor de verandering eens naar Ribéry heeft geluisterd.
We zullen ze missen (15 mei 2012)
De voorbereiding op het EK is begonnen. In de politiek wel te verstaan. Talloze Europese regeringsleiders hebben gedreigd om het deel van het EK in Oekraïne te boycotten vanwege de slechte behandeling van oppositieleidster en ex-premier Julia Timosjenko. Ze bedoelen het als een serieus statement en zijn ervan overtuigd dat ze president Viktor Janoekovitsj daarmee onder druk zetten. Definitieve besluiten zijn er nog niet genomen, maar ‘we gaan de ontwikkelingen in Oekraïne de komende weken heel precies volgen’, vertelde onze eigen minister Uri Rosenthal na afloop van een vergadering van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken.
Oekraïne siddert. Maar niet heus. Janoekovitsj noemde de boycot van de Europese regeringsleiders ‘betekenisloos’. Met Wilders-achtige bravoure verklaarde hij kortaf: ‘Als iemand niet naar Oekraïne wil reizen, is dat zijn eigen probleem.’ Wat natuurlijk niet waar is, want hij wil maar wat graag op de foto met Europese prominenten. Maar ja, dat kan hij niet zo maar zeggen.
Het omgekeerde geldt voor de sporters. De internationals van 1974 staken nog de draak met Joop den Uyl en collega’s en de leden van het Koninklijk Huis, toen ze noodgedwongen meededen aan hun polonaisefeestjes, maar het team van 1988 had bij monde van aanvoerder Ruud Gullit al openlijk de schurft aan de opdringerige bobo’s die een graantje mee kwamen pikken van de populariteit van de voetballers. Maar bijna vijfentwintig jaar verder moeten sporters weer in de pas lopen en doen alsof ze vereerd zijn met de belangstelling vanuit de politiek op een internationaal toernooi.
Een drama moet het zijn voor ze, helemaal als ze daadwerkelijk een prijs hebben gewonnen. Een stevige omhelzing van Willem Alexander, een ongenaakbare knuffel van de nog altijd onvermijdelijke Erica Terpstra, je kan je prettigere momenten voorstellen, en dan heb ik het nog over de mensen die wél hart voor de sport hebben. Maar je kan tegenwoordig geen medaille meer winnen of er hangt een joviale minister-president aan de lijn nog voordat je je liefie hebt kunnen bellen. Waar je vervolgens publiekelijk van moet getuigen op straffe van decimering van je aanhang. En dan heb je nog mazzel dat de griezel die de volgende minister-president had kunnen zijn, zijn eigen aanhang binnenkort gedecimeerd zal zien.
En al onze andere politieke helden zitten met hun oranje dassen te pronken op de tribune, in de hoop dat er een televisiecamera zo vriendelijk wil zijn dat even te tonen in de Nederlandse huiskamers. Alleen al daarom heeft Uri Rosenthal ongelijk als hij zegt dat hij zich niet met het voetbaltoernooi als zodanig wil bemoeien. ‘Wij bemoeien ons alleen met de politieke arena.’ Ja ja, dat zou nog eens mooi zijn.
Voor de duidelijkheid: alles wat kan bijdragen aan een verbetering van de Oekraïense rechtstaat, juich ik toe. Inclusief het wegblijven van alle Europese politici, en zeker die van ons. Het zou een mooi signaal zijn, met als gevolg dat het in de toekomst een stuk minder aantrekkelijk zou worden voor iedere willekeurige bananenrepubliek om een gooi te doen naar de organisatie van een groot sportevenement.
Maar ik durf te wedden dat ze er gewoon zullen zitten, op kosten van de samenleving, op de eerste rij, met hun oranje das. Ze zitten daar de ontwikkelingen heel precies te volgen, hoewel ze ook geen bal snappen van wat zich voor hun neus op het veld afspeelt. We zullen ze missen, hier thuis. Maar niet heus.
De voorbereiding op het EK is begonnen. In de politiek wel te verstaan. Talloze Europese regeringsleiders hebben gedreigd om het deel van het EK in Oekraïne te boycotten vanwege de slechte behandeling van oppositieleidster en ex-premier Julia Timosjenko. Ze bedoelen het als een serieus statement en zijn ervan overtuigd dat ze president Viktor Janoekovitsj daarmee onder druk zetten. Definitieve besluiten zijn er nog niet genomen, maar ‘we gaan de ontwikkelingen in Oekraïne de komende weken heel precies volgen’, vertelde onze eigen minister Uri Rosenthal na afloop van een vergadering van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken.
Oekraïne siddert. Maar niet heus. Janoekovitsj noemde de boycot van de Europese regeringsleiders ‘betekenisloos’. Met Wilders-achtige bravoure verklaarde hij kortaf: ‘Als iemand niet naar Oekraïne wil reizen, is dat zijn eigen probleem.’ Wat natuurlijk niet waar is, want hij wil maar wat graag op de foto met Europese prominenten. Maar ja, dat kan hij niet zo maar zeggen.
Het omgekeerde geldt voor de sporters. De internationals van 1974 staken nog de draak met Joop den Uyl en collega’s en de leden van het Koninklijk Huis, toen ze noodgedwongen meededen aan hun polonaisefeestjes, maar het team van 1988 had bij monde van aanvoerder Ruud Gullit al openlijk de schurft aan de opdringerige bobo’s die een graantje mee kwamen pikken van de populariteit van de voetballers. Maar bijna vijfentwintig jaar verder moeten sporters weer in de pas lopen en doen alsof ze vereerd zijn met de belangstelling vanuit de politiek op een internationaal toernooi.
Een drama moet het zijn voor ze, helemaal als ze daadwerkelijk een prijs hebben gewonnen. Een stevige omhelzing van Willem Alexander, een ongenaakbare knuffel van de nog altijd onvermijdelijke Erica Terpstra, je kan je prettigere momenten voorstellen, en dan heb ik het nog over de mensen die wél hart voor de sport hebben. Maar je kan tegenwoordig geen medaille meer winnen of er hangt een joviale minister-president aan de lijn nog voordat je je liefie hebt kunnen bellen. Waar je vervolgens publiekelijk van moet getuigen op straffe van decimering van je aanhang. En dan heb je nog mazzel dat de griezel die de volgende minister-president had kunnen zijn, zijn eigen aanhang binnenkort gedecimeerd zal zien.
En al onze andere politieke helden zitten met hun oranje dassen te pronken op de tribune, in de hoop dat er een televisiecamera zo vriendelijk wil zijn dat even te tonen in de Nederlandse huiskamers. Alleen al daarom heeft Uri Rosenthal ongelijk als hij zegt dat hij zich niet met het voetbaltoernooi als zodanig wil bemoeien. ‘Wij bemoeien ons alleen met de politieke arena.’ Ja ja, dat zou nog eens mooi zijn.
Voor de duidelijkheid: alles wat kan bijdragen aan een verbetering van de Oekraïense rechtstaat, juich ik toe. Inclusief het wegblijven van alle Europese politici, en zeker die van ons. Het zou een mooi signaal zijn, met als gevolg dat het in de toekomst een stuk minder aantrekkelijk zou worden voor iedere willekeurige bananenrepubliek om een gooi te doen naar de organisatie van een groot sportevenement.
Maar ik durf te wedden dat ze er gewoon zullen zitten, op kosten van de samenleving, op de eerste rij, met hun oranje das. Ze zitten daar de ontwikkelingen heel precies te volgen, hoewel ze ook geen bal snappen van wat zich voor hun neus op het veld afspeelt. We zullen ze missen, hier thuis. Maar niet heus.
Alles komt goed bij PSV (11 mei 2012)
Dick Advocaat is nog niet terug of alles valt op zijn plaats bij PSV. Dat is toch de kracht van de man. Hij weet wat er van hem wordt verwacht en laat geen dag voorbij gaan voordat hij doet wat er moet gebeuren: duidelijkheid scheppen, in alle opzichten. Is ook misschien de winst van die jaren in Rusland. Daar zijn ze niet van het uitstellen, aankijken, pamperen of polderen. Nee, actie: de baas zet de lijnen uit en iedereen weet onmiddellijk waar hij aan toe is en wat hem te doen staat. Had hij voor die tijd ook al natuurlijk, hij heette niet voor niets al ‘de kleine generaal’, maar hij is nog sterker uit Rusland teruggekeerd.
Het begon al met het formuleren van de doelstelling voor komend seizoen. Dachten wij nog even dat Advocaat een jaartje Phillip Cocu en Ernest Faber onder zijn hoede zou nemen om hen in de luwte voor te bereiden op het grote werk, maakt Advocaat daar meteen korte metten mee. Niets daarvan. ‘Ik ben hier niet gekomen om de jonge trainers klaar te stomen, ik ben hier om kampioen te worden.’
Beetje pijnlijk misschien voor technisch manager Marcel Brands, die toch echt gesuggereerd had dat hij het op prijs zou stellen als Advocaat zich zou bekommeren om de toekomst van Cocu en Faber, en om de lange termijnwinst voor de club dus eigenlijk, maar daar is Advocaat niet van. Gehoopt had Brands waarschijnlijk ook dat hij de opdracht of doelstelling voor Advocaat zou mogen formuleren, maar ook dat kon hij vergeten. ‘De titel winnen, dat leg ik mezelf op. Dat hoeft niemand anders te doen,’ maakte Advocaat direct volkomen duidelijk.
Het zou me niet eens verbazen als ooit zal blijken dat Brands Advocaat helemaal niet benaderd heeft om trainer te worden. Dat Advocaat zich gewoon op de regenachtige ochtend na de laatste competitiewedstrijd in zijn trainingspak op de Herdgang heeft gemeld met de mededeling dat hij komend seizoen de trainer gaat worden omdat hij het bedroevende spel niet meer kan aanzien.
Het siert hem wel dat hij het doet, want wat valt er nou in Eindhoven helemaal te verdienen in vergelijking met Rusland. Dan moet je echt warme gevoelens koesteren voor de club. Hoewel er ook wel iets van berekening in zit, getuige zijn uitspraak dat het ‘een ideale situatie’ is om terug te komen ‘omdat de club al een paar jaar geen titel meer heeft gewonnen’. Daar valt iets recht te zetten, hoor je hem denken.
Wie hij in ieder geval vast heeft rechtgezet, is Kevin Strootman. Kevin is erg blij dat Advocaat de nieuwe trainer wordt en vindt dat PSV de goede keuze heeft gemaakt. Hoewel hij vervolgens nauwelijks blijkt te weten waarom. ‘Advocaat is een trainer met veel ervaring. Hij heeft veel clubs en landen onder zijn hoede gehad. Ik ken hem niet persoonlijk, maar volgens mij is hij tactisch sterk en wil hij een gedisciplineerde ploeg. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Hoe Advocaat precies te werk gaat, moet ik zelf nog ervaren.’
Waarna Strootman ook nog steeds een hoge pet op blijkt te hebben van de trainers van het afgelopen seizoen, Fred Rutten en Phillip Cocu. Ja, Kevin, en volgens mij wilden die toch ook echt een gedisciplineerde ploeg zien. Of vergis ik me nou?
Kevin en Dick, dat gaat wel lukken samen. ‘Ik ga met heel veel plezier beginnen aan deze rol bij PSV,’ meldt Advocaat. Nou Dick, ik denk dat wij ook heel veel plezier aan jou gaan beleven. En aan Kevin trouwens ook.
Dick Advocaat is nog niet terug of alles valt op zijn plaats bij PSV. Dat is toch de kracht van de man. Hij weet wat er van hem wordt verwacht en laat geen dag voorbij gaan voordat hij doet wat er moet gebeuren: duidelijkheid scheppen, in alle opzichten. Is ook misschien de winst van die jaren in Rusland. Daar zijn ze niet van het uitstellen, aankijken, pamperen of polderen. Nee, actie: de baas zet de lijnen uit en iedereen weet onmiddellijk waar hij aan toe is en wat hem te doen staat. Had hij voor die tijd ook al natuurlijk, hij heette niet voor niets al ‘de kleine generaal’, maar hij is nog sterker uit Rusland teruggekeerd.
Het begon al met het formuleren van de doelstelling voor komend seizoen. Dachten wij nog even dat Advocaat een jaartje Phillip Cocu en Ernest Faber onder zijn hoede zou nemen om hen in de luwte voor te bereiden op het grote werk, maakt Advocaat daar meteen korte metten mee. Niets daarvan. ‘Ik ben hier niet gekomen om de jonge trainers klaar te stomen, ik ben hier om kampioen te worden.’
Beetje pijnlijk misschien voor technisch manager Marcel Brands, die toch echt gesuggereerd had dat hij het op prijs zou stellen als Advocaat zich zou bekommeren om de toekomst van Cocu en Faber, en om de lange termijnwinst voor de club dus eigenlijk, maar daar is Advocaat niet van. Gehoopt had Brands waarschijnlijk ook dat hij de opdracht of doelstelling voor Advocaat zou mogen formuleren, maar ook dat kon hij vergeten. ‘De titel winnen, dat leg ik mezelf op. Dat hoeft niemand anders te doen,’ maakte Advocaat direct volkomen duidelijk.
Het zou me niet eens verbazen als ooit zal blijken dat Brands Advocaat helemaal niet benaderd heeft om trainer te worden. Dat Advocaat zich gewoon op de regenachtige ochtend na de laatste competitiewedstrijd in zijn trainingspak op de Herdgang heeft gemeld met de mededeling dat hij komend seizoen de trainer gaat worden omdat hij het bedroevende spel niet meer kan aanzien.
Het siert hem wel dat hij het doet, want wat valt er nou in Eindhoven helemaal te verdienen in vergelijking met Rusland. Dan moet je echt warme gevoelens koesteren voor de club. Hoewel er ook wel iets van berekening in zit, getuige zijn uitspraak dat het ‘een ideale situatie’ is om terug te komen ‘omdat de club al een paar jaar geen titel meer heeft gewonnen’. Daar valt iets recht te zetten, hoor je hem denken.
Wie hij in ieder geval vast heeft rechtgezet, is Kevin Strootman. Kevin is erg blij dat Advocaat de nieuwe trainer wordt en vindt dat PSV de goede keuze heeft gemaakt. Hoewel hij vervolgens nauwelijks blijkt te weten waarom. ‘Advocaat is een trainer met veel ervaring. Hij heeft veel clubs en landen onder zijn hoede gehad. Ik ken hem niet persoonlijk, maar volgens mij is hij tactisch sterk en wil hij een gedisciplineerde ploeg. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Hoe Advocaat precies te werk gaat, moet ik zelf nog ervaren.’
Waarna Strootman ook nog steeds een hoge pet op blijkt te hebben van de trainers van het afgelopen seizoen, Fred Rutten en Phillip Cocu. Ja, Kevin, en volgens mij wilden die toch ook echt een gedisciplineerde ploeg zien. Of vergis ik me nou?
Kevin en Dick, dat gaat wel lukken samen. ‘Ik ga met heel veel plezier beginnen aan deze rol bij PSV,’ meldt Advocaat. Nou Dick, ik denk dat wij ook heel veel plezier aan jou gaan beleven. En aan Kevin trouwens ook.
Kansen op de markt (8 mei 2012)
Feyenoord maakt zich zorgen over het vertrek van John Guidetti dat er ongetwijfeld aan zit te komen. Zou ik niet doen, want er zijn leuke spitsen genoeg die hetzelfde kunnen brengen. Suggestie? Romelu Lukaku, een bijna 19-jarige, beestachtig gespierde aanvaller die afgelopen zomer voor vijf jaar van Anderlecht naar Chelsea verkaste, maar daar nauwelijks aan spelen toe is gekomen. Wil dus nu verhuurd worden voor een jaartje. Ik zou hem grijpen. Zeker weten dat hij na Miyaichi, Castaignos en Guidetti een nieuwe volksheld wordt.
Ze kunnen natuurlijk ook gewoon Castaignos van Internazionale terug huren, want die zal ook wel weer eens willen spelen, maar dat zou ik niet doen. Die hebben ze al gehad, en dan gaan er allerlei vergelijkingen gemaakt worden als het even iets minder gaat. Is niet verstandig. Net zoals ze Royston Drenthe niet terug moeten willen hebben. Die stapte eerst hooghartig de deur uit om het even te gaan maken in Madrid en wil veel te graag, nu het plotseling goed gaat in Rotterdam. Is bovendien te oud inmiddels.
Nee, de sleutel voor succes van Nederlandse clubs ligt bij internationale toptalenten van onder de twintig, die een langlopend contract bij een buitenlandse topclub hebben, maar moeten rijpen in de luwte. Kost niks, want die topclub wil dat de speler wekelijks speelt en went aan volle stadions. En het publiek adoreert de speler, die toch maar mooi bereid is om zich bij hun club in de kijker te spelen. PSV en FC Twente hebben dat eerder aangetoond met spelers als Alex en Stoch, die eigenlijk van Chelsea waren. En Feyenoord zelf heeft er de afgelopen jaren dus ook goede ervaringen mee opgedaan.
Bijkomend voordeel van deze constructie is ook dat de club het publiek elk jaar iets nieuws te bieden heeft. Geen spelers die tot in den treure op hetzelfde plekje van het veld hetzelfde kunstje blijft vertonen. Dat was vroeger misschien leuk, maar dat past niet meer in deze tijd. Zo’n Moulijn, die, jaar na jaar, na dezelfde dribbel dezelfde tegenstanders voorbij loopt en dezelfde voorzet geeft op dezelfde spits. Hou op, zeg, daar zit toch geen hond meer op te wachten. In de tijd dat elke club elk jaar zijn uitshirts verandert en zelfs zijn thuisshirts een nieuwe snit geeft, wil het publiek daar ook elk jaar een nieuw lichaam in zien.
Verandering van spijs doet eten. En zolang je zorgt dat het steeds verse spijs is, blijft het eten ook lekker. Wat zeg ik: elk jaar lekkerder. En exotischer. Het summum is dat je een speler die je zelf hebt opgeleid pas laat debuteren wanneer je hem kan huren van een club uit de Europese top. Laat eerst maar eens zien dat je het waard bent om bij ons te spelen door daar een contract in de wacht te slepen, kan de boodschap zijn. Dan realiseren de supporters zich tenminste ook dat ze iets bijzonders in huis hebben, waar ze snel en heftig van moeten genieten. En die spelers weten inmiddels dat ze in Nederland nog even een topjaar kunnen hebben voordat ze weer terug moeten naar die slangenkuil in het buitenland.
Als we het nou voortaan gewoon zo gaan doen, profiteren we juist van het feit dat we in Nederland het geld niet hebben om op te bieden tegen de buitenlandse clubs. Dan krijgen we hier misschien een veredelde jeugdcompetitie, maar wel één met alle toppers in spe die op kosten van die buitenlandse clubs bij ons komen ontbolsteren. Moet je eens kijken hoe graag ze allemaal de wereld via Nederland willen bestormen. En hoe leuk onze competitie blijft.
Feyenoord maakt zich zorgen over het vertrek van John Guidetti dat er ongetwijfeld aan zit te komen. Zou ik niet doen, want er zijn leuke spitsen genoeg die hetzelfde kunnen brengen. Suggestie? Romelu Lukaku, een bijna 19-jarige, beestachtig gespierde aanvaller die afgelopen zomer voor vijf jaar van Anderlecht naar Chelsea verkaste, maar daar nauwelijks aan spelen toe is gekomen. Wil dus nu verhuurd worden voor een jaartje. Ik zou hem grijpen. Zeker weten dat hij na Miyaichi, Castaignos en Guidetti een nieuwe volksheld wordt.
Ze kunnen natuurlijk ook gewoon Castaignos van Internazionale terug huren, want die zal ook wel weer eens willen spelen, maar dat zou ik niet doen. Die hebben ze al gehad, en dan gaan er allerlei vergelijkingen gemaakt worden als het even iets minder gaat. Is niet verstandig. Net zoals ze Royston Drenthe niet terug moeten willen hebben. Die stapte eerst hooghartig de deur uit om het even te gaan maken in Madrid en wil veel te graag, nu het plotseling goed gaat in Rotterdam. Is bovendien te oud inmiddels.
Nee, de sleutel voor succes van Nederlandse clubs ligt bij internationale toptalenten van onder de twintig, die een langlopend contract bij een buitenlandse topclub hebben, maar moeten rijpen in de luwte. Kost niks, want die topclub wil dat de speler wekelijks speelt en went aan volle stadions. En het publiek adoreert de speler, die toch maar mooi bereid is om zich bij hun club in de kijker te spelen. PSV en FC Twente hebben dat eerder aangetoond met spelers als Alex en Stoch, die eigenlijk van Chelsea waren. En Feyenoord zelf heeft er de afgelopen jaren dus ook goede ervaringen mee opgedaan.
Bijkomend voordeel van deze constructie is ook dat de club het publiek elk jaar iets nieuws te bieden heeft. Geen spelers die tot in den treure op hetzelfde plekje van het veld hetzelfde kunstje blijft vertonen. Dat was vroeger misschien leuk, maar dat past niet meer in deze tijd. Zo’n Moulijn, die, jaar na jaar, na dezelfde dribbel dezelfde tegenstanders voorbij loopt en dezelfde voorzet geeft op dezelfde spits. Hou op, zeg, daar zit toch geen hond meer op te wachten. In de tijd dat elke club elk jaar zijn uitshirts verandert en zelfs zijn thuisshirts een nieuwe snit geeft, wil het publiek daar ook elk jaar een nieuw lichaam in zien.
Verandering van spijs doet eten. En zolang je zorgt dat het steeds verse spijs is, blijft het eten ook lekker. Wat zeg ik: elk jaar lekkerder. En exotischer. Het summum is dat je een speler die je zelf hebt opgeleid pas laat debuteren wanneer je hem kan huren van een club uit de Europese top. Laat eerst maar eens zien dat je het waard bent om bij ons te spelen door daar een contract in de wacht te slepen, kan de boodschap zijn. Dan realiseren de supporters zich tenminste ook dat ze iets bijzonders in huis hebben, waar ze snel en heftig van moeten genieten. En die spelers weten inmiddels dat ze in Nederland nog even een topjaar kunnen hebben voordat ze weer terug moeten naar die slangenkuil in het buitenland.
Als we het nou voortaan gewoon zo gaan doen, profiteren we juist van het feit dat we in Nederland het geld niet hebben om op te bieden tegen de buitenlandse clubs. Dan krijgen we hier misschien een veredelde jeugdcompetitie, maar wel één met alle toppers in spe die op kosten van die buitenlandse clubs bij ons komen ontbolsteren. Moet je eens kijken hoe graag ze allemaal de wereld via Nederland willen bestormen. En hoe leuk onze competitie blijft.
Feyenoord kent zijn plaats (7 mei 2012)
Je kunt er neerbuigend over doen, maar gek is het niet dat de spelers en fans van Feyenoord uit hun dak gingen nadat het seizoen met de tweede plaats was afgesloten. Letterlijk zelfs, wat de spelers betreft. Bovenop de bus lieten zij zich de laatste meters tussen de menigte door naar De Kuip manoeuvreren. En terecht: zo hoog had de club de competitie in elf jaar tijd niet meer beëindigd. Maakt ook niet uit dat van tevoren duidelijk was hoe de laatste wedstrijd tegen Heerenveen zou verlopen. Dat had meer te maken met de belangen van Heerenveen dan met die van Feyenoord, dus mag Feyenoord niet verweten worden.
En toch werkt het bevreemdend wanneer de club die tweede wordt haast doller is van feestvreugde dan de club die kampioen is geworden. Natuurlijk had het kampioenschap van Ajax niet de impact van dat van vorig jaar, het had zelfs iets van een anticlimax na de spanning van de aanloop er naartoe, maar van gewenning kon nog geen sprake zijn en men deed woensdag en donderdag in Amsterdam toch echt zijn best. Maar aan de emoties in Rotterdam viel niet te tippen. Je moet er niet aan denken dat het kampioenschap daar nog eens behaald wordt. De euforie die dat teweeg zal brengen, kan een mens niet aan.
Feyenoord kent zijn plaats, zou je met enige ironie kunnen vaststellen. Feyenoord eist zijn plaats op, is positiever geformuleerd en komt al dichter in de buurt van de waarheid. Want Feyenoord troeft het grote geld en de hoogmoed van PSV af, en eigent zich het recht toe de grootste concurrent van Ajax te zijn, die bovendien mag meedoen in de voorronde van de Champions League. Op de één of andere manier geeft dat toch een ouderwets vertrouwd gevoel. Zo hoort de wereld in elkaar te zitten.
De acceptatie daarvan voor PSV is logischerwijs lastig. Voor het vierde jaar op rij geen kampioen en zelfs geen Champions League, terwijl er opnieuw een kampioenswaardig elftal bij elkaar was gekocht, dat steekt toch. Dat verklaart het gesputter van Ola Toivonen over de competitievervalsing van Heerenveen met de nederlaag tegen Feyenoord. Ola ‘dacht echt dat Heerenveen van Feyenoord zou gaan winnen’. Alsof Heerenveen, behalve van AZ, van één topploeg heeft gewonnen dit seizoen. Maar ja, het is ook wel weer vertrouwd dat de provinciale verongelijktheid bij PSV nog steeds op de loer ligt.
Tja, en Ola wil absoluut geen Europa League spelen, terwijl dat toch echt het toernooi is dat hij als leider van PSV heeft verdiend. In dat kader is het trouwens vermakelijk dat Mark van Bommel plotseling zijn plaats bij Milan weer heel goed kent. Hij noemt het ineens ‘een beetje voorbarig’ dat hij al rond zou zijn met PSV. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik eerst met AC Milan ga praten en AC Milan wil niet praten voor het einde van de competitie.’
Ach, neem het die jongens eens kwalijk. Dat opportunisme hoort er allemaal bij. Zelfs het dansen op een PSV-shirt door Feyenoorder Sekou Cissé is, hoewel uiteraard niet heel netjes, in het kader van de dolle vreugde-uitingen niet enorm misplaatst te noemen.
Het enige wat niet op zijn plaats is, is dat ergens anders in Rotterdam, door het gedegradeerde Excelsior, mogelijk Europa Leaguewedstrijden gespeeld gaan worden als beloning voor fair play. En dan niet eens omdat de club de sportiefste van Nederland was, maar omdat de club vijfde geëindigd is in het klassement van de fair play cup. Het moet niet gekker worden.
Je kunt er neerbuigend over doen, maar gek is het niet dat de spelers en fans van Feyenoord uit hun dak gingen nadat het seizoen met de tweede plaats was afgesloten. Letterlijk zelfs, wat de spelers betreft. Bovenop de bus lieten zij zich de laatste meters tussen de menigte door naar De Kuip manoeuvreren. En terecht: zo hoog had de club de competitie in elf jaar tijd niet meer beëindigd. Maakt ook niet uit dat van tevoren duidelijk was hoe de laatste wedstrijd tegen Heerenveen zou verlopen. Dat had meer te maken met de belangen van Heerenveen dan met die van Feyenoord, dus mag Feyenoord niet verweten worden.
En toch werkt het bevreemdend wanneer de club die tweede wordt haast doller is van feestvreugde dan de club die kampioen is geworden. Natuurlijk had het kampioenschap van Ajax niet de impact van dat van vorig jaar, het had zelfs iets van een anticlimax na de spanning van de aanloop er naartoe, maar van gewenning kon nog geen sprake zijn en men deed woensdag en donderdag in Amsterdam toch echt zijn best. Maar aan de emoties in Rotterdam viel niet te tippen. Je moet er niet aan denken dat het kampioenschap daar nog eens behaald wordt. De euforie die dat teweeg zal brengen, kan een mens niet aan.
Feyenoord kent zijn plaats, zou je met enige ironie kunnen vaststellen. Feyenoord eist zijn plaats op, is positiever geformuleerd en komt al dichter in de buurt van de waarheid. Want Feyenoord troeft het grote geld en de hoogmoed van PSV af, en eigent zich het recht toe de grootste concurrent van Ajax te zijn, die bovendien mag meedoen in de voorronde van de Champions League. Op de één of andere manier geeft dat toch een ouderwets vertrouwd gevoel. Zo hoort de wereld in elkaar te zitten.
De acceptatie daarvan voor PSV is logischerwijs lastig. Voor het vierde jaar op rij geen kampioen en zelfs geen Champions League, terwijl er opnieuw een kampioenswaardig elftal bij elkaar was gekocht, dat steekt toch. Dat verklaart het gesputter van Ola Toivonen over de competitievervalsing van Heerenveen met de nederlaag tegen Feyenoord. Ola ‘dacht echt dat Heerenveen van Feyenoord zou gaan winnen’. Alsof Heerenveen, behalve van AZ, van één topploeg heeft gewonnen dit seizoen. Maar ja, het is ook wel weer vertrouwd dat de provinciale verongelijktheid bij PSV nog steeds op de loer ligt.
Tja, en Ola wil absoluut geen Europa League spelen, terwijl dat toch echt het toernooi is dat hij als leider van PSV heeft verdiend. In dat kader is het trouwens vermakelijk dat Mark van Bommel plotseling zijn plaats bij Milan weer heel goed kent. Hij noemt het ineens ‘een beetje voorbarig’ dat hij al rond zou zijn met PSV. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik eerst met AC Milan ga praten en AC Milan wil niet praten voor het einde van de competitie.’
Ach, neem het die jongens eens kwalijk. Dat opportunisme hoort er allemaal bij. Zelfs het dansen op een PSV-shirt door Feyenoorder Sekou Cissé is, hoewel uiteraard niet heel netjes, in het kader van de dolle vreugde-uitingen niet enorm misplaatst te noemen.
Het enige wat niet op zijn plaats is, is dat ergens anders in Rotterdam, door het gedegradeerde Excelsior, mogelijk Europa Leaguewedstrijden gespeeld gaan worden als beloning voor fair play. En dan niet eens omdat de club de sportiefste van Nederland was, maar omdat de club vijfde geëindigd is in het klassement van de fair play cup. Het moet niet gekker worden.
Een hele rustige middag (4 mei 2012)
We zijn de laatste jaren regelmatig verwend geweest met een tumultueuze laatste competitieronde, waarbij tot het laatste moment onzeker bleef wie kampioen zou worden, met als hoogtepunt de strijd tussen PSV, Ajax en AZ in 2007. Dit jaar leek het nog spannender te worden toen er zes wedstrijden voor het eind van de competitie nog zes serieuze titelkandidaten waren. Maar die hoop werd de grond ingeboord door de onverstoorbaarheid waarmee Ajax bleef winnen en de concurrenten ineens in gebreke bleven.
Bleef over de strijd om de tweede Champions Leagueplaats. Die zou ons de plaatsvervangende spanning kunnen bieden vanwege de eer en de geldbuidel die daaraan verbonden zijn. Totdat de ranglijst voorafgaand aan de laatste speeldag zorgde voor een paradoxale opdracht voor Heerenveen: als de wedstrijd tegen Feyenoord niet gewonnen kan worden, kan hij beter verloren worden dan dat geknokt wordt voor een gelijkspel. Want als Heerenveen bij winst niet eigenhandig Europa Leaguedeelname afdwingt, verwerft het die alleen als Feyenoord de tweede plaats behoudt ten koste van PSV.
Wat we zondag te verwachten hebben, laat zich raden: helemaal niets. De wedstrijd van Ajax is van geen belang en alleen maar interessant als Ajax aantreedt in een fantasieopstelling. El Hamdaoui in de spits, ik noem maar wat, maakt niet uit of hij geblesseerd is. Dat zou nog wel een aardig stuntje zijn. Maar verder staat als een paal boven water dat AZ wint van Groningen, Twente van VVV en PSV van Excelsior.
En Feyenoord dus van Heerenveen. Want we zijn er nog niet wat Heerenveen betreft. Officieel lijken de spelers wel gemotiveerd om nog even te proberen te winnen, want als ze vierde worden, scheelt dat een voorronde in de Europa League en dus waarschijnlijk een weekje vakantie. Maar in de praktijk is een voorsprong in de tweede helft het meest risicovolle scenario dat ze zich kunnen voorstellen. Feyenoord blijft namelijk wel knokken, ook voor de gelijkmaker, al is het maar uit nijd.
Verdediger Michel Breuer gaf het al aan in AD Sportwereld: ‘We kunnen in het begin vol voor de winst gaan, maar dat het niet gelijk mag worden, daar ontkom je niet aan.’ En, nog duidelijker: ‘Als Feyenoord scoort, kan het wel eens een hele rustige wedstrijd worden.’
Nou, dat denk ik ook. Zeker omdat iedere fatsoenlijke tegenstander van Heerenveen dit seizoen scoort. Meestal een keer of vijf. En mocht dat Feyenoord van de zenuwen ineens niet lukken, wil Breuers collega Daryl Janmaat zijn toekomstige kameraden waarschijnlijk best een handje helpen. Wie zou hem ongelijk durven geven? Net als zijn huidige makkers heeft hij niets aan een gelijkspel. Maar hij zou wel heel erg dom zijn om zondag te willen winnen.
Ons rest niets anders dan er toch maar lekker rustig naar te gaan kijken. Want strandweer is het ook al niet, in tegenstelling tot de laatste speeldagen van vorige seizoenen.
We zijn de laatste jaren regelmatig verwend geweest met een tumultueuze laatste competitieronde, waarbij tot het laatste moment onzeker bleef wie kampioen zou worden, met als hoogtepunt de strijd tussen PSV, Ajax en AZ in 2007. Dit jaar leek het nog spannender te worden toen er zes wedstrijden voor het eind van de competitie nog zes serieuze titelkandidaten waren. Maar die hoop werd de grond ingeboord door de onverstoorbaarheid waarmee Ajax bleef winnen en de concurrenten ineens in gebreke bleven.
Bleef over de strijd om de tweede Champions Leagueplaats. Die zou ons de plaatsvervangende spanning kunnen bieden vanwege de eer en de geldbuidel die daaraan verbonden zijn. Totdat de ranglijst voorafgaand aan de laatste speeldag zorgde voor een paradoxale opdracht voor Heerenveen: als de wedstrijd tegen Feyenoord niet gewonnen kan worden, kan hij beter verloren worden dan dat geknokt wordt voor een gelijkspel. Want als Heerenveen bij winst niet eigenhandig Europa Leaguedeelname afdwingt, verwerft het die alleen als Feyenoord de tweede plaats behoudt ten koste van PSV.
Wat we zondag te verwachten hebben, laat zich raden: helemaal niets. De wedstrijd van Ajax is van geen belang en alleen maar interessant als Ajax aantreedt in een fantasieopstelling. El Hamdaoui in de spits, ik noem maar wat, maakt niet uit of hij geblesseerd is. Dat zou nog wel een aardig stuntje zijn. Maar verder staat als een paal boven water dat AZ wint van Groningen, Twente van VVV en PSV van Excelsior.
En Feyenoord dus van Heerenveen. Want we zijn er nog niet wat Heerenveen betreft. Officieel lijken de spelers wel gemotiveerd om nog even te proberen te winnen, want als ze vierde worden, scheelt dat een voorronde in de Europa League en dus waarschijnlijk een weekje vakantie. Maar in de praktijk is een voorsprong in de tweede helft het meest risicovolle scenario dat ze zich kunnen voorstellen. Feyenoord blijft namelijk wel knokken, ook voor de gelijkmaker, al is het maar uit nijd.
Verdediger Michel Breuer gaf het al aan in AD Sportwereld: ‘We kunnen in het begin vol voor de winst gaan, maar dat het niet gelijk mag worden, daar ontkom je niet aan.’ En, nog duidelijker: ‘Als Feyenoord scoort, kan het wel eens een hele rustige wedstrijd worden.’
Nou, dat denk ik ook. Zeker omdat iedere fatsoenlijke tegenstander van Heerenveen dit seizoen scoort. Meestal een keer of vijf. En mocht dat Feyenoord van de zenuwen ineens niet lukken, wil Breuers collega Daryl Janmaat zijn toekomstige kameraden waarschijnlijk best een handje helpen. Wie zou hem ongelijk durven geven? Net als zijn huidige makkers heeft hij niets aan een gelijkspel. Maar hij zou wel heel erg dom zijn om zondag te willen winnen.
Ons rest niets anders dan er toch maar lekker rustig naar te gaan kijken. Want strandweer is het ook al niet, in tegenstelling tot de laatste speeldagen van vorige seizoenen.
Oude tijden herleven (1 mei 2012)
Een blik op de ranglijst bracht Willem van Hanegem in zijn column in het Algemeen Dagblad tot de verzuchting dat alles eindelijk weer is zoals het hoort: Ajax en Feyenoord bovenaan, PSV daarachter. Hij sprak de hoop uit dat Feyenoord ‘volgend jaar weer ouderwets met Ajax gaat duelleren om de titel’. Beetje sneu voor AZ en FC Twente, besefte hij, maar ‘die oude volgorde, zoals het er nu staat, die klopt precies’. Sprak de oude romanticus.
Beetje sneu voor PSV ook trouwens, dat het van Van Hanegem mag meehobbelen op de derde plaats terwijl Ajax en Feyenoord duelleren om de titel. Dat vonden ze in Eindhoven zelf ook. Daar koesteren ze hun eigen romantiek en hebben ze iets bedacht om die nieuw leven in te blazen: ze gaan teruggrijpen op oude waarden, die ooit garant stonden voor succes. Coach Dick Advocaat en middenvelder Mark van Bommel hebben een mondeling akkoord bereikt met de club om terug te keren, voorlopig voor een jaar. Beiden werden kampioen met PSV, Van Bommel zelfs vier keer, en beiden staan voor de passie en strijd waar het de laatste tijd zo aan ontbrak.
PSV komt daarmee meteen tegemoet aan de noodkreet van Dries Mertens dat PSV ‘een aantal versterkingen’ nodig heeft om weer mee te doen om de eerste plaats. Waarmee hij overigens uitspreekt dat een elftal met bikkels als Toivonen, Strootman, Wijnaldum, Lens, Matavz en hemzelf plus een achterhoede vol internationals kwalitatief tekortschiet. Ik weet niet of zijn collega’s daar heel blij mee zijn. En het lijkt ook in strijd met de bewering van Advocaat dat ‘dit PSV veel potentie heeft’. Maar goed, er gaan in navolging van Labyad in de zomer ongetwijfeld ook weer spelers weg en Toivonen heeft al aangegeven geen trek te hebben in deelname aan de Europa League, dus ongelijk heeft Mertens ook niet. Er is versterking nodig, al is het alleen maar om bovenin mee te blijven draaien. Maar of de 35-jarige Van Bommel en een ouderwets blaffende, 64-jarige coach dan de oplossing zijn…
Toegegeven, het werkt wel eens om coryfeeën van weleer na hun internationale louteringen weer naar Nederland te halen. Zie Cruijff en Rijkaard bij Ajax. Zie ook Hiddink en Cocu bij PSV. Maar vaker brengt het niet wat gehoopt werd. Hadden Jaap Stam, Edgar Davids en Jari Litmanen Ajax nog zoveel te bieden? Giovanni van Bronckhorst Feyenoord? Heeft Wilfred Bouma nu zoveel waarde voor PSV? En Jan Vennegoor of Hesselink, afgezien van dat ene doelpunt laatst in blessuretijd? Kluivert, Van der Meyde, Kromkamp, Reiziger, Ooijer? De kans is groter dat het een wat meelijwekkende vertoning wordt.
Nou ja, laten we Van Bommel en Advocaat voorlopig het voordeel van de twijfel geven. Dat zijn in ieder geval coryfeeën uit de topcategorie. Ik hoop van harte dat ze mijn angst loochenstraffen en PSV weer naar grote hoogten stuwen.
Er dient zich overigens een gouden kans aan voor PSV om een andere oudgediende terug te halen: Arjen Robben. Die heeft, uit onvrede met de lage boete voor Franck Ribéry na hun onderlinge akkefietje en met het constante gemekker van Franz Beckenbauer, de besprekingen met Bayern over contractverlenging stopgezet en staat open voor een vertrek. Kijk, daar moet je meteen op inspelen. Is nog in de bloei van zijn leven, dus snel terughalen naar PSV, al is het maar voor een jaartje. Kan hij weer even heerlijk opbloeien, desnoods op de positie van Mertens.
Al weet ik niet of de combinatie met Advocaat historisch gezien nou zo verstandig is…
Een blik op de ranglijst bracht Willem van Hanegem in zijn column in het Algemeen Dagblad tot de verzuchting dat alles eindelijk weer is zoals het hoort: Ajax en Feyenoord bovenaan, PSV daarachter. Hij sprak de hoop uit dat Feyenoord ‘volgend jaar weer ouderwets met Ajax gaat duelleren om de titel’. Beetje sneu voor AZ en FC Twente, besefte hij, maar ‘die oude volgorde, zoals het er nu staat, die klopt precies’. Sprak de oude romanticus.
Beetje sneu voor PSV ook trouwens, dat het van Van Hanegem mag meehobbelen op de derde plaats terwijl Ajax en Feyenoord duelleren om de titel. Dat vonden ze in Eindhoven zelf ook. Daar koesteren ze hun eigen romantiek en hebben ze iets bedacht om die nieuw leven in te blazen: ze gaan teruggrijpen op oude waarden, die ooit garant stonden voor succes. Coach Dick Advocaat en middenvelder Mark van Bommel hebben een mondeling akkoord bereikt met de club om terug te keren, voorlopig voor een jaar. Beiden werden kampioen met PSV, Van Bommel zelfs vier keer, en beiden staan voor de passie en strijd waar het de laatste tijd zo aan ontbrak.
PSV komt daarmee meteen tegemoet aan de noodkreet van Dries Mertens dat PSV ‘een aantal versterkingen’ nodig heeft om weer mee te doen om de eerste plaats. Waarmee hij overigens uitspreekt dat een elftal met bikkels als Toivonen, Strootman, Wijnaldum, Lens, Matavz en hemzelf plus een achterhoede vol internationals kwalitatief tekortschiet. Ik weet niet of zijn collega’s daar heel blij mee zijn. En het lijkt ook in strijd met de bewering van Advocaat dat ‘dit PSV veel potentie heeft’. Maar goed, er gaan in navolging van Labyad in de zomer ongetwijfeld ook weer spelers weg en Toivonen heeft al aangegeven geen trek te hebben in deelname aan de Europa League, dus ongelijk heeft Mertens ook niet. Er is versterking nodig, al is het alleen maar om bovenin mee te blijven draaien. Maar of de 35-jarige Van Bommel en een ouderwets blaffende, 64-jarige coach dan de oplossing zijn…
Toegegeven, het werkt wel eens om coryfeeën van weleer na hun internationale louteringen weer naar Nederland te halen. Zie Cruijff en Rijkaard bij Ajax. Zie ook Hiddink en Cocu bij PSV. Maar vaker brengt het niet wat gehoopt werd. Hadden Jaap Stam, Edgar Davids en Jari Litmanen Ajax nog zoveel te bieden? Giovanni van Bronckhorst Feyenoord? Heeft Wilfred Bouma nu zoveel waarde voor PSV? En Jan Vennegoor of Hesselink, afgezien van dat ene doelpunt laatst in blessuretijd? Kluivert, Van der Meyde, Kromkamp, Reiziger, Ooijer? De kans is groter dat het een wat meelijwekkende vertoning wordt.
Nou ja, laten we Van Bommel en Advocaat voorlopig het voordeel van de twijfel geven. Dat zijn in ieder geval coryfeeën uit de topcategorie. Ik hoop van harte dat ze mijn angst loochenstraffen en PSV weer naar grote hoogten stuwen.
Er dient zich overigens een gouden kans aan voor PSV om een andere oudgediende terug te halen: Arjen Robben. Die heeft, uit onvrede met de lage boete voor Franck Ribéry na hun onderlinge akkefietje en met het constante gemekker van Franz Beckenbauer, de besprekingen met Bayern over contractverlenging stopgezet en staat open voor een vertrek. Kijk, daar moet je meteen op inspelen. Is nog in de bloei van zijn leven, dus snel terughalen naar PSV, al is het maar voor een jaartje. Kan hij weer even heerlijk opbloeien, desnoods op de positie van Mertens.
Al weet ik niet of de combinatie met Advocaat historisch gezien nou zo verstandig is…